l*7l
Nr. 10 september 1968.
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente
Soest op woensdag 18 september 1968, te 19.30 uur.
VOORZITTER: de burgemeester, de heer Mr. S.P. Baron Bentinck.
SECRETARIS: de heer J.J.J.M. Festen.
Tegenwoordig de leden: J. van den Arend, G.C. van den Berg, J.W.D. Berkel-
bach van der Sprenkel, J.K. de Bruin, Drs. L,.J. Dijkstra, J.J. Ebbers,
B.H.A. Elbertse, P. Grift, M. de Groot, K. de Haan, J.H. Hom, J.C. Korte,
G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-EntinkP.C. Pieren, mevrouw S.M. Polet-
Musler, J.R, van Poppelen, D.Chr. Stam, P.L.J.M. Storimans, J.H.N. Veld-
huijsen, C. Verheus, mevrouw M.C.P. Walter-van der Togt en A.S. Westra.
De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing van de ge
bedsformule.
214(1) Vaststelling van de notulen van de openbare vergaderingen gehouden op
15 mei 1968, 19 juni 1968 alsmede van de besloten vergadering d.d. 19 juni
1968.
Deze notulen worden zonder discussie en zonder hoofdelijke stem
ming ongewijzigd vastgesteld,
De heer PIEREN zegt dat het college tijdens de vergaderingen van
15 mei en 19 juni j.1. de raad heeft toegezegd nader te zullen terugkomen
op bepaalde zaken. Het is onbekend in hoeverre de betrokken vragen zijn be
antwoord in de diverse commissies. Spreker stelt het op prijs dat alle
raadsleden, b.v. door middel van de ingekomen stukken, in kennis worden ge
steld van de antwoorden.
Burgemeester en wethouders worden verzocht de notulen van 15 mei
en 19 juni j.1. nog eens goed door te nemen en toegezegde antwoorden ter
inzage te leggen.
De VOORZITTER antwoordt dat het college rekening zal houden met
de opmerkingen van de heer Pieren.
215(2) Ingekomen stukken.
a. Brief d.d. 7 augustus 1968 van gedeputeerde staten te Utrecht waarbij het
ontwerp voor het secundair en tertiair wegenplan Utrecht 1968 wordt toe
gezonden met voorstel dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen.
De heer DE BRUIN meent dat vrijdagmiddag is besloten de behande
ling van het onderhavige ingekomen stuk uit te stellen in verband met het
onder d ingekomen stuk.
De VOORZITTER: Dat wist ik niet. Tegen uitstel is geen bezwaar.
Wij kunnen het stuk aanhouden.
De heer VAN POPPELEN vraagt of uitstel van de behandeling van het
vorige ingekomen stuk geen consequenties heeft voor de eventuele indiening
van bezwaarschriften. Zal men door de verschuiving van de behandeling niet
te laat komen met de eventuele indiening van bezwaarschriften?
De VOORZITTER bevestigt dat verschuiving van de behandeling bete
kent, dat er geen gelegenheid meer zal bestaan om bezwaarschriften in te
dienen. Het college heeft geen aanleiding gevonden om bezwaarschriften in
te dienen. Het indienen van bezwaarschriften dient voor 1 oktober a.s. te
geschieden.
De heer VAN POPPELEN vestigt de aandacht op punt 5. Dit punt heeft
betrekking op een advies van de directeur van gemeentewerken aan het college
ten aanzien van het tracé ten noorden van de Birkstraat.
De VOORZITTER zegt de raad wat dit punt betreft te kunnen gerust
stellen. Er heeft reeds vooroverleg plaatsgevonden. Tijdens dit vooroverleg
heeft spreker op bedoelde weg gewezen. Gedeputeerde staten hebben geantwoord
dat er geen sprake was van een principiële zaak. De tracering had alleen
ten doel om aan te geven dat er ergens wat moet gebeuren tussen Amersfoort
- 165 -