21 augustus 1968.
t
iorts
zijn
- jpt
.e
met het probleem van de gemeente-administratie en ter zake adviseert,
maar dat het het college ook bekend is, dat deze afdeling zich op het ogen
blik hoofdzakelijk beweegt op het grotere terrein, op het meer landelijke
en regionale terrein en zich dus niet bezighoudt met de vraag of er mis
schien in de een of andere gemeente een machine als de onderhavige, die
in het totale beeld gezien toch bijzonder klein is, nodig zou zijn. Die
afdeling zou wellicht bereid zijn hierover een advies uit te brengen, wat
een poos zou duren en ook een mooi beetje geld zou kosten. Maar voor
zover spreker de verrichtingen van die afdeling in groter verband heeft
kunnen volgen, beweegt zij zich vooral op het terrein van de grote mecha
nisatie. Hij gelooft dat dat ook verstandig is, want de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten is er vooral voor de grote lijnen en daarnaast
voor adviezen voor de kleinere gemeenten die zelf geen apparaat hebben.
Hij weet niet of men als wordt gevraagd om een rapport van die afdeling be
treffende een apparaat als het onderhavige krijgt te maken met iemand die
misschien nauwelijks het niveau en zeker niet de vergelijkingsmogelijkheid
heeft van de mensen van het verificatiebureau van de Vereniging van Neder
landse Gemeenten.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen waarbij
op zijn verzoek wordt aangetekend, dat de heer Oldenboom geacht wenst te
worden te hebben tegengestemd.
206(27) Voorstel tot het bouwen van 6 woningwetwoningen, hoek Koninginnelaan/
Beckeringhstraat
Mevrouw POLET-Musler vraagt waarom in deze woningen geen centrale
verwarming is gepland.
De heer ELBERTSE vraagt of iets meer zou kunnen worden verteld
over de achtergronden van de bouw van deze 6 woningwetwoningen. Hij meent
uit de desbetreffende stukken te moeten opmaken, dat deze 6 woningen met
een speciale bestemming worden gebouwd. In dit voorstel leest hij, dat ge
zien de bestemming van deze woningen het voor de hand ligt, dat ze door de
gemeente worden gebouwd en in exploitatie worden genomen. Spreker meent dat
als deze woningen een speciale bestemming hebben, juist van particuliere
zijde voor de bouw en de exploitatie zou moeten worden gezorgd.
Spreker zal graag vernemen of het in dit voorstel genoemde
speciale woningwetcontingent al beschikbaar is gesteld.
De VOORZITTER zegt dat de verbreding van de Biltseweg de oor
sprong van dit voorstel is. Voor die verbreding moeten huizen waarin perso
neel van het Koninklijk Paleis Soestdijk woont en dat in aanmerking komt
voor een woningwetwoning worden afgebroken. Daarin moet worden voorzien.
Eerst is nagegaan of het mogelijk zou zijn te dezen iets te doen in de pre
miesector, maar in die sector zou tot voor de betrokkenen te hoge huren
worden gekomen. Daarom heeft, naar spreker meent reeds verleden jaar, het
ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijkë ordening een extra volume
van 6 woningwetwoningen beschikbaar gesteld en dat zal na aanneming van dit
voorstel worden gerealiseerd.
In overleg met degenen voor wie deze woningen zijn bestemd is in
deze woningen geen centrale verwarming gepland. Men was misschien wel op
centrale verwarming, maar niet op de daaruit voortvloeiende verhoging van
de huur gesteld. In het ter zake gevoerde overleg heeft men gekozen voor
woningen die geen centrale verwarming hebben en daardoor wat goedkoper zijn.
Mevrouw POLET-Musler vraagt of uit de woorden van de voorzitter
mag worden opgemaakt dat met de toekomstige bewoners van deze woningen
overleg is gepleegd ten aanzien van het wel of niet aanbrengen van centrale
verwarming in deze woningen.
De VOORZITTER zegt dat ter zake overleg is gepleegd met de inten
dant van het Koninklijk Paleis Soestdijk en dat deze intendant ter zake
contact heeft gehad met de toekomstige bewoners van deze woningen. Bij
- 155 -
sni-
DCh
in
teld
van
ge-
r
ri-
e
(ime
ieten
hoofd
;hil-
;d:
rbren-
it
i zijn
snkel
g heb-
e-
ng
e
e-
d-
em
•otings-
lien
;elt
in
Jd,
lauw
t hij
ine
at be-
aan-
u
ie
;houdt