21 juni 1967.
Verder zijn er nog de vrije-sectorwoningen. Die zullen waarschijn
lijk voor een deel worden verkocht en voor een ander deel worden verhuurd.
Spreker neemt aan dat ook een heel groot gedeelte van deze woningen ten goede
zal komen aan woningzoekenden. In ieder geval acht hij het onderhavige plan
veel aantrekkelijker dan het vorige plan, waarbij alle eengezinswoningen
voor de verkoop bestemde vrije-sectorwoningen waren, waarvan slechts een
klein percentage aan Soesters ten goede zou zijn gekomen. Hij gelooft, te
meer omdat deze woningen niet allemaal tegelijk zullen klaarkomen (de tot
standkoming van deze woningen strekt zich over een zekere periode uit, in
welke periode de aanwas van de woningzoekenden regelmatig zal toenemen)
dat men in Soest bepaald niet uitgesproken te ruim in de woningen voor de
Soesters zal komen te zitten. In het verleden is iedere keer gebleken dat
men hier de vraag heeft onderschat.
De wethouder HILHORST heeft begrepen dat de heer de Bruin heeft
gevraagd of in verband met deze verkoop en het tekort dat de exploitatie
ten aanzien van het onderhavige gedeelte aanwijst, niet de mogelijkheid be
staat dat er met betrekking tot het Soesterveen uiteindelijk sprake zal zijn
van een nadelig saldo. Naar aanleiding hiervan wijst hij erop dat het onmo
gelijk is, nu een totale opzet te maken van de in het Soesterveen gedachte
bouw. Er kunnen zich in de toekomst nog zovele factoren voordoen, dat het
vandaag uitgesloten moet worden geacht een exploitatie-overzicht van het
geheel te geven en men heeft zich dan ook bepaald tot het onderdeel dat
op het ogenblik aan de orde is. Spreker neemt aan dat de raad ervan overtuigd
is, dat dit onderdeel voor wat betreft de aankopen vrijwel het moeilijkste
van het gehele Soesterveen is. In dit onderdeel bevinden zich vele dure be
drijven en bovendien waren de bedrijven van landbouwers die hier moesten
worden aangekocht van beperkte omvang, waarbij nog kwam dat op alle desbe
treffende gronden opstallen aanwezig waren. Wat de volgende fases betreft
is dit beslist niet of in veel mindere mate het geval; misschien met uit
zondering van het gedeelte in de richting van de Bosstraat, waarin ook nogal
wat opstallen aanwezig zijn, kan worden verwacht dat idje volgende gedeelten
aanmerkelijk goedkoper zullen kunnen worden aangekocht en dat men ten aan
zien daarvan zal kunnen blijven bij het bedrag dat nu nodig is geweest voor
de aankoop namelijk 12,per m2. Dit is een zeer hoog bedrag geweest,
maar dat is mede het geval geweest als gevolg van de vele opstallen.
Bovendien is ter zake gerekend met 5,voor stadsopslag. Eerder werd wat
dit betreft met een bedrag van 2,gerekend, Er is in dit opzicht dus
een aanmerkelijke verhoging geweest. Het onderhavige complex brengt een na
delig saldo met zich mede, maar in het raam van deze exploitatie gezien,
mag worden verwacht dat het gehele complex beslist geen nadeel zal opleve
ren
Naar aanleiding van de opmerking van de heer de Bruin betreffende
het stratenplan zegt spreker, dat de heer de Bruin eerder op deze avond heeft
gemerkt dat als er inderdaad een object aan de orde is, de tekening uitwijst
dat daarin het stratenplan voor dat project volledig inzit. Verder wijst
hij erop dat de heer de Bruin eerder op deze avond ook al heeft gemerkt,
hoe moeilijk het is om van tevoren een stratenplan op te stellen als de
desbetreffende bebouwing aanpassingen nodig maakt. Dan komt men iedere keer
voor de consequentie te staan dat er wijzigingen, zij het geringe wijzigin
gen, moeten worden aangebracht. De vanavond gehouden commissievergadering
heeft dat nog weer eens bewezen. Voor zover het kon worden voorgelegd, is
het stratenplan iedere keer in de commissie voorgelegd. Spreker zou niet
weten, hoe men wat dit betreft anders te werk zou moeten gaan.
De heer DE BRUIN meent dat op een van de pagina's van de verleden
week door de raadsleden ontvangen structuurnota de heer Roorda van Eysinga
mededeelt, dat het plan voor het Soesterveen I nu helemaal compleet is.
Spreker zou zeggen dat de raad dat plan dan toch wel zou kunnen zien.
De wethouder HILHORST: Ik ben het volledig met de heer de Bruin
eens, mijnheer de voorzitter, maar "volledig compleet" moet men toch nóg
- 140 -