17 februari 1967.
dat het college voorstelt, een betrekkelijk onbelangrijke weg naar burge
meester des Tombe te vernoemen. Zij acht het werk dat burgemeester des Tombe
in Soest heeft verricht van enorm belang. Burgemeester des Tombe is burge
meester van Soest geweest in de donkerste periode van de jongste geschiede
nis. Hij heeft hier voortreffelijk werk gedaan, zodanig zelfs, dat hij ver
schillende malen met de bezettende macht in conflict is gekomen. De Boeren
partij-fractie acht het daarom beslist wenselijk, dat de belangrijkste weg
in het Soesterveen naar burgemeester des Tombe wordt vernoemd, als blijk
van waardering voor alles wat hijvoor de bevèlking van Soest heeft gedaan.
Voorts wordt voorgesteld een weg te noemen naar Jonkheer Frans
Willem Hendrik Pieter Jan Martini van Geffen, in 1832 te s-Hertogenbosch
geboren. Hij werd in 1872 tot burgemeester van Soest benoemd en in 1881 werd
Jonkheer van Geffen ontslag verleend. In het preadvies staat niet of het
ontslag eèrvoibowerd verleend en ook de reden van het ontslag ontbreekt.
Jonkheer van Geffen was ten tijde van het ontslag 49 jaar. Het is een beetje
inconsequent een straat te noemen naar een burgemeester, die om de een of
andere duistere reden is ontslagen. Het zou goed zijn eerst nog eens te trach
ten betere gegevens over Jonkheer van Geffen te krijgen.
Het college stelt voor de meest westelijk geprojecteerde weg vanaf
de Dalweg burgemeester Visserlaan te noemen. Hierdoor wordt een precedent
geschapen, omdat bij^deze weg de aanduiding "burgemeester" wordt gebruikt.
Bij de vernoeming van andere personen wordt de aanduiding'burgemeester" niet
gebruikt. De fractie van de Boerenpartij stelt voor de aanduiding "burgemeester
weg te laten en de meest oostelijk' geprojecteerde weg niet Steijn van Hens-
broeklaan te noemen, maar des Tombelaan. De weg die het college voorstelt
naar Jonkheer van Geffen te vernoemen, zou dan de naam van burgemeester van
Steijn van Hensbroek kunnen dragen, terwijl de geprojecteerde weg ten noor
den van de Dalweg dan kan worden vernoemd naar burgemeester Visser. Spreker
dringt er echter op aan, dat informaties worden ingewonnen omtrent de le
vensloop van burgemeester Visser, nadat deze in Soest is ontslagen. Spreker
heefj namelijk vernomen, dat er met betrekking tot de persoon van Mr. Visser
enkele vraagtekens rijzen. Het is dan ook beter het voorstel aan te houden
tot de volgende vergadering.
De heer WESTRA zegt dat er telkens in het voorstel wordt gesproken
van geprojecteerde weg etc. De raad zal door het aanemen van het voorstel
namen geven aan wegen in een gebied, waarvoor door de raad nog geen wegen
plan is vastgesteld. Er is geen noodzaak om de wegen thans al een naam te
geven. Spreker stelt daarom voor - mede naar aanleiding van hetgeen hij van
de heer de Groot heeft gehoord - ad a. van het voorstel te behandelen en
ad b. aan te houden.
De heer HOM stelt voor de wijzigingen die door de heer de Groot
naar voren zijn gebracht, niet vanavond in behandeling te nemen, maar te
verwijzen naar de straatnaamcommissie. Deze commissie kan dan met een nieuw
voorstel komen.
De heer DIJKSTRA merkt op dat Mr. Visser maar twee jaar burgemees
ter van Soest is geweest. Dat is heel kort. In de verdere loopbaan van Mr.
Visser komt een zeer pijnlijke aangelegenheid voor. Daarom is het tactischer
geen weg naar Mr. Visser te vernoemen.
De VOORZITTER zegt dat Mr. Visser in een bijzonder moeilijke tijd
twee jaar burgemeester van Soest is geweest. In deze tijd heeft Mr. Visser
voortreffelijk werk gedaan.
De heer DIJKSTRA: Ik weet dat hij zeer bekwaam is.
De heer PIEREN wil het onderhavige voorstel aangrijpen om te
herinneren aan de notulen van de raadsvergadering van 15 maart 1966. In de
raadsvergadering van 15 maart 1966 heeft spreker gevraagd om de straatnaam-
geving in Soesterberg bij de Lorentzlaan achter de flatwoningen nader te
bekijken. Spreker vraagt het college met klem - wanneer het onderhavige voor
stel wordt verwezen naar de straatnaamcommissie - het probleem Soesterberg
nog eens onder ogen te zien.