20 april 1966. Aan de riolering van de Gentiaanlaan liggen geheel andere motieven ten grondslag dan aan de riolering van het Vosseveld. De riolering van het Vos- seveld moet worden getoetst aan de urgentie van de aanleg van de riolering in andere gebieden van de gemeente. Wat het laatste betreft, kan worden op gemerkt dat in andere gebieden van de gemeente de urgentie ontzettend veel groter is dan in het Vosseveld. Als het college kans zou zien om de riolering in de gemeente af te maken tot het laatste gedeelte toe, dan zou het niets liever doen dan dat, want dat zou een groot voordeel voor dè gemeente en een nog grotere bevrediging voor de betrokken bewoners inhouden, maar men kan eenvoudig niet anders te werk gaan dan op het ogenblik geschiedt. Ten slotte zegt spreker toe dat zal worden getracht, eventueel in overleg met het waterschap, ten aanzien van de waterafvoer en in het gehele Vosseveld, en met name voor wat de paardenkamp betreft, tot een zodanige oplossing te komen, dat in ieder geval het bovenwater gaat verdwijnen. De heer ORANJE merkt nog op dat de kuilen in het wegdek van de Bartolottilaan zo groot en zo veel-vuldig zijn dat de gemeente de kans loopt wettelijk aansprakelijk te worden gesteld wanneer een bromfietser hier als gevolg van de slechte staat van het wegdek een ongeluk zou krijgen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Hierna stelt de VOORZITTER opnieuw aan de orde: (2) Ingekomen stukken. d. schrijven d.d. 18 maart 1966 van de bewoners van de Bartolottilaan inzake de toestand van de weg met voorstel te berichten conform de ter inzage gelegde concept-brief De heer WESTRA vraagt het college het antwoord aan de bewoners van de Bartolottilaan aan te vullen met de mededeling van wethouder Hilhorst dat een onderzoek zal worden ingesteld naar de afwatering van het betrokken gebied De VOORZITTER zegt zich hiermede te kunnen verenigen. De heer ORANJE merkt op dat hij reeds jaren geleden, tijdens een begrotingsbehandeling, heeft gewezen op de wenselijkheid van het onder handen nemen van het wegdek van de Bartolottilaan. Spreker wijst hierop om een schei ding te brengen tussen het schrijven van de bewoners van de Bartolottilaan en het zojuist behandelde voorstel tot verbetering van het wegdek van deze laan. Spreker is het overigens met mevrouw Polet-Musler eens dat de burgerij de vrijheid moet hebben zich tot het gemeentebestuur te wenden wanneer zij klachten heeft. Met betrekking tot het stuk wordt besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld, met in achtneming van hetgeen hieromtrent door de heer Westra en de voorzitter is opgemerkt 85(12) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de aanleg van een parkeerterrein nabij de Staringlaan. 86(13) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het alsnog toeken nen van vergoedingen wegens waardevermindering en plaatsen van erfafscheidinge aan enige personen, die deze vergoedingen bij de grondoverdracht voor de ver- bre-ding van de Birkstraat niet hebben ontvangen. Deze beide voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 87(14) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor verbetering van het cellenhuis van het bureau van politie. De heer DE BRUIN merkt op dat hij ten aanzien van dit agendapunt in twee commissies een suggestie heeft gedaan en vraagt of deze suggestie door de beide betrokken wethouders niet is doorgegeven. De wethouder DE HAAN: Mondeling wel. De wethouder HILHORST: Ja nouC De VOORZITTER zegt dat de beide betrokken wethouders wel verslag - 95 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 96