1 12 december 1967.
De heer de Groot heeft terecht gesteld dat er sprake is van een
stroomversnelling. De maatschappelijke omstandigheden ontwikkelen zich heel
snel (in de gemeente Soest wel bijzonder snel), terwijl tal van inzichten
omtrent de wijze waarop men de maatschappelijke problemen tegemoet moet
treden en moet oplossen eveneens heel snel veranderen. Op vele gebieden
worden allerlei studies verricht. Geprobeerd moet worden zoveel mogelijk
op de hoogte te blijven van de laatste uitkomsten van deze studies. Deze
studies zullen zelfstandig moeten worden verwerkt, men zal niet achter een
zienswijze van een bepaald persoon alleen moeten aanlopen. Men zal een
eigen visie moeten hebben.
Er wordt van het college veel vaart en visie verwacht. Het is
het college gebleken dat de raad bereid is om stimulerend te werken en mee
te helpen denken. Dit komt o.a. tot uiting in de vraag om in een vroeger
stadium te worden betrokken bij de totstandkoming van uitbreidingsplannen.
De raad heeft de behoefte om in een vroeger stadium dan tot nu toe mee te
denken en de gehele problematiek te verwerken. Dit is op zichzelf een ver
heugende houding van de raad. Getracht moet worden deze materie (de raad
is reeds toegezegd dat deze kwestie in een nota de aandacht zal krijgen) in
een behoorlijk werkbare vorm te gieten, waardoor aan de ene kant de voort
varendheid tot haar recht komt en aan de andere kant de studie en de bezin
ning van alle betrokkenen ook aan hun trekken komen.
Er is aangedrongen op het betrachten van spoed bij het uitbrengen
van nota's. Natuurlijk zal spoed worden betracht, maar aan de andere kant
zal een nota, die inzicht moet verschaffen in het belangrijke werk (ook op
lange termijn) van een bepaalde organisatie, goed moeten zijn voorbereid.
Men heeft meer aan een goed uitgeba-lanceerde nota die misschien iets lan
ger op zich laat wachten, dan aan een snel Klaargemaakte nota die onvoldoen
de is doordacht.
Ook het college is dankbaar voor het feit dat het mogelijk was
de begroting sluitend te maken. In het verleden is reeds gebleken dat burge
meester en wethouders een sluitende begroting niet als de hoogste wijsheid
beschouwen. Maar wanneer een begroting sluitend kan worden gemaakt, dient
men daar alleen al in het belang van de gemeente naar te streven. Want een
niet sluitende begroting levert enorm veel moeilijkheden op. Men krijgt te
maken met een veel groter toezicht van hoger hand en allerlei vertragingen.
Wanneer de begroting sluit kan :et veel vlotter worden gewerkt. De gemeente
is veel meer meester in eigen huis. De autonomie van de gemeente, waarnaar
allen toch streven, komt daardoor veel meer tot haar recht. Vooral uit dian
hoofde is het college blij dat het is gelukt de begroting sluitend te krij
gen.
Als antwoord aan de heer van Poppelen zegt spreker dat de onder
scheidende leden van het college regelmatig besprekingen voeren met de
hoofden van die diensten, die onder hun portefeuille ressorteren. Er is
derhalve een zeer behoorlijk contact met alle hoofden van dienst. Maar er
is geen bijeenkomst van het college met de gezamenlijke hoofden van dienst.
Een dergelijke bijeenkomst zou ook niet veel zin hebben, omdat tijdens zo'n
bijeenkomst iets aan de orde kan komen, dat de een wel aangaat en de ander
niet. Het is natuurlijk wel nodig dat een hoofd van dienst op de hoogte
wordt gesteld van een bepaalde aangelegenheid, ook al is deze slechts zij
delings bij deze aangelegenheid betrokken en een ander hoofd van dierö;
rechtstreeks. Dit is een kwestie van interne communicatie. De interne com
municatie is een heel belangrijke zaak. die wel eens kan mislopen. Dat ge
beurt niet vaak en er kan dan ookniet. worden gesproken van een mis
Niettemin kan er wel eens iets mis gaan, mevrouw Polet heeft daarop reeds
gewezen. Wel komen de hoofden van dienst op bepaalde ogenblikken bijeen
om zaken te bespreken die voor elkaar van belang zijn. In dezen is er ech
ter sprake van een initiatief van de hoofden van dienst zelf, dat door het
college bijzonder wordt toegejuicht. Op deze zuiver informele bijeenkomst
bestaat er - 312 -