17 februari 1967.
schrijven behandeld.
De heer DE BRUIN: Dat weet ik wel en daarom stel ik het ook for
meel
De VOORZITTER: Het is niet de gewoonte, ingekomen stukken op één
agenda dubbel te vermelden. Het had natuurlijk wel - maar dat is een vrij
overbodige zaak - op de lijst van ingekomen stukken kunnen worden vermeld
met de mededeling: Wordt behandeld bij punt 24.
De heer DE BRUIN: Ja, zo had het moeten zijn.
De VOORZITTER: Zo doen wij het nooit.
De heer DE BRUIN: Dat kan wel zijn.
De VOORZITTER: ...en wij zijn ook niet van plan om het zo te doen.
De heer DE BRUIN: Dat is een andere kwestie.
21(2) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het aanleggen
van bouwwegen en rioleringen in het Soesterveen (Smitsweg).
De VOORZITTER deelt mede dat van de financiële commissie het vol
gende bericht is ingekomen:
"De financiële commissie verenigt zich met dit voorstel. Zij verzoekt ech
ter aan de raad het gehele stratenplan voor het Soesterveen (Smitsweg)
over te leggen wat bij een vorige kredietaanvrage reeds werd toegezegd".
Het lijkt spreker het beste, dat dit gehele stratenplan wordt
gevoegd bij de ter inzage liggende stukken, zodat de raad daarvan rustig
kennis kan nemen.
De heer DE BRUIN vraagt of dit stratenplan niet moest worden vast
gesteld door de raad.
De wethouder HILHORST beantwoordt deze vraag bevestigend, waar
bij hij opmerkt, dat het een onderdeel is van het uitbreidingsplan dat is
behandeld en aanvaard door de raad. Hij is het met de heer de Bruin eens
dat het stratenplan nog eens moet worden besproken, want er zijn enkele
kleine wijzigingen aangebracht in verband met bepaalde opschuivingen, die
een gevolg zijn van nieuwe bebouwing. Maar het stratenplan is met alle daar
bij behorende tekeningen in de commissie openbare werken aan de orde geweest.
De heer DE BRUIN: Ik heb het niet over de commissie openbare wer-
1 ken, maar over de raad.' 1
De wethouder HILHORST: Het hele stratenplan is ook in de raad
behandeld.'
De heer OLDENBOOM merkt op dat hij met de heer de Bruin kan mee
voelen. De raad krijgt in de meeste gevallen een bepaald plan onder ogen,
waarin straten zijn geprojecteerd. Wanneer men vraagt hoe een en ander
zal worden gerealiseerd, krijgt men ten antwoord, dat dat niet interessant
is, omdat het plan nog niet definitief is. Op de vraag wanneer het plan
dan wel definitief wordt, wordt een of ander moment genoemd. Maar op een
gegeven ogenblik zijn de huizen gebouwd en dan blijkt de raad op de een
of andere manier het plan toch te hebben goedgekeurd. Dat is een ietwat
zonderlinge situatie. Een plan komt in de vorm van een maquette of een plat
tegrond op tafel, waarop veranderingen nog mogelijk zouden moeten zijn,
omdat het plan nog niet definitief is. Spreker heeft het gevoel dat de 22(
J - raad het definitieve plan nooit ziet.
De wethouder HILHORST zegt toe dat hij de gehele materie nog
'lU!ëens in de commissie openbare werken wil behandelen.
"''";',vDe heer DE BRUIN: Neen, daar gaat het niet om.' U zegt dat het
stratenplan in de raad is behandeld en aangenomen.
De wethouder HILHORST: Ja.'
De heer* DE BRUIN: Vertelt u mij dan eens wanneer dat is gebeurd.'
Dat hoeft u nu niet meteen te doen.
De wethouder HILHORST: Dat kén 'ik ojd dit moment ook niet zeggen.
Maar het stratenplan is volledig in'de 'raad behahdéld.
De heer DE BRUIN: Vertelt u mij dan mdar bij gelegenheid wanneer
- 26 -