12 december 1967.
om gebeurd. Noch het college, noch spreker heeft een enquêteur gezien. Er
is sprake geweest van een technische proefenquêtedie ten doel heeft de
procedure van enquêteren te beproeven. Het ging niet zozeer om het verkrij
gen van de resultaten dan wel om er achter te komen welke maatregelen men
moet nemen voor het houden van een landelijke enquête.
Hoofdstuk III wordt, wat de uitgaven betreft, zonder hoofdelijke
stemming voorlopig vastgesteld.
Hoofdstuk IV. Volksgezondheid.
De heer WESTRA zegt dat bij de stukken is overgelegd de begroting
voor de schooltandverzorgingDe ouders van een bepaalde groep kinderen
behoeven niets te betalen, terwijl de ouders van een andere groep kinderen
20,per kind betalen. Is het nu wel strikt noodzakelijk dat de ouders
die zelf ook al voor een bezoek aan de tandarts moeten betalen, ook nog
20,per kind moeten betalen voor de schooltandverzorging?
De heer 0LDENB00MMen behoeft geen gebruik te maken van de
school tand verzorging
De wethouder DE HAAN merkt op dat het in het onderhavige geval
om twee categorieën gaat. De ziekenfondsen hebben een overeenkomst met de
schooltandverzorging en particulieren krijgen, voor zover zij deelnemen,
een rekening.
De heer WESTRA: De groep die dus niet verplicht verzekerd is, moet
zelf betalen?
De wethouder DE HAAN: Inderdaad.'
Mevrouw POLET-MusierMaar men is niet verplicht van de schooltand
verzorging gebruik te maken.'
De heer WESTRA: Maar er wordt wel een morele dwang uitgeoefend.'
De wethouder DE HAAN: Dat valt nogal mee.'
Hoofdstuk IV wordt, wat de uitgaven betreft, zonder hoofdelijke
stemming voorlopig vastgesteld.
Hoofdstuk V. Volkshuisvesting.
De heer WESTRA merkt op dat het pand Steenhoffstraat 5 in gebruik
is als huisvestingsbureau. In de commissie openbare werken is de vraag ge
rezen of het niet mogelijk was het huisvestingsbureau in een ander pand te
huisvesten. In de raadsvergadering van 19 april j.1. heeft de voorzitter
medegedeeld, dat het huisvestingsbureau zou worden verplaatst. Dat zou
bijzonder prettig zijn, omdat het opgaan van de stijle trap bij het pand
Steenhoffstraat 5 bepaald niet tot de aangename bezigheden behoort.
Uit de begroting blijkt thans echter dat het huisvestingsbureau
in het pand Steenhoffstraat 5 zal blijven. Het zou prettig zijn geweest
wanneer de voorzitter had medegedeeld, dat burgemeester en wethouders om
bepaalde redenen op de eerder gedane mededeling moesten terugkomen.
De VOORZITTER meent dat de onderhavige materie ter sprake is ge
komen bij de behandeling van de begroting 1967. Gevraagd is toen om het bu
reau huisvesting te verplaatsen naar het voormalige kantoor van de ontvan
ger. Het voordeel zou zijn dat bejaarde mensen geen trap meer op zouden moe
ten. Deze aangelegenheid is door het college bekeken en ook de woonruimte
commissie heeft zich met de zaak beziggehouden. Daarop is besloten om het
huisvestingsbureau voorlopig niet te verplaatsen, omdat een verplaatsing
voor het goed functioneren van dit bureau grote bezwaren opleverde. In het
voormalige kantoor van de ontvanger zou het personeel op de benedenverdie
ping zitten. De ervaring heeft geleerd dat het publiek tegen! de ramen tikt
en alsnog wil worden geholpen, ook al is het bureau gesloten. Het gevolg
zou zijn dat er van het normaal afdoen van de werkzaamheden door de in ver
houding tot de omvang van Soest uitermate kleine bezetting van het bureau,
niet veel terecht zou kunnen komen. In het pand Steenhoffstraat 5 is het
daarentegen betrekkelijk gemakkelijk om op bepaalde uren het publiek te
ontvangen en verder niet. Daarom hebben burgemeester en wethouders gemeend
de huidige situatie te moeten handhaven. Wanneer de nieuwe brandweergarage
- 382 -