12 december 1967.
1968 de contributie voor de Nationale Woningraad uit de begroting te halen
en daarvoor in de plaats zich aan te melden bij het protestants-christelijke
of het katholieke instituut voor volkshuisvesting.
De VOORZITTER antwoordt dat de protestants-christelijke en de
katholieke instellingen de overkoepelende organisaties vormen voor de typisch
protestants-christelijke en katholieke woningbouwverenigingen. De gemeente
is geen woningbouwvereniging. De gemeente is dus aangesloten bij de neutra
le.
De heer VAN DEN BERG: Zegt u maar socialistisch georiënteerde Na
tionale Woningraad.'
De wethouder DE HAAN: Dat vind ik een merkwaardige opmerking. Een
wethouder van Amsterdam, lid van de C.H.U., is jarenlang voorzitter van de
Nationale Woningraad geweest. Een lid van de C.H.U. kan men toch niet voor
socialist verslijten.'
De VOORZITTER zegt dat de gemeente is aangesloten bij de neutrale
Nationale Woningraad. Over het algemeen zijn de overkoepelende organisaties
vooral van belang om adviezen te geven. Het is natuurlijk van meer belang
voor een woningbouwvereniging om adviezen te krijgen dan voor een gemeente
bestuur, dat over het algemeen toch wel zijn eigen organen heeft die op de
hoogte zijn. Maar om nu uit de Nationale Woningraad te treden is ook weer
niet erg solidair. Tenslotte vervult de Nationale Woningraad een nuttige
functie in het gehele volkswoningbouwwezen. Het is normaal dat de gemeente
daaraan meedoet. De gemeente kan zich echter niet aansluiten bij een protes
tants-christelijke of een katholieke instelling, want de gemeente is geen
protestants-christelijke of katholieke woningbouwvereniging.
De heer VAN DEN BERG: Dat zie ik echt niet. Ik geloof niet dat
er enig bezwaar is dat de gemeente of bij de Nationale Woningraad of bij
de protestants-christelijke overkoepelende organisatie of bij de katholieke
overkoepelende organisatie is aangesloten.
De VOORZITTER: Dat is een heel wonderlijke figuur, waarmede ik
het niet eens kan zijn.
De heer VAN DEN BERG: U heeft gezegd dat wij toch weinig aan het
lidmaatschap van de Nationale Woningraad hebben. Ik stel voor dat wij
deze post dan van de begroting schrappen. De gemeente is zes jaar lid en
heeft 3.000,betaald. Dit geld is eigenlijk weggegooid.
De VOORZITTER meent dat het uit een oogpunt van solidariteit goed
is dat de gemeente is aangesloten bij de Nationale Woningraad. De gemeente
is wel van meer instellingen lid zonder er iets aan te hebben. Maar wanneer
alle gemeenten zo zouden gaan oordelen, dan zou een heleboel werk finan
cieel in elkaar storten. Doordat men echter een gezamelijke bijdrage levert
kan er iets behoorlijks worden opgebouwd. Er kan een tijdschrift worden
uitgegeven en er wordt informatie gegeven (dat is voor de diend: volkshuis
vesting ook belangrijk)Spreker zou het raadsbesluit van 20 december 1961
dan ook niet ineens ongedaan willen maken.
De heer VAN DEN BERG stelt voor om buitengewoon lid te worden van
de protestants-christelijke en katholieke overkoepelende instellingen. Het
is hem bekend dat het buitengewone lidmaatschap van de katholieke instelling
100,-- per jaar kost.
De VOORZITTER meent dat ten aanzien van de begroting 1969 nog eens
kan worden bekeken of het van belang is het lidmaatschap van de Nationale
Woningraad te continueren. Hij wil het lidmaatschap thans niet voetstoots
opzeggen. Hij zou eerst het voornoemde raadsbesluit van 1961 willen inzien,
teneinde bekend te zijn met de redenen die hebben geleid tot het lidmaatschap.
Hij is het niet eens met de zienswijze van de heer van den Berg.
Mevrouw POLET-Musier betreurt het dat de heer van den Berg ineens
weer zo'n oude tegenstelling van stal heeft gehaald. De heer van den Berg
creëert de tegenstelling protestants-christelijk-:katholiek-socialistisch.
- 384 -