15 maart 1967.
De heer PIEREN vraagt hoe het staat met de plannen voor een nieuw
poli tiebureau
De heer DE GROOT merkt op dat de P.T.T. heeft aangeboden de ver
plaatsing van de telefoonapparatuur te verrichten voor 168,Daarvan
wordt in het voorstel uitgegaan. Het aanbod van de P.T.T. is echter gedaan
op 9 december 1966 en was drie maanden geldig. Die termijn is inmiddels ver
streken. Men kan er derhalve geen staat op maken, dat het genoemde bedrag
nog wordt gehandhaafd.
Vervolgens wijst spreker erop, dat de telefonische bereikbaarheid
van het politiebureau nogal eens te wensen overlaat. Bestaat niet de moge
lijkheid de telefoonaansluiting van het politiebureau met enkele lijnen uit
te breiden, zodat men op elk gewenst ogenblik de politie kan bereiken?
Wanneer het laatste niet het geval is, kan dit in noodsituaties ernstige
gevolgen hebben.
De VOORZITTER zegt naar aanleiding van de eerste vraag van de heer
de Groot te hopen, dat de P.T.T. niet iedere drie maanden de tarieven gaat
verhogen. Met betrekking tot de postzegels begint het daar overigens wel
een beetje op te lijken.' Formeel is de P.T.T. inderdaad gerechtigd het be
drag van 168,te verhogen. Maar drie maanden is tenslotte een heel erg
korte tijd.
Degenen, die de excursie naar het politiebureau hebben meegemaakt,
zullen hebben gemerkt dat er ten aanzien van de uitrusting van de politie
de uiterste zuinigheid wordt betracht. Dit in verband met de plannen inzake
een nieuw bureau, Hoe langer de overgang naar een nieuw bureau op zich laat
wachten, hoe meer onkosten men aan het huidige bureau moet gaan maken.
Maar dat zijn allemaal een beetje onkosten in het sterfhuis. Tot het aanbren
gen van meer telefoonlijnen zal men inderdaad moeten overgaan als de over
gang naar een ander politiebureau te lang op zich laat wachten. Spreker
zou deze zaak echter nog even willen aanzien. Het gaat nog wel, hoewel hij
het met de heer de Groot eens is, dat de huidige situatie wel eens moeilijk
heden oplevert.
De gemeente heeft het gebouw St. Joseph aangekocht om daar het
nieuwe politiebureau in onder te brengen. Voor de verbouwing van dat pand
is nu een schetsplan aanwezig. Voor do vorbouwingvan dat pand io nu oon
sohotoplan aanwoaig. Het wordt een heel ingrijpende verbouwing. Daar het
rijk subsidieert in de bouw en verbouw van politiebureauxmoet met het rijk
overleg worden gepleegd. Te vrezen staat, dat dit een erg langdurig over
leg zal zijn en dat het nog wel een paar jaar zal duren, voordat een en an
der achtey de rug is. Vandaar ook dat de bibliotheek in het gebouw St.
Joseph is ondergebracht.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
66(19) Voorstel tot wijziging van de bezoldigingsverordening 1966 en de wachtgeld
verordening
De VOORZITTER zegt dat het op de wijziging van de bezoldigingsver
ordening 1966 betrekking hebbende gedeelte van het voorstel wordt aangehouden
De heer PIEREN merkt op dat het voorstel tot wijziging van de be
zoldigingsverordening 1966 door de voorzitter wordt aangehouden waarschijn
lijk omdat dit voorstel nog besproken moet worden met het georganiseerd over
leg. Namens de P.v.d.A.-fractie beveelt spreker aan, aandacht te schenkfen
aan het vaste percentage van de algemene salaris- en loonsverhoging. Een
vast percentage, zoals dat door de regeringsbeslissingen wordt voorgeschreven
leidt tot een verdere scheeftrekking van de verhouding tussen de salarissen
van het hogere personeel en die van het lagere personeel. De Pv.d.A-fractie
acht dit onjuist. Het komt haar gewenst voor, dat het college zich hieropi b
bezint en deze zaak ter sprake brengt bij het georganiseerd overleg en zo
nodig het ministerie daaromtrent in kennis stelt.
Het op de wijziging van de wachtgeldverordening betrekking hebbende
gedeelte van het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
- 78 -