18 januari 1967. ?an ïde- ten 3n ïn Let on- 3k- af- De bouw van het bejaardencentrum "Molenschot" verloopt be vredigend. Verwacht wordt, dat de ingebruikname in de loop van 1968 zal plaats hebben. Door de bouw van een aantal woningen voor bejaarden zal dan het probleem van de huisvesting van de bejaarden grotendeels zijn opgelost Moeilijker ligt de oplossing van het vraagstuk van de plaatsing van chronisch zieken en demente bejaarden, die uiteraard niet meer kunnen worden opgenomen in de bejaardencentra. Regionale c.q. provinciale samenwerking zal nodig zijn om de bestaande moeilijkheden verbonden aan de plaatsing van deze categoriën van bejaarden uit de weg te ruimen. Ik hoop u met deze gegevens een overzicht in vogelvlucht gege ven te, hebben van de situatie in onze gemeente en de daarmee samenhangende gemeentelijke bemoeiingen. 1(1) Vaststelling van de notulen van de vergadering d.d. 16 november 1966. Deze notulen worden zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. Mevrouw POLET-Musier dringt hierna aan op een tijdige verschij ning van de notulen in het nieuwe jaar. De VOORZITTER zou wat dit betreft bijna van een voortdurende zorg willen spreken. Er wordt alle aandacht besteed aan het tijdig verschijnen van de notulen. Het loopt door diverse omstandigheden wel eens een beetje uit de hand, maar er wordt oprecht naar gestreefd, het zo goed mogelijk te doen. 2(2) Ingekomen stukken. a. schrijven van H. Vlasblom, Kampweg 60 te Soesterberg waarbij een aan burgemeester en wethouders gezonden brief inzake een voorwaardelijke vergunning voor het hebben van een logeerinrichting in afschrift wordt toegezonden. De heer DE BRUIN zou het prettiger hebben gevonden als bij dit stuk, dat naar hij heeft begrepen gastarbeiders betreft, ook ter inzage waren gelegd b.v. een afschrift van het schrijven van het college waardoor deze zaak aaq het rollen is geraakt. Nu dit niet is gebeurd, weet de raad eigenlijk van niets. De VOORZITTER merkt op dat de heer Vlasblom alleen maar een afschrift van een aan het college van burgemeester en wethouders gezonden brief heeft gestuurd. Het betreft hier een zaak van het college, maar de heer Vlasblom heeft kennelijk de raad op de hoogte willen stellen van be doelde brief. Deze zaak is nog in behandeling. De brief die het van de heer Vlasblom heeft ontvangen, is voor het college aanleiding om op enige punten een hernieuwd onderzoek te doen instellen. Wat de problematiek van dit ge val betreft, kan het volgende worden opgemerkt. Het huis aan de Kampweg is geen groot huis, het is een normaal huis met een garage. Achter die garage is in de loop der jaren clandestien een vrij lange batterij ruimten - in sommige rapporten beschreven als hokken, in andere correspondentie betiteld als onderkomens - gemaakt. De heer Vlasblom heeft diens huis en hetgeen daarachter staat stijf vol geplaatst met, naar spreker meent, ongeveer 60 gastarbeiders. Zo heeft hij een heleboel gastarbeiders geplaatst op een zolder met een gemiddelde hoogte van 1 of l| meter, in de garage, die daarvoor helemaal niet ge schikt is, en in de batterij onderkomens daarachter. Het college heeft hem aangeschreven om aan de bewoning van deze dingen een eind te maken. De heer Vlasblom heeft daarop verklaard, dat hij er begrip voor heeft dat hij zijn zolder en de garage niet meer mag gebruiken als huisvesting voor gastarbeiders. Vlak achter de garage is nog een ruimte met een, volgens alle desbetreffende bepalingen van de bouwverordening veel te kleine, verdiepingshoogte van 2,05 meter. Het college heeft besloten, in ieder ge- - 5 - im-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 6