27 september 1967.
scheef zijn komen te liggen. En de watertarieven konden niet worden ver
hoogd, omdat men daarvoor de medewerking van de raad nodig had, terwijl
men waarschijnlijk reeds lange tijd in het hoofd had de zaak toch over te
doen. Wanneer de concentratie er niet was gekomen, dan had men de waterle
vering kunnen opzeggen per 1 januari 1968 en daarbij kunnen zeggen: Wij wil
len wel doorgaan met het leveren van water, maar dan tegen andere tarieven.
De tarieven zouden dus toch naar boven zijn gegaan. Dat er beneden kostprij
werd geleverd, heeft spreker dus slechts aangehoord. Wanneer men hem dat
zegt, dan gelooft hij het ook.
Hoeveel duurder het water zal worden, weet spreker niet. Medege
deeld is dat de verhoging in etappes zal worden doorgevoerd.
De wethouder DE HAAN merkt op dat de heer Pieren heeft gevraagd
om behandeling van deze zaak in de commissie sociale zaken. In dit verband
zij in de eerste plaats opgemerkt, dat deze zaak niet door spreker is be
handeld. Stelt men prijs op behandeling van deze aangelegenheid in de com-
missie.jsociale zaken, dan is hij daartoe wel bereid, maar dan zal hij zich
eerst wat verder in de finesses moeten verdiepen. De hoofdzaak van de onder
handelingen is namelijk op de burgemeester neergekomen. Er bestaat echter
geen bezwaar tegen deze zaak als punt op de agenda van de commissie
sociale zaken op te nemen.
De heer OLDENBOOM heeft toch wel bezwaar tegen de opmerking van
de voorzitter, dat ten gevolge van het feit dat sommige mensen onvoordelig
water krijgen, overal de watertarieven moeten worden genivelleerd.
De VOORZITTER: Dé.t zeg ik niet. Ik heb gezegd: Ik kan me voor
stellen dat de provincie zegt: Wij moeten veel grotere gebieden maken;
er zijn plaatsen die toevalligerwijze het water goedkoop krijgen, terwijl
de levering in andere gebieden veel duurder is. Wij moeten de zaak veel
groter zien. Ik kan mij voorstellen dat het provinciale beleid dan is, dat
men grotere distributie-eenheden maakt en de prijzen nivelleert. De provin
cie ziet de zaak ruimer. Zij ziet het provinciaal. Wij zien het alleen maar
vanuit het belang van onze eigen bevolking.
De heer OLDENBOOM vindt het toch wel een kwalijke zaak dat men
op deze wijze de typische vestigingsvoordelen van een plaats om zeep
brengt. Men gaat toch ook niet hetzelfde treintarief berekenen voor iemand
die van Groningen naar Amsterdam gaat en voor iemand die vanuit Diemen naar
Amsterdam gaat?
De VOORZITTER: Nu zegt u precies wat ik tijdens de onderhandelin
gen heb gezegd.' Maar dat is nu afgelopen.' Aan het einde van de rit moet je
het ook kunnen opbrengen de zaak van de andere kant te bekijken.
De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL gelooft dat een woord van
waardering op zijn plaats is voor het feit dat het college überhaupt nog
iets uit de onderhandelingen heeft weten te slepen. Het college zat natuur
lijk in een onmogelijke positie.
Is het de bedoeling in de toekomst te komen tot een soort van
provinciaal net van waterleidingen, zodat het Soester water ook aan andere
gemeenten kan worden geleverd, terwijl Soest onder bepaalde omstandigheden
water van elderë kan krijgen? Met andere woorden: Krijgt men net als bij
de electriciteit ook bij de waterlevering een soort van koppelnet?
De VOORZITTER zegt dat dit voor een gedeelte reeds het geval is.
Het Soester water gaat o.a. naar de stad Utrecht. Soest is verder gekoppeld
met Baarn, Amersfoort en Hilversum. Wanneer ergens een station uitvalt,
kan dus een doorkoppeling plaatsvinden. Dat geldt weliswaar niet voor de
gehele provincie, maar het betreft hier dus wel een heel groot regionaal
net. Spreker meent dat dit net ook weer gekoppeld is aan andere regionale
netten.
De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL vraagt of er ergens reeds
fluoride wordt toegevoegd. Soest behoeft zich daaromtrent niet druk te
maken, want hier is enkele jaren geleden tot waterfluoridering besloten.
- 255 -