26 juli 1967.
Was deze vraag soms een valkuil?
Wanneer dit jaar opnieuw blijkt dat er belangstelling is voor
een kunstmarkt, dan zal men volgend jaar voor een strakkere organisatie
moeten zorgen.
Mevrouw POLET-Musier vraagt of het feit dat de gemeente zo laat
met de toezegging voor een subsidie komt geen handicap is voor een min of
meer zakelijke voorbereiding,
De VOORZITTER zegt dat er voldoende tijd is. Vorige week heeft hij
nog met de heer Schouten gesproken. Deze komt morgenochtend naar het gemeente
huis om de uitslag te vernemen. De heer Schouten kan dan direct aan het
werk gaan.
Er zijn reeds kunstmarkten in Hilversum en Amersfoort. Eerst heeft
het plan bestaan om deze kunstmarkt op 1 juli te organiseren, maar dat is
niet doorgegaan.
De heer DE GROOT vraagt op welke manieren de aan de Soester kunst
markt deelnemende kunstenaars worden gesubsidieerd.
De VOORZITTER zegt dat er een rijkssubsidieregeling is. Het rijk
betaalt een bepaald bedrag bij aankoop van een kunstwerk. Maar het is niet
bekend in hoeverre de Soester kunstenaars van deze regeling profiteren.
Er is voor andere kunstmarkten een regeling, die erop neerkomt
dat het rijk twintig procent in de kosten bijdraagt. Een dergelijke regeling
moet echter van tevoren met het rijk worden besproken. Dat kan nu natuurlijk
niet meer. Wanneer het gemeentebestuur van Soest besluit dat de kunstmarkt
wel wat voor de gemeente is, dan zal ook deze aangelegenheid moeten worden
bezien, zodat het wellicht mogelijk zal zijn dat het rijk eeen bepaalde
subsidie geeft bij aankoop van een kunstwerk.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De heren de Groot, Stam en Veldhuysen krijgen op hun verzoek aan
tekening in de notulen, dat zij zich met de genomen beslissing niet hebben
verenigd
189(33) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de bouw van een
noodlokaal ten behoeve van de openbare school voor g.l.o. Soest-centrum.
De VOORZITTER zegt dat de minister voor onderwijs en wetenschappen
heeft toegestaan dat aan deze school een vierde leerkracht mag worden ver
bonden. De school moet derhalve de beschikking krijgen over een nieuw lokaal.
De heer WESTRA vraagt of burgemeester en wethouders beschikken
over een planning ten aanzien van de opbouw van het onderwijs in Soest.
Zijn er gegevens bekend over de verdeling van de soorten van scholen in b.v.
het Soesterveen? Is het mogelijk dat het college dergelijke gegevens aan de
raad voorlegt?
De VOORZITTER: Enis zeker een planning. Maar deze planning staat
uiteraard los van het onderhavige voorstel.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
190(39) Voorstel tot het aangaan van een geldlening ad 45.000,ten behoeve van
de opmaking van het plan voor de uitbreiding van de rioolwaterzuiverings
installatie aan de Maatweg.
De VOORZITTER zegt dat men zich zal herinneren dat de raad in een
der vorige vergaderingen een krediet beschikbaar heeft gesteld voor het
maken van een plan voor een rioolwaterzuiveringsinstallatie voor Baarn en
Soest. Voor het bedrag dat hiermede is gemoeid, zal het college thans een
lening aangaan.
De heer DIJKSTRA vraagt of Baarn meedoet.
De VOORZITTER: Inderdaad.' Verwacht mag worden dat ook Baarn een
lening heeft gekregen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De VOORZITTER sluit hierna, te 22.45 uur, de vergadering!
Vastgesteld in de openbare vergader
van de raad der gemeente Soest op 2<
- 198 - september 1967.
De secretarisDe voorzitter