19 april 1967.
De heer DIJKSTRA: De oversteekplaats voor het raadhuis heeft
derhalve geen invloed op de proef die de gemeente neemt?
De VOORZITTER: Neen. Als er reeds een oversteekplaats voor het
raadhuis was geweest, dan had de gemeente over enige gegevens ten aanzien
van oversteekplaatsen beschikt. De oversteekplaats tussen het raadhuis en
het postkantoor (de markt) is een duidelijke plaats, op deze plaats steken
vele voetgangers over en dat is Rijkswaterstaat ook uit tellingen gebleken.
De duidelijkheid ontbreekt aan de Soesterbergsestraat
De heer DIJKSTRA zegt te hebben gedacht aan het bekende gevaar
van kettingbotsingen die onherroepelijk aan zebrapaden vastzitten; toch
zal de zebra er voor het raadhuis moeten komen.
De VOORZITTER bevestigt dat aan zebrapaden grote gevaren zijn
verbonden. Een zebrapad is geen remedie tegen allerlei kwalen, men zal er
bijzonder voorzichtig mee moeten omgaan.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
91(18) Voorstel tot wijziging van de begroting voor het dienstjaar 1966.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
92(19) Voorstel tot verlenging van de ontruimingstermijn van onbewoonbaar verklaar
de woningen.
De heer DE BRUIN zegt dat de V.V.D-fractie gelet op haar stand
punt bij overeenkomstige voorstellen in het verleden akkoord gaat met de
ontruimingstermijn van de percelen Bakkersweg 8 en Bakkersweg 10; zij
gaat echter niet akkoord met het verlengen van de ontruimingstermijn van
de percelen Bakkersweg 7 en Koninginnelaan 26.
De heer DE GROOT zegt dat de gemeentearts in een rapport ont
raadt de termijn van de vier in de voordracht genoemde panden te verlengen,
de directeur van gemeentewerken spreekt zich in een rapoort uit tegen ver
lenging van de ontruimingstermijn voor de panden Bakkersweg 7 en Koningin-
nelaan 26, terwijl blijkens dit laatste rapport geen bezwaar bestaat tegen
het verlengen van de ontruimingstermijn voor de panden Bakkersweg 8 en 10.
Eind vorig jaar is reeds gebleken dat de gemeentearts en de directeur van
gemeentewerken zich blijkens hun rapporten tegen verlenging van de ontrui
mingstermijn uitspraken, maar het college volgde de adviezen niet op. Ook
thans legt het college de uitgebrachte adviezen naast zich neer. Heeft het
nog wel zin deskundigen om rapporten te vragen als toch van tevoren vast
staat dat het college deze rapporten, wat hun inhoud ook is, naast zich
neerlegt?
De VOORZITTER zegt dat de rapporten worden opgevraagd ingevolge
een eertijds door de raad gedaan verzoek. Al jarenlang vindt er verlenging
van ontruimingstermijnen plaats en de raad had destijds behoefte aan nadere
voorlichting. Men zou kunnen zeggen dat de rapporten overbodig zijn, omdat
de raad de woningen, op goede gronden - namelijk na advies van gemeente
werken en na advies van het ministerie van volkshuisvesting en ruimte
lijke ordening - onbewoonbaar verklaart. Het gaat om slechte woningen,
anders zouden ze immers niet onbewoonbaar zijn verklaard en sinds de onbe
woonbaar verklaring zullen deze woningen nog wel slechter zijn geworden.
Maar de raad heeft toch behoefte gevoeld aan nadere informatie. Het
advies van de dienst gemeentewerken is zelfs iets genuanceerd, want er
wordt een scheiding aangebracht tussen de vier slechte woningen. Natuur
lijk moeten alle onbewoonbaar verklaarde woningen worden ontruimd; iedere
verlenging van de ontruimingstermijn is feitelijk uit den boze. Maar de
dienst gemeentewerken komt tot de conclusie dat de ontruimingstermijn voor
twee woningen niet meevkan worden verlengd, terwijl twee andere woningen
desnoods nog wel zouden kunnen worden bewoond, ofschoon het eigenlijk
niet kan.
Het heeft wel degelijk zin om dergelijke rapporten te vragen,
- 99 -
,re-
;er-
sie
-t
idert
er
over-
ver-
3ld-
3 r
Of
k-
e
Het
een
e
oor
egen-
tem
ar