20 september 1967
moeten aanschaffen.
Daar ligt het punt. Anders komen wij in de rang van commis
voyageur en dat is niet de bedoeling.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
196(5) Voorstel tot voorlopige vaststelling van de uitgaven van het openbaar
lager onderwijs over 1966.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
197(6) Voorstel tot het weigeren van ontheffing als bedoeld in artikel 1 van de
Zoneverordening Hinderwet voor het oprichten van een inrichting tot opslag
van propaan- en butagasflessen aan de Gen. Winkelmanstraat te Soesterberg.
Dit voorstel wordt, overeenkomstig het voorstel van de commissie
grondbedrijven en uitbreidingsplannen, aangehouden.
198(7) Voorstel tot voorlopige vaststelling van de uitgaven van het openbaar
kleuteronderwijs over 1966.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
199(8) Voorstel tot aankoop van grond gelegen:
a. aan het Kerkpad N.Z. van E.C. Higler.
Mevrouw POLET-Musier zegt dat deze grond ligt op een punt ten aan
zien waarvan het college enige jaren geleden een gepaalde persoon de gevraag
de toestemming om te bouwen heeft geweigerd. Spreekster neemt aan dat het
niet in de bedoeling ligt, de toestemming thans aan een ander wel te geven.
De VOORZITTER: Het ligt wel in het voornemen om die toestemming
te geven, maar ik weet niet of het een ander is.
De wethouder DE HAAN: Het is wel een ander.'
Mevrouw POLET-Musler zegt dat indertijd toestemming is geweigerd
op grond van het feit dat eerder door en vanwege de gemeente aan bepaalde
personen toezeggingen zijn gedaan waarop die personen hun aankopen hebben
gebaseerd
De VOORZITTER zegt dat de toestemming indertijd is geweigerd op
grond van het feit, dat het plan in strijd was met het uitbreidingsplan.
Deze grond is. namelijk achtererf van de woningen aan de Steenhoffstraat
De bouwer van de woningen aan de Steenhoffstraat heeft bedoelde grond erbij
gekocht. Wanneer er een bouwvergunning voor deze grond wordt verleend,
moet er een procedure ingevolge artikel 20 van de Wederopbouwwet worden
gevolgd. Bebouwing van deze grond is namelijk in strijd met het uitbrei
dingsplan. De belanghebbenden (o.a. degenen die er/roor wonen) hebben
dan gelegenheid bezwaar te maken. Er is inderdaad bezwaar gemaakt. Het ge
meentebestuur heeft de adspirant-bouwer gelegenheid gegeven tot overeen
stemming te komen met degenen die bezwaar hebben gemaakt. Daaromtrent
heeft dit college niets meer vernomen. De zaak rust dus. Het ligt derhalve
niet in het voornemen van het college de zaak te forceren. Wanneer er wordt
gebouwd, moet dat in behoorlijke overeenstemming geschieden met degenen die
indertijd de huizen aan de Steenhoffstraat hebben gekocht op grond van het
uitbreidingsplan, waarin staat dat op de bedoelde grond niet gebouwd mag
worden.
Mevrouw POLET-Musler: Maar ten opzichte van de vorige adspirant-
bouwer bent u niet bereid geweest een procedure ingevolge artikel 20 van
de Wederopbouwwet te volgen. En dat op grond van het feit dat indertijd de
kopers van de woningen aan de Steenhoffstraat is toegezegd, dat de betrok
ken grond altijd vrij zou blijven.
De VOORZITTER: Ik geloof niet dat er toezeggingen zijn gedaan.
Mevrouw POLET-Musler merkt op dat wethouder van Zadelhoff - zolang
is hèt al geleden.' - altijd heeft gezegd: Laat de mensen voordat ze iets
doen, zich met gemeentewerken in verbinding stellen. Deze mensen hebben dat
gedaan. Daarbij hebben zij gehoord dat er op grond van het uitbreidingsplan
niet gebouwd zou worden. En op grond daarvan hebben zij de woningen gekocht.
- 229 -