26 juli 1967.
De wethouder HILHORST zegt dat de gemeente inderdaad dienstverle
nend optreedt. Wanneer iemand mededeelt over grof huisvuil te beschikken
wordt deze van dit vuil verlost. Er wordt een dienst verleend die geen extra
geld kost,
In de gemeente Baarn wordt het grove huisvuil iedere week opgehaald.
Wanneer de raad meent dat een dergelijke regeling ook in Soest moet worden
ingevoerd zal men de nodige bedragen beschikbaar moeten stellen voor de aan
koop van materieel en voor betaling van het personeel. Tot op heden is dit
echter nog niet gebeurd.
De heer OLDENBOOM moet niet veronderstellen dat er, wanneer het
grove vuil wekelijks wordt opgehaald, toch niet hier en daar vuil wordt ge
deponeerd
Wanneer men op het ogenblik, b.v. bij een verhuizing over nogal
wat grof huisvuil beschikt, zal de dienst gemeentewerken na ontvangst van
een berichtje het vuil tussendoor ophalen. Het is niet zo dat men op het
ogenblik beslist twee maanden zou moeten wachten.
Aan het indelen van de gemeente in wijken en het meer dan één keer
per maand ophalen van grof huisvuil zijn financiële consequenties verbonden.
De heer OLDENBOOM: Kunt u ons een idee geven van deze consequen
ties?
De wethouder HILHORST zegt toe deze aangelegenheid in het college
te bespreken. Bezien kan worden of de methode-Westra economischer is en of
een dergelijke regeling in het belang van het publiek is.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten overeenkomstig
hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld.
b. Schrijven d.d. 19 juni 1967 van de Stichting "Van der Huchtscholen" om
reservering van een perceel grond voor de bouw van een school voor u.l.o.
met voorstel te berichten dat bij opmaking van het bestemmingsplan
"Engendaal" hiermede rekening zal worden gehouden.
Met betrekking tot dit schrijven wordt besloten overeenkomstig
hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld.
c. Besluit ingevolge de "Financieringsregeling huisvesting ambtenaren",
goedgekeurd door gedeputeerde staten van Utrecht d.d. 24 mei 1967.
Dit besluit wordt aangenomen voor kennisgeving.
De VOORZITTER deelt mede dat voorts is ingekomen het volgende,
niet op de lijst van ingekomen stukken vermelde, stuk:
d. Schrijven d.d. 19 juli 1967 van bewoners van de Van Lenneplaan en Birk-
straat alhier inzake de bouw van een essence- en reukstoffenfabriek aan
de Birkstraat door de N.V. Keune te Diemen.
De VOORZITTER zegt dat dit ingekomen stuk enige nadere toelichting
vereist. De heer Keune heeft aan de Birkstraat een stuk grond gekocht dat
zal zijn bestemd voor bedrijfsdoeleinden. Voor de vestiging van dit bedrijf
is geen vergunning nodig ingevolge artikel 20 van de Wederopbouwwet (een
normale bouwvergunning is voldoende) ware het niet, dat een gedeelte van
het te vestigen bedrijf, de voorbouw, over de rooilijn zal heenkomen. Dit
is in strijd met het uitbreidingsplan en daarom moet een vergunning ingevolge
artikel 20 van de Wederopbouwwet worden verleend. Het college is bereid om
deze vergunning te verlenen. Een dergelijke vergunning behoeft ook de goed
keuring van gedeputeerde staten.
De bewoners van de Van Lenneplaan en de Birkstraat hebben hun adres
ook gezonden aan gedeputeerde staten; bij burgemeester en wethouders zijn
deze bewoners feitelijk aan het verkeerde adres. Gedeputeerde staten in
Utrecht is het goede adres, want het provinciaal bestuur moet een dergelijke
vergunning goedkeuren. Formeel zijn de bewoners van de Van Lenneplaan en
de Birkstraat te laat met het inzenden van hun bezwaren bij het college
van burgemeester en wethouders. Niettemin heeft het college deze aangelegen
heid bekeken. De aard van de bezwaren geldt helemaal niet de bouw (het
feit dat een gedeelte van de fabriek door de voorgevelrooilijn heengaat).
- 168 -