12 december 1967.
De VOORZITTER handhaaft namens het college het standpunt datöe wo-
ningbouwsituatie in de laatste jaren niet zodanig ten gunste is veranderd,
dat hetgeen een paar jaar geleden niet wenselijk was (de verkoop van woning
wetwoningen) nu wel wenselijk zou zijn. Soest heeft nog met geweldige moei
lijkheden te kampen. Deze moeilijkheden zijn bepaald niet kleiner dan toen
de woningwetwoningen werden gebouwd. Daarom zal de gemeente zeggenschap
moeten hebben over ieder huis, waarover op de een of andere manier kan wor
den beschikt. Verkoop van woningen betekent toch een zekere liberalisatie,
want over een huis dat de gemeente heeft verkocht, heeft de gemeente niet meer
zoveel zeggenschap als over een huis dat gemeentelijk eigendom is. Na ver
koop zal men ook rekening dienen te houden met de wensen van de eigenaar.
V .rkoop van woningwetwoningen zal op het ogenblik alleen maar op een niet
te verdragen wijze het woningbeleid van de gemeente doorkruisen. Een derge
lijk beleid zou ten koste gaan van mensen in nood.
In de bossen zijn fietspaden en wandelpaden. De wandelaars moeten
natuurlijk op de wandelpaden blijven en de fietsers op de fietspaden. Het
geen de heer van Poppelen heeft gezegd zou opgaan, indien via de fietspaden
een wandelroute is uitgezet. Als dat zo is, dan worden de wandelaars verleid
om over de fietspaden te gaan lopen. Maar spreker meent dat dat niet het
geval is.
De heer DE BRUIN: Dat is wel het geval.'
De VOORZITTER: Als dat wel het geval is, dan is er dus een fout
gemaakt. Dan moet dat worden herzien. Het is dus niet fout dat er fietsers
zijn, de fout is dat er wandelaars zijn.
De heer VAN POPPELEN: Er is eenrichtingverkeer. De fietsers en de
wandelaars maken van hetzelfde pad gebruik.
De VOORZITTER: Het is verkeerd dat men wandelaars laat lopen op
een fietspad. De fietsers maken in tegenstelling tot de wandelaars van het
goede pad gebruik. Hierin moet dus verandering komen. Ik wist dit niet.
Voortgaande zegt spreker dat men zich inderdaad zal moeten bezig
houden met het probleem van het vergaderen in de raadszaal. Voordat er een
nieuw gemeentehuis is, zal er misschien toch al eens elders een voorziening
moeten worden getroffen voor de vergaderingen van de raad.
De opmerking van een lid van gedeputeerde staten dat de woning
bouw in Soest mede zou strekken tot het huisvesten van de overloop in het
Gooi is volledig voor rekening van dit lid van gedeputeerde staten. Zoals
reeds gezegd, denkt het college bij een gerichte hulp veeleer aan de buurge
meente Baarn. Wanneer er geen sprake is van gerichte hulp zal men maar moeten
afwachten waar de toekomstige bewoners vandaan komen (zij kunnen dan b.v.
zowel uit Hilversum als uit Rotterdam komen). Voor de opmerking van de betrok
ken gedeputeerde is het college niet verantwoordelijk.
De kwestie van de schoolmelkverstrekking kan men van twee kanten
benaderen. De schoolartsendienst heeft contact met de hoofden van de scholen
en zou derhalve de schoolmelkverstrekking iets kunnen stimuleren. Daarnaast
bestaat de mogelijkheid dat een schoolbestuur zich bezwaard voelt ten op
zichte van de ouders, omdat er een ingreep in de verantwoordelijkheid van
de ouders zou plaatsvinden. Een school die deelneemt aan de schoolmelkver
strekking stelt de kinderen alleen maar in staat melk te drinken op een uur
dat zij niet thuis zijn. Wanneer bepaalde ouders om de een of andere reden
willen dat hun kind geen melk op school krijgt, dan gebeurt het ook niet.
Van de zijde van het onderwijzend personeel wordt soms ook de klacht gehoord,
dat het verstrekken van melk tijdens de schooluren lastig is. Overmorgen
heeft spreker een vergadering met de schoolartsendienst. Hij zal deze kwes
tie dan nog eens ter sprake brengen.
Het in juni verstrekken van een overzicht van goedgekeurde en niet
goedgekeurde kredieten bergt heel grote gevaren in zich. Wethouder van den
Arend heeft reeds medegedeeld dat de raad kredieten heeft verleend tot een