21 augustus 1968. stel aan te houden in verband met het feit, dat bij de aanbieding door de voorzitter en de secretaris van dit voorstel het advies van de commissie ex artikel 7a van de gemeenschappelijke regeling ontbreekt. De wethouder DE HAAN zegt dat de heer Van den Berg formeel ge lijk heeft. In de andere gemeenten is blijkbaar niet geattendeerd op het geen de heer Van den Berg nu attendeert en is deze zaak zonder meer geaccep teerd, met de gedachten dat de bedoelde adviescommissie binnenkort bijeen komt en dan alsnog de gelegenheid krijgt om zich hierover uit te spreken. Het betreft hier een feitelijke zaak waarbij bovendien enige haast is en daar om heeft het werkplaatsschap besloten deze zaak toch maar aanhangig te maken. De heer VAN DEN BERG zegt dat hij toch wel bezwaar maakt tegen deze gang van zaken. Aan de adviescommissie ex artikel 7a van de gemeenschappe lijke regeling is een niet onbelangrijke bevoegdheid toegekend. Als men deze commissie nu passeert, zou dat kunnen impliceren dat artikel 7a een dode letter wordt. Daarom stelt spreker voor dit voorstel aan te houden totdat de commissie zal zijn gehoord. De VOORZITTER zegt dat geen bezwaar is tegen aanhouding van dit voorstel Het voorstel wordt aangehouden. 195(16) Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 aan: a. het R.K. Schoolbestuur te Soest voor het aanschaffen van 45 letter- en 45 rekendozen t.b.v. de St. Bonifaciusschool en de St. Josephschool Mevrouw ORANJE-Entink merkt op dat er geen raadsvergadering voor bijgaat of er wordt voor een school een aantal letter- en rekendozen aange vraagd. De desbetreffende argumentatie is meestal dezelfde: rekendozen zijn te gebruiken bij het rekenen, letterdozen zijn te gebruiken om kinderen te helpen die woordblind zouden kunnen zijn. De scholen die al enige tijd ge leden zijn begonnen met het gebruik van deze dozen, moeten nu langzamerhand wel enige ervaring hebben. Is het niet mogelijk dat wat dit betreft enkele cijfers worden verstrekt? Dat behoeft niet op deze wijze: 173 leerling zo en 3/4 leerling zus. Men zou wat dit betreft misschien te werk kunnen gaan overeenkomstig de moderne wasmiddelenreklameeerst heb ik jaren les gege ven volgens de normale methode, toen kregen minstens zoveel leerlingen moeilijkheden met het rekenen, waarvan er zoveel doubleerden - nu heb ik letterdozen en heb ik nog maar zoveel leerlingen met moeilijkheden en dou bleert er niet een. Het lijkt spreekster bijzonder interessant dit aan de weet te komen. De wethouder DE HAAN zegt dat het college met alle plezier een po ging wil wagen in de door mevrouw Oranje bedoelde richting. Dit blijft een moeilijke zaak, omdat statistieken de neiging hebben veel te zeggen en niets te bewijzen en omdat het in deze uiteindelijk gaat om de registra tie van menselijke factoren die van jaar tot jaar en van klas tot klas bui tengewoon uiteen kunnen lopen. Niettemin zal het college met alle plezier desbetreffende informaties inwinnen. Spreker is zelf ook benieuwd of er iets aantoonbaars is te vinden. Mevrouw ORANJE-Entink zegt dat zij geen wetenschappelijke statistiek, doch slechts een aantal heel duidelijke en simpele regeltjes met een paar cijfertjes op het oog heeft. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. b. het R.K. Schoolbestuur Soestdijk voor het aanschaffen van een televisie- i toestel met antenne en installatie t.b.v. de St. Theresiaschool Mevrouw ORANJE-Entink zegt dit schoolbestuur en deze school een compliment te willen maken voor hun activiteiten om aan het experiment mee te doen. Spreekster vraagt zich af of het niet beter zou zijn geweest als - 145 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 146