16 februari 1966.
js-
sn-
en
ng
11e
e-
:i jn
?nde
vergadering heeft gedaan. Hij merkt hierbij op dat de heer van Weert
inmiddels had bedankt als lid van de raad en dat de heer Dijkstra de
bewuste commissievergadering moest verlaten op het moment dat men met
de discussie over deze zaak bezig was.
De gemeente heeft ten aanzien van dit concours hippique een
garantie van 3.000,verleend. Dat wilde zeggen, dat de gemeente in
een eventueel tekort maximaal 3.000,zou bijdragen. Spreker heeft
het idee, dat het bestuur van de organiserende vereniging de fout heeft
gemaakt, deze garantie min of meer als een subsidie te zien en dus het
grote verschil tussen een garantie en een subsidie uit het oog te verlie
zen.
De gemeente heeft nimmer kennis gekregen van een begroting
ten aanzien van dit concours en ook de sportstichting, die om zo'n begro
ting heeft gevraagd, heeft hiervan nimmer kennis gekregen.
Gezien de gehele situatie, meent spreker dat de financiële
commissie een zeer mild standpunt heeft ingenomen. De gemeente is de
met de garantie gemoeide 3.000,kwijt. Zij is de organiserende ver
eniging tegemoetgekomen in de betaalde kosten van afrastering van een
weiland, hetgeen een voordeeltje van 951,85 betekende. De opbrengst
van verkocht touw en jute is ten goede gekomen aan de vereniging. Na
dit alles resteert er nog een tekort van 1.740,99. De financiële com
missie heeft, mede gelet op het belangrijke werk dat de organiserende
vereniging heeft gedaan, gemeend de raad te moeten voorstellen, hiervan
nog 1 000,voor rekening der gemeente te nemen, zodat een bedrag van
740,99 ten laste van de vereniging komt. Het college heeft dit voor
stel overgenomen. Spreker gelooft dat de raad door aanneming van dit
voorstel een alleszins tegemoetkomende houding aanneemt.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
41(14) Voorstel tot oninbaarverklaring van vorderingen woningbedrijf.
De heer WESTRA merkt op dat er op de bij dit voorstel behorende
lijst namen voorkomen van personen van wie hij vermoedt, dat zij de wo
ningen waarop de vorderingen betrekking hebben, hebben betrokken door
tussenkomst van een bepaalde overheidsinstantie. Spreker zou gaarne ver
nemen of die overheidsinstantie is benaderd in verband met de inning
van deze vorderingen. Hij vermoedt dat de hier bedoelde woningen nader
hand door diezelfde instantie zijn toegewezen aan nieuwe bewoners.
De VOORZITTER zegt dat wel eens de bemiddeling van de door de
heer Westra bedoelde overheidsinstantie wordt ingeroepen bij het incas
seren van vorderingen van het woningbedrijf, doch dat hij niet weet of
dit is gebeurd ten aanzien van alle door de heer Westra bedoelde geval
len. Spreker merkt hierbij op, dat het hier o.a. ook erg kleine bedragen
betreft
De heer WESTRA: Ik vind 117,en 137,nogal redelijke 1
bedragen.'
De VOORZITTER: Vooral als er van kwaadwillendheid sprake is,
gebeurt het nog wel eens, maar als de mensen vertrokken zijn en de bewus
te overheidsdienst hebben verlaten,
De heer WESTRA: Dat hebben deze gevallen niet.'
De VOORZITTER: ...dan is er natuurlijk helemaal geen mogelijk
heid meer.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
42(15) Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de vergroting van
de capaciteit van het gasbuizennet
43(16) Belastingreklame
Deze beide voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie
- 41 -
in
ik-