26 juli 1967. Het begraven is derhalve ook niet vrijwillig. Alles wat met overlijden te maken heeft is heel strak wettelijk geregeld in verband met de volksge zondheid. De meeste handelingen worden uitgevoerd door particuliere orga nen die een nota indienen. Een heel enkele handeling wordt verricht door de overheid en deze zou dan geen nota mogen indienen. De heer DIJKSTRA vraagt of het college bij benadering kan zeggen wat de financiële consequenties zouden zijn van het schrappen van artikel 21. De wethouder VAN DEN AREND zegt dat het slechts om een klein be drag gaat. Op dit moment wordt er van de crematiemogelijkheid nog niet zo veel gebruik gemaakt. Het voorstel van de financiële commissie om artikel 21 te schrap pen wordt hierna in stemming gebracht en verworpen met tien tegen zeven stemmen Tegen hebben gestemd de leden: van den Arend, de Groot, Korte, Oldenboom, Hom, van Poppelen, mevrouw Walter-van der TogtHilhorst, Veld- huysen en van den Berg. Voor hebben gestemd de leden: de Bruin, Westra, mevrouw Polet- Musler, Dijkstra, Pieren, Ebbers en Stam. Het voorstel van het college wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 171(20) Voorstel tot uitname van grond uit het grondbedrijf. De VOORZITTER doet mededeling van het volgende bericht van de financiële commissie: "De financiële commissie verenigt zich met dit voorstel. In het ontwerp besluit ware het woord stadspark weg te laten." Spreker merkt op dat men het woord stadspark zou kunnen weglaten als men dit prettig vindt. Er zou echter wel wat achter dit voorstel ste ken, want over het algemeen dringen de raadsleden er bij het college altijd op aan niet te beknopt te zijn bij het geven van toelichting.Wanneer het college spreekt over complex XXIdan is er sprake van een soort van ge meentelijke geheimtaal die niet zo erg duidelijk maakt wat wordt bedoeld. Het college meende in de geest van de raad te handelen door tussen aanha lingstekens het woord stadspark toe te voegen, waarmede wordt bedoeld het z.g. stadspark. Spreker ziet dan ook geen bezwaar in de toeyoeging. Hij had eer der verwacht dat het college een compliment zou krijgen voor de uitvoerige toelichting De wethouder HILHORST: Dat komt misschien nog bij nader inzien.' Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 172(21) Voorstel tot vaststelling van de "Verordening rechten ongevallendienst". Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. 173(22) Voorstel tot aankoop van grond met opstallen, gelegen: a. aan de Smitsweg van H.A.H. Roos. De heer WESTRA zegt dat in de financiële commissie is gevraagd of lid I. punt 5 van het te nemen besluit (regeling belastingschade) zou kunnen worden geredigeerd als is gebeurd in lid II punt 3 van agendapunt 22c. De wethouder VAN DEN AREND zegt dat een dergelijke bepaling in het voorlopig koopcontract staat. Er is geen enkel bezwaar tegen om het be sluit onder lid I punt 5 in overeenstemming te brengen met hetgeen is be paald in lid II punt 3 van agendapunt 22c. De wethouder HILHORST: Inderdaad, in het voorlopig koopcontract is een dergelijke bepaling wel opgenomen.' De heer WESTRA merkt op dat reeds eerder in een raadsvergadering is gezegd dat belastingschade dient te worden vastgesteld door de betrokken inspecteur der belastingen. Deze bepaling^dient in het koopcontract te worden - 187 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 188