12 december 1967.
de frequentie wat op te voeren en toch eenzelfde periode aan te houden.
In de praktijk is het vaak zo, dat de raadsstukken worden thuisgezonden.
Voor het begin van de commissievergadering op vrijdagmiddag is meestal
juist een aantal voorstellen ontvangen. De commissieleden zijn niet in staat
deze juist ontvangen voorstellen nog door te nemen. Tijdens de vergadering
worden vaak ook nog een paar stukken ter tafel gebracht, terwijl het ook
wel is voorgekomen dat er tijdens de raadsvergadering een stuk ter tafel
komt, dat niet op de agenda stond vermeld. Daarom heeft spreker voorgesteld
de frequentie van de te houden vergaderingen wat op te voeren. Er is echter
zeer zeker niet voorgesteld om de raadsvergaderingen op een willekeurige
datum te houden. Dat is naar sprekers wijze van zien helemaal niet gesteld.
Niemand was er namelijk tegen om de raadsvergaderingen 's avonds te houden.
Er is zelfs voorgesteld - en dat staat ook weer niet in het gecombineerd
verslag - de middagvergaderingen van de commissie over te hevelen naar de
avond
De VOORZITTER zegt dat uit Antwoord nummer 75 blijkt dat burge-
meester en wethouders menen dat het praktisch de derde woensdag van iedere
maand te reserveren voor de raadsvergaderingen. Over het algemeen komt
het niet voor dat men met de behandeling van de agenda niet op één avond
klaarkomt. Dat is in het afgelopen jaar één keer gebeurd. Dat is dus een
uitzondering. Het jaar daarvoor is het geen enkele keer gebeurd. Het is
niet juist om de situatie nu in-eens te gaan veranderen, omdat men een keer
niet is klaargekomen met de behandeling van de gehele raadsagenda. In de
praktijk heeft de huidige gang van zaken toch wel voldaan. Het is immers
heel erg gemakkelijk om te weten dat er iedere derde woensdag van de maand
een raadsvergadering is. Maar zo gauw men overgaat tot een andere regeling
bestaat er veel meer kans op vergissingen omdat er dan sprake is van een
voortdurend, wisselende week. Het zou zin hebben om dit ongemak op de koop
toe te nemen, wanneer zou blijken dat er behoefte is aan een andere rege
ling. Maar van een dergelijke behoefte is niets gebleken.
De heer WESTRA zegt dat vraag 72 in het gecombineerd verslag
als volgt luidt:
"Eén lid van de tweede afdeling vraagt of het niet gewenst is
bij de gemeente een doelmatigheidsonderzoek in te stellen in verband met
de te verwachten automatisering van administratie etc. Het resultaat van
dit onderzoek ware de raad te zijner tijd mede te delen."
Hij heeft echter gevraagd een bedrijfseconomisch onderzoek in
te stellen omtrent de organisatie en de doelmatigheid van het totale
gemeenteapparaat. Hij heeft daarbij opgemerkt dat in het licht van de
automatisering een beperking van de uitgaven zal mogen worden verwacht.
Vandaag is bekend geworden dat 60 gemeenten hebben besloten tot
een automatisering van de administratie. Maar dit staat naast sprekers
vraag naar een bedrijfseconomisch onderzoek dat is gericht op de doelmatig
heid van het totale gemeenteapparaat. Hij heeft wel eens het gevoel dat
er verschillende dingen op verschillende plaatsen gebeuren, terwijl dit
efficiënter op één plaats zou kunnen gebeuren.
De heer HOM merkt op dat de radionieuwsdienst vanavond mededeel
de dat 60 gemeenten in de omgeving van Utrecht, Amersfoort en Hilversum
tot automatisering van hun administratie hadden besloten. Behoort Soest
ook tot deze gemeenten?
De VOORZITTER: Ik weet niet precies wat de radionieuwsdienst heeft
medegedeeld, maar Soest behoort wel tot de gemeenten die besprekingen voe
ren met de gemeenten in de omgeving.
De heer HOM: Er is gisteren een vergadering geweest, dus dan zou
er wel iemand van de gemeente zijn geweest.'
De VOORZITTER antwoordt dat de heer Weeda van de afdeling finan
ciën door het college is aangewezen om de zaken met betrekking tot de
- 375 -
1 s