15 november 1967. van de verordening op de heffing en invordering van rechten voor het verlenen van eerste hulp bij ongelukken. Dit besluit wordt aangenomen voor kennisgeving. f. Brieven van de raad van bouwondernemers aan de N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten inzake de activiteiten van het bouwfonds. Van de commissie openbare werken is het volgende advies ingekomen: "De commissie openbare werken kan zich verenigen met het voorstel van burge meester en wethouders om deze brieven voor kennisgeving aan te nemen; één lid verklaarde zich tegen dit voorstel". Deze brieven worden aangenomen voor kennisgeving. g. Schrijven d.d. 1 september 1967 van B.W. Noordam inzake enige situaties op het Industrieterrein met voorstel te berichten conform brief van burgemeester en wethouders d.d. 2 november 1967. Mevrouw POLET-Musler zegt dat de heer Noordam de gemeente een aan bod doet. Zij zou het zeer op prijs stellen wanneer dit aanbod wordt aan vaard De VOORZITTER antwoordt dat burgemeester en wethouders blijkens hun aan de heer Noordam gezonden brief positief hebben gereageerd. Nu deze actie van burgemeester en wethouders bij de raad kennelijk wel enige respon sie vindt, zal het college het aanbod accepteren. Met betrekking tot dit stuk wordt besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. h. Schrijven d.d. 21 oktober 1967 van J.J. Ebbers en P.C. Pieren waarin vra gen worden gesteld met betrekking tot de storting van menselijke ge raamten in de zandgraverij aan de Kampweg in de gemeente Zeist en een brief van burgemeester en wethouders. De VOORZITTER zegt dat in de brief van burgemeester en wethouders de vragen van de heren Ebbers en Pieren zijn herhaald, Helemaal onderaan de brief staat "Naar aanleiding van deze vragen hebben wij ons gewend tot het college van burgemeester en wethouders te Zeist met het verzoek ons omtrent deze zaak uitvoerig in te lichten. Eerst na ontvangst van deze inlichtingen zullen wij tot beantwoording van de gestelde vragen kunnen overgaan." Dit is eigenlijk helemaal geen antwoord, maar burgemeester en wethouders hebben gemeend, dat het geen zin heeft een gedeeltelijk antwoord te geven. Het is beter de vragen van de heren Ebbers en Pieren te beant woorden, nadat het antwoord van burgemeester en wethouders van Zeist is binnengekomen. Mevrouw POLET-Musler spreekt er haar verwondering over uit dat zij twee zeer tegenstrijdigè-krantenberichten heeft gelezen over deze affaire Bovendien is het verwonderlijk dat het college van Zeist nog niet heeft ge antwoord De VOORZITTER verwondert zich nooit over tegenstrijdige kranten berichten. Met betrekking tot deze stukken wordt besloten overeenkomstig het geen daaromtrent door burgemeester en wethouders in de laatste alinea van hun brief aan de leden der gemeenteraad is voorgesteld. i. Schrijven d.d. 26 oktober 1967 van burgemeester en wethouders van Finster- wolde met het verzoek adhesie te willen betuigen aan de motie van de raad van die gemeente inzake de bestrijding van de werkloosheid. Dit stuk wordt aangenomen voor kennisgeving. De VOORZITTER deelt mede dat voorts is ingekomen een schrijven van gedeputeerde staten van Utrecht aan burgemeester en wethouders van Soest. Gedeputeerde staten hebben het college een herziene lijst van de natuurge bieden in de provincie Utrecht gezonden. Deze lijst ligt thans ter visie. Voor een bepaalde datum, naar spreker meent vóór 19 december a.s., kunnen met betrekking tot deze lijst op- of aanmerkingen worden gemaakt. Het college heeft deze zaak nog niet bestudeerd. Spreker gelooft - 275 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 276