26 juli 1967.
een flesje limonade nemen.
De VOORZITTER zegt dat er gevaar voor excessen is wanneer het
bestuur van een vereniging geen behoorlijk toezicht uitoefent. Tot nu toe
is er echter nimmer sprake geweest van excessen. Het college meent dat men
alleen maar verboden moet instellen waar^evaar bestaat. Men moet niet meer
verbieden dan strikt noodzakelijk is. Tot nu toe heeft het college helemaal
nog geen slechte ervaringen. Er is geen speciale aanleiding om verandering
in het beleid aan te brengen. Het schijnt dat de heer Westra spoken ziet
waar ze niet zijn. Deze redeneert vanuit het abstracte idee dat bij sport
geen alcohol hoort.
Een cantine op een sportterrein is ook een clubgebouw en dient
mede voor de gezelligheid in de vereniging. De vergaderingen spelen zich
in dit gebouw af, dat veel meer is dan een kleed- en wasruimte. Voor de
verenigingen zou een verbod als de heer Westra voorstelt een slag betekenen.
Het is niet nodig een dergelijke slag aan te brengen, want er wordt immers
geen misbruik gemaakt.
Mochten er wantoestanden komen, dan zou men alsnog tot wijziging
van het betrokken artikel kunnen overgaan.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
178(27) Voorstel tot het verlenen van garantie voor het aangaan van een geldlening
door de Stichting Openbare Leeszaal en Bibliotheek te Soest.
De heer HOM zegt dat de leden van de onderwijscommissie inzage
hebben gekregen van de stukken die bij het onderhavige voorstel behoren.
Omdat de gemeente zich garant stelt voor een groot bedrag hadden voornoemde
stukken zeker ook ter inzage behoren te liggen voor de overige raadsleden.
De meeste raadsleden weten nu niet precies waarom de Stichting Openbare
Leeszaal en Bibliotheek Soest een geldlening van 780.000,-- aangaat.
Het is jammer dat ook de bij de stukken behorende tekening niet ter inzage
is gelegd.
De VOORZITTER betreurt de gang van zaken evenzeer als de heer
Hom. Het college zal de betrokken tekening in ieder geval nog ter inzage
leggen.
De heer WESTRA zegt dat op bladzijde 3 van het besluit onder C
de situatie van de nijverheidsschool is omschreven. Als plaats van vesti
ging wordt de hoek Molenstraat-Engweg aangegeven. De nijverheidsschool staat
echter op de hoek Molenstraat-Albert Cuyplaan.
Bovendien wordt er steeds gesproken over "kadastraal bekend sectie
H, nr. 9167". Uit de stukken blijkt echter dat er een gedeelte van een ter
rein wordt gekocht. Men moet derhalve aan voornoemde aanduiding het woord
"gedeeltelijk" toe.voegen.
De bepalingen onder a en b zijn vrijwel identiek aan alle andere
bepalingen die bij het verlenen van een garantie worden gesteld. Hetgeen
onder C wordt vermeld is eveneens grotendeels identiek aan wat in soort
gelijke gevallen wordt gesteld. Doordat de hypotheek feitelijk wordt ver
hoogd met 195,000,-- boven de lening worden de normale regels overschre
den. Normaal is wanneer er een overschrijding plaatsvindt van 15% en dat
betekent dat de eerste hypotheek 900.000,-- zou moeten bedragen.
Blijkens punt 3 onder C krijgt de gemeente zonder meer het recht
om, zonder omschrijving van enige reden, alle bezittingen van de Stichting
Openbare Leeszaal en Bibliotheek te naasten.
Onder C lid 5 wordt iets geëist wat feitelijk reeds in de statu
ten is omschreven: bouw of verbouw behoeft de toestemming van burgemeester
en wethouders. Bovendien moeten burgemeester en wethouders toestemming
verlenen voor de aanschaf van boeken als er meer dan 1,000,met de
aankoop is gemoeid. Kortom: burgemeester en wethouders fungeren ingevolge
de statuten als een toezichthoudend orgaan.
In het te nemen besluit staat op pagina 3 onder C lid 6:
- 190 -