12 december 1967.
Mevrouw ORANJE-Entink pleit voor het strooien op de fietspaden.
Vele scholieren moeten 's morgens al erg vroeg naar Amersfoort en Baarn.
Scholieren hebben haar verteld dat zij heel duidelijk kunnen zien waar
het fietspad op Amersfoorts gebied begon. Want daar was het fietspad veel
vroeger schoon dan op Soester gebied.
De wethouder mevrouw WALTER-van der Togt meent dat in andere jaren
het omgekeerde het geval is geweest. Zij zal doorgeven dat er ook op de fiet;
paden vroeg moet worden gestrooid.
De heer ELBERTSE heeft met genoegen geconstateerd dat er in
Soesterberg een particulier is betrokken bij de pogingen om sneeuw te rui
men. Het is een helse opgave met de steeds terugkerende sneeuwbuien de zaak
te blijven bijhouden. Dit jaar is werkelijkheid geworden waarvoor reeds
enige jaren is gepleit. Verwacht mag worden dat de kosten niet zo gek hoog
zullen zijn, want er zijn gewoon tractoren met sneeuwploegen gebruikt,
waarmede afdoende kon worden gewerkt.
De heer WESTRA merkt op dat vraag 33 in het gecombineerd verslag
betrekking heeft op de vuilstortplaats bij Soesterberg. Blijkens het Ant
woord is door burgemeester en wethouders van Zeist een hinderwetvergunning
voor deze stortplaats verleend. Wanneer hij zich goed herinnert, heeft de
raad het college destijds gemachtigd tot het indienen van bezwaren en, wan
neer de vergunning toch mocht worden verleend, het in beroep gaan bij de
Kroon. Kan het college iets naders over deze kwestie mededelen?
De VOORZITTER zegt dat de vraag betrekking heeft op het zandgat
van Cirkel vlak achter Soesterberg.
De heer EBBERS meent dat het gaat om het zandgat dat wordt genoemd
in de brief van Schoute.
De VOORZITTER: Dat is de afgraving van Van der Krol. Deze afgra
ving is praktisch afgelopen. Voor dit gat is ook geen vergunning gegeven
voor vui1 stortingEr was dus ook geen hinderwetvergunning nodig. Dat is
een aflopende zaak. Voor het gat van Cirkel is door het gemeentebestuur van
Zeist een hinderwetvergunning gegeven. Voorwaarde was o.a. dat hinder voor
Soesterberg zou worden voorkomen. Nu gaat het er maar om dat, dit hebben
wij burgemeester en wethouders van Zeist ook geschreven, men de voorwaarden
handhaaft. De hinderwetvergunning gaf echter geen aanleiding om in beroep
te gaan bij de Kroon.
De heer WESTRA: U hebt dus geen gebruik gemaakt van de mogelijk
heid tot beroep?
De VOORZITTER: Inderdaad. De hinderwetvergunning voorzag in al
hetgeen er aan narigheid zou kunnen gebeuren. Het gaat er alleen maar om
dat de voorwaarden worden gehandhaafd. Daarop zullen wij wel toezien.
De heer OLDENBOOM vraagt of hij naar aanleiding van de staat van
uitgaven (bladzijde 70) iets mag zeggen over een nieuw gemeentehuis.
De VOORZITTER: Dat mag u doen naar aanleiding van hetgeen wordt
vermeld onder gemeentehuis c.a.
De heer OLDENBOOM wijst er op dat men, wanneer men plannen maakt
voor een nieuw gemeentehuis, tien jaar nodig heeft voor de verwezenlijking.
De VOORZITTER zegt dat men eerst zal moeten weten waar een nieuw
gemeentehuis moet komen, voordat men met plannen begint. De plaats hangt
samen met het toekomstige stadscentrum, terwijl het toekomstige stadscentrum
samenhangt met Eng II. Van Eng II hangt eigenlijk alles af.
De heer VERHEUS heeft in de afdelingsyergadering een vraag gesteld
over beschadiging aan trottoirs wanneer er ter plaatse wordt gebouwd. Het
antwoord was wel bevredigend. De straat wordt hersteld voor rekening van
degene die ter plaatse heeft gebouwd.
De volgende kwestie houdt verband met verkeersvraagstukken. Er
zijn betrekkelijk smalle straten, waarin eenrichtingverkeer is. De Chr. Huy-
genslaan is daar een voorbeeld van. De melkboer en anderen die artikelen
bezorgen, maken voor hun wagen (uiteraard een gemotoriseerd voertuig)
- 352 -