17 juli 1968. zuinig en met overleg moet worden omgegaan. Aanneming van dit voorstel be tekent niet, dat niet meer bruikbare pannen zullen worden gebruikt. Spreek ster hoopt dan ook dat de heer De Bruin met dit voorstel akkoord zal gaan. De heer DE BRUIN zegt dat hij met dit voorstel akkoord zal gaan. Hij zou het prettig hebben gevonden als de wethouder hetgeen zij nu heeft medegedeeld, zou hebben medegedeeld onmiddellijk nadat de voorzitter het voorstel aan de orde had gesteld. De heer EBBERS zegt aan te nemen dat de afkomende pannen niet meer bruikbaar zijn. De wethouder mevrouw WALTER-van der Togt zegt dat de afkomende pan nen voor een deel nog wel bruikbaar zijn. Die komen er dus niet af, aldus spreekster, die worden verschoven, ergens anders gelegd. Wat er afkomt, is kapot. De term "afkomende pannen" is een veel gebruikte term. De VOORZITTER zegt, zonder zich te willen opwerpen als deskundige op het gebied van pannen-daken, dat naar zijn mening bij de reparatie van een pannendak waarvan enkele pannen slecht zijn, alle pannen van het dak moeten worden gehaald, aangezien ze alle aan elkaar vastzitten, althans zo danig dat men er niet af en toe een of twee tussenuit kan wurmen. Hij vraagt de heer Stam of deze het met hem eens is. De heer STAM zegt het enigszins met de voorzitter eens te zijn. Hij merkt op dat men een geval als door de voorzitter bedoeld een paar rijen pannen verwijdert en dan de overige pannen rij voor rij opnieuw legt, waar bij men dan de slechte door andere vervangt. De wethouder mevrouw WALTER-van der Togt zegt als antwoord aan de heer Verheus, dat het verschil in bedragen wordt veroorzaakt door de aantal len en typen die moeten worden vervangen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 170(12) Voorstel tot aankoop van grond met opstallen, met vaststelling van de desbe treffende begrotingswijziging, gelegen: a. aan de Molenstraat van de erven K.P. van Ingen. De heer DE BRUIN vraagt of burgemeester en wethouders de raad iets naders kunnen vertellen ten aanzien van de plannen die zij met deze grond en het hierop staande huis hebben. Gegeven het bestaande uitbreidingsplan be treft het onderhavige voorstel het kopen van een groenstrook voor 145.000, De raad weet niets van de desbetreffende toekomstplannen; hij weet dus ook niet of het uitbreidingsplan eventueel zal worden gewijzigd. Ten aanzien van eventuele plannen om dit stuk grond iets anders dan alleen maar groenstrook te doen zijn zouden gedeputeerde staten misschien wel eens aanmerkingen kunnen maken. De wethouder mevrouw WALTER-van der Togt merkt op dat volgens de bestaande plannen de onderhavige grond inderdaad de bestemming van groen strook heeft en dat het in zoverre juist is, dat de gemeente tracht deze grond aan te kopen. De prijs die de gemeente volgens dit voorstel voor een groen strook betaalt, is inderdaad vrij hoog. Het is dan ook niet ondenkbaar, dat het college zal trachten deze grond wat waardevoller te doen zijn door er een andere bestemming aan te geven. Dat zou dan uiteraard gebeuren in overleg met de betrokken commissie. De gedachten van het college gaan in de richting van het projecteren van een school in deze groenstrook. Of in deze strook inderdaad een school zal worden gerealiseerd, is iets dat eerst in de commissie zal worden besproken. De VOORZITTER meent dat wegens het gerinkel met kopjes voor het serveren van de koffie tijdens het betoog van de wethouder niet alle raads leden het antwoord van mevrouw Walter hebben gehoord. In verband hiermede merkt hij op dat mevrouw Walter heeft opgemerkt, dat volgens het uitbreidings plan deze strook de bestemming van openbaar plantsoen heeft en dat het in zoverre in de rede ligt, dat de gemeente deze strook verwerft. Dit is toe vallig een duur stuk plantsoen, omdat er op deze strook nog een huis staat. - 126 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 127