26 juli 1967. lege vraagt alvorens opheffing kan worden verleend. ■1- Is het niet mogelijk dat de heer Keune erop wordt gewezen dat deze soort van industrie niet thuis hoort in een woonwijk? Chemische col- bedrijven vereisen de nodige voorzorgen alvorens een hinderwetvergunning kan worden verleend. Is het niet mogelijk dat de industrie van de heer .n- Keune met diens medewerking, de heer Keune is immers eigenaar van de grond, wordt overgeplaatst naar een industrieterrein? Op het terrein van de heer rrein. Keune zou dan b.v. een bedrijf uit de sector klein metaal of een lood- lat gietersbedrijf kunnen worden gevestigd. Maar een chemische industrie in slet- een woonwijk is ongewenst. Men kan pas na gereedkoming van de fabriek constateren of deze stank veroorzaakt. Dan is het zeer moeilijk om maat regelen te treffen ter voorkoming van de stank. In Hilversum heeft men ook oe- een hoop ellende gehad met de essencefabriek van Polak 8c Schwarz. Het dat college zal moeten bezien of een mogelijkheid aanwezig is om te voorkomen dat het bedrijf van de heer Keune op de aangegeven plaats wordt gevestigd, nu De VOORZITTER zegt dat het bedrijf van de heer Keune heel bewust aan- het onderhavige terrein heeft gekozen en gekocht. heden Volgens bepalingen van het uitbreidingsplan is het bedrijf gerech- rom tigd om zich aldaar te vestigen. Wanneer het gemeentebestuur op het desbe treffende terrein geen chemische industrie wil hebben had men dit in het Lg uitbreidingsplan moeten vastleggen. ;en In het uitbreidingsplan had dienen te staan, dat de bedrijfsbe- j stemming uitsluitend voor bepaalde bedrijven zal gelden. Het bedrijf is len derhalve helemaal gerechtigd zich ter plaatse te vestigen, alleen zal de ;er- bebouwing een stukje door de voorgevelrooilijn gaan. >une Het is heel goed mogelijk dat het bedrijf helemaal geen hinder rUn- veroorzaakt. De raadsleden kennen het bedrijf niet en de leden van het college kennen het bedrijf niet voldoende. Of het bedrijf al dan niet hin- 3ke- der zal veroorzaken kan niet worden beoordeeld. De directie van het be- zelf drijf zal echter worden gewaarschuwd voor het feit dat een aanvraag om een nting, hinderwetvergunning bijzonder kritisch zal worden bekeken. Wanneer het at bedrijf bang is moeilijkheden te krijgen, dan staat de weg naar het in- aan dustrieterrein open. Maar dat moet een vrijwillige keuze zijn. De brief wordt aangenomen voor kennisgeving. 154(3) Voorstel tot het verstrekken van een renteloze geldlening ad 22.500, aan de "Stichting Jeugdzorg Soestdijk" voor het plaatsen van een jeugd clubgebouw te Soestdijk (zie agendapunt 14 van de raadsvergadering van 21 juni 1967) Met uitzondering van één lid kan de financiële commissie zich met dit voorstel verenigen. De VOORZITTER zegt dat de "Stichting Jeugdzorg Soestdijk" het verzoek om een renteloze geldlening heeft ingetrokken. Men wil zich nader over deze aangelegenheid beraden. Het voorstel kan derhalve van de agenda worden afgevoerd. Mevrouw POLET-Musier zegt dat het nuttig is geweest dat de aan vraag om een renteloze geldlening is binnengekomen, omdat het gemeentebe stuur daardoor, mede omdat enige raadsleden een instructief boekwerkje hebben gekregen, is geconfronteerd met bepaalde problemen. Is het mogelijk dat er van gemeentewege een zeer uitgebreid onderzoek wordt ingesteld naar de problemen van de jeugd? De VOORZITTER acht het juist dat het gemeentebestuur over wat meer concrete gegevens zal beschikken over aard en omvang van de jeugdpro blemen. Het college heeft zich nog niet over deze zaak beraden. Een derge lijk onderzoek zal wel van gemeentewege, maar niet door de gemeente moeten geschieden. De stichting voor maatschappelijk werk van de provincie Utrecht zou zich b.v. met dit onderzoek kunnen belasten. Een dergelijk onderzoek zal natuurlijk wel wat geld kosten. Nu blijkt dat er belangstelling is voor en. ver- 't jnen ;nd dit bedrijf heeft behan- zorgt ehou- en ge en - 171 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 172