15 november 1967. De heer WESTRADat vraag ik niet.' Ik vraag een afdoende voort gangscontrole op de afdoening van de controlerapporten. De VOORZITTER zegt dat de controlerapporten dateren van 21 juli, dat is nog geen vier maanden geleden. Deze rapporten zijn eerst naar de dienst gegaan en zijn daar als gevolg van dezelfde moeilijkheden ook weer blijven liggen. Terecht heeft de heer Westra gesteld dat er een controle moet worden gehouden op de controle. De heer ELBERTSE dringt er op aan dat de rapporten ook ter ken nis worden gebracht van de besturen van de betrokken instellingen. Hij meent dat dit nog wel eensowordt verzuimd. Deze stukken worden aangenomen voor kennisgeving. d. Mededeling van burgemeester en wethouders inzake het aanbrengen van een trale verwarming in vier woningwetwoningen bij de brandweerkazerne. Mevrouw POLET-Musler vraagt of de huur van deze woningen reeds is vastgesteld. De VOORZITTER zegt dat de huur altijd pas door de minister wordt vastgesteld als alle gegevens bekend zijn. Dikwijls vindt er eerst nog een voorlopige huurvaststelling plaats. Een definitieve vaststelling volgt dan als de huizen reeds zijn bewoond. Mevrouw POLET-MuslerDenkt u dat er geen tijd meer zou zijn om te vragen of het mogelijk is centrale verwarming aan te laten leggen en de kosten door te berekenen in de huur? De VOORZITTER zegt dat centrale verwarming alleen maar haalbaar is in heel grote complexen. Mevrouw POLET-Musler: Kunt u dan toezeggen dat in ieder geval tijdens de bouw gasaansluitingen op de bovenverdiepingen worden gemaakt, zodat - wanneer de mensen hun slaapkamers door middel van een gashaard willen verwarmen - er niet direct behoeft te worden gebroken in deze gloednieuwe huizen? De woningen zijn thans nog niet voltooid. Wanneer men zou zeggen dat de toekomstige bewoners te zijner tijd zelf maar voor aan sluitingen moeten zorgen, dan wordt de aanleg van dergelijke aansluitingen veel duurder. Wanneer deze voorzieningen tegelijk met de bouw worden ge troffen, kan dat iets voordeliger gebeuren. De VOORZITTER heeft er geen bezwaar tegen om het aanbrengen van deze voorzieningen toe te zeggen. Hij zal de kwestie met gemeentewerken en het gasbedrijf opnemen. De door mevrouw Polet bepleite voorzieningen zullen echter tot een wat hogere prijs leiden. Mevrouw POLET-Musler: Er komt natuurlijk een buis bij. Er moet weer worden gerekend en er:: moet weer toezicht worden uitgeoefend. De VOORZITTER zegt dat de gasbuis door het gasbedrijf wordt aan gelegd. Mevrouw POLET-Musler: Als u maar zo alles coördineert dat een en ander gebeurt.' De heer ELBERTSE zegt dat centrale verwarming in de vier betrok ken woningen niet mogelijk blijkt op grond van de door de voorzitter aan gevoerde argumenten. Deze argumenten lijken spreker niet zo zwaarwegend, maar gelet op de huidige stand van het werk aan de woningen is het niet meer mogelijk deze van centrale verwarming te voorzien. Daarom ondersteunt hij het verzoek van mevrouw Polet, Als het enigszins kan zal er een gas leiding naar de bovenverdiepingen moeten worden aangelegd, zodat het de mensen in ieder geval mogelijk is desnoods een gedecentraliseerde verwar ming aan te leggen. Indien mogelijk verdient het aanbeveling de kosten van deze aanleg te dekken door de post "meer werk", zodat de met het rijk over eengekomen prijs voor de woningen niet wordt overschreden. De VOORZITTER zegt dat het college rekening zal houden met de door de heer Elbertse gemaakte opmerkingen. Deze mededeling wordt aangenomen voor kennisgeving. e. Koninklijk Besluit van 13 oktober 1967, nr. 52, inhoudende goedkeuring - 274 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 275