21 augustus 1968. zaken kritisch moet blijven volgen. Het voorstel wordt - met inachtneming van de door de voorzitter gedane mededeling inzake datumwijziging - zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 184(5) Voorstel tot aankoop van grond gelegen: a. aan de Nieuweweg van C. Petersen; b. aan de Insingerstraat van het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs "De School met den Bijbel"; met vaststelling van de desbetreffende begrotingswijziging. Deze beide voorstellen worden - met vaststelling van de desbe treffende begrotingswijziging - achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 185(6) Voorstel tot verkoop van grond gelegen: aan de Laanstraat hoek Weteringpad aan H.J. van Buuren. 186(7) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanvullend krediet voor de bouw van de Don Bosco-kleuterschool te Soesterberg. 187(8) Voorstel tot verhuur van een perceel grond gelegen aan de Verlengde Talma- laan aan D.J. Bos Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zon der hoofdelijke stemming aangenomen. 188(9) Voorstel tot ruiling van grond - met vaststelling van de desbetreffende be grotingswijziging - gelegen aan: a. de K1aarwaterweg en de Energieweg met P.J. van de Grint. De heer WESTRA merkt op dat bij raadsbesluit van 16 november 1966 het perceel grond dat volgens het onderhavige voorstel met de heer Van de Grint wordt geruild, is verkocht aan de heer Metternich. De directeur van gemeentewerken vraagt zich aan het slot van diens advies af of de gemeente ter zake niet in een conflictpositie ten opzichte van de heer Metternich komt. Doordat spreker in het gemeentehuis niet de lijst met goedgekeurde raads besluiten heeft kunnen vinden, weet hij niet of aan bedoeld raadsbesluit uit voering is gegeven. Hij vraagt zich nu af of wanneer aan dat besluit geen uitvoering is gegeven, het geen aanbeveling zou verdienen het in te trekken, alvorens de onderhavige ruiling wordt aangegaan. De heer VERHEUS zegt dat normaliter altijd wordt gesteld, dat men pas een bouwvergunning krijgt als men de ontsluitingskosten heeft betaald. In het onderhavige geval wordt blijkens het ontwerp-besluit een. heel wat soepeler standpunt ingenomen, aangezien de heer Van de Grint in de gelegen heid wordt gesteld de ontsluitingskosten in termijnen te betalen. Dit heeft bij spreker, die hiertegen helemaal geen bezwaar heeft, de volgende vragen opgeroepen: Schept dit geen precedenten? Is hiervoor een bepaalde reden? Be treft het hier echt een uitzondering of moet hieruit worden geconcludeerd, dat in bepaalde gevallen een dergelijke spreiding van deze, soms vrij hoge kosten desgevraagd wel meer door het college in gunstige beschouwing zal wor den genomen? De VOORZITTER zegt dat de gemeente bij wijze van uitzondering wel meer toestaat, dat ontsluitingskosten in termijnen worden betaald. Het onder havige geval betreft een uitzondering, doch bepaald niet de eerste uitzonde ring. Op het ogenblik is het college al weer bezig om ten aanzien van een speciaal geval de mogelijkheid van termijnbetaling toe te passen. Termijnbe taling van de ontsluitingskosten blijkt nog wel eens een mogelijkheid te zijn om een bepaalde transactie tot stand te brengen en een zekere ontwikkeling te laten voortgaan als de andere partij moeite heeft om een bepaald bedrag ineens op tafel te brengen en de gemeente ervan overtuigd is, dat de betaling in de toekomst geen moeilijkheden zal opleveren. Het college maakt hiervan geen wet, maar van deze mogelijkheid zal nog wel eens gebruik worden gemaakt - bij wijze van uitzondering en slechts indien er een speciale reden voor i s - 140 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 141