18 september 1968.
De heer VAN DEN BERG: Dan heeft hetgeen de voorzitter voorstelt
weinig betekenis.
Mevrouw POLET-Musler: Wij mogen de beroepstermijn toch niet ver-
schui ven?
De heer DE BRUIN: De burgemeester wil gedeputeerde staten verzoe
ken rekening te houden met eventueel na 1 oktober a.s. in te zenden bezwa
ren. De beroepstermijn zal echter niet worden verschoven. Dat voorstel is
een slag in de lucht.
De VOORZITTER zegt dat burgemeester en wethouders gedeputeerde
staten willen vragen een na 1 oktober in te zenden bezwaarschrift niet ter
zijde te leggen met de opmerking, dat het bezwaarschrift niet voor 1 okto
ber is ingezonden. Burgemeester en wethouders willen gedeputeerde staten ver
zoeken om toch kennis te nemen van een eventueel na 1 oktober in te zenden
bezwaarschrift. Of gedeputeerde staten rekening zullen houden met een derge
lijk bezwaarschrift is een andere zaak. Maar dat geldt ook voor bezwaar
schriften die op tijd zijn ingekomen, Of gedeputeerde staten rekening hou
den met een bezwaarschrift is afhankelijk van de aard van dat bezwaarschrift
en van het oordeel van gedeputeerde staten. Burgemeester en wethouders wil
len echter verzoeken om een te laat ingezonden bezwaarschrift niet zonder
meer ter-zijde te leggen.
De heer DE BRUIN meent dat het risico blijft dat gedeputeerde
staten kunnen zeggen: U heeft volkomen gelijk, maar u heeft de beroepster
mijn overschreden, Op grond daarvan leggen wij het door u ingezonden be
zwaar terzijde.
De VOORZITTER merkt op dat gedeputeerde staten kunnen zeggen dat
het ingezonden bezwaarschrift niet ontvankelijk is. Maar wanneer gedepu
teerde staten menen dat er wat in het ingezonden bezwaarschrift zit, kunnen
zij ambtshalve kennis nemen van de bezwaren.
De heer VAN POPPELEN stelt voor de verdere behandeling van het
onderhavige ingekomen stuk voorlopig aan te houden tot dinsdag a.s. Iedere
fractie is dan in staat het bijbehorende rapport intensiever te bestuderen.
Dinsdag kan dan worden besloten wat te doen. Op dit moment durft de K.V.P.-
fractie niet akkoord te gaan met hetgeen wordt voorgesteld. Een intensieve
bestudering van het rapport heeft niet plaatsgevonden, omdat door burgemees
ter en wethouders een informele raadsvergadering was toegezegd.
Wanneer op vorenstaande wijze wordt gehandeld kan alsnog worden
bekeken of er stukken zijn waarmede men geen vrede heeft.
De VOORZITTER: Wij kunnen aan het verzoek van de heer Van Poppe-
len voldoen door het onderhavige ingekomen stuk ook op de agenda van de ver
gadering van dinsdag a.s. te zetten.
De heer VAN POPPELEN: Dan kunnen wij het rapport ten minste nog
eens beoordelen.
De heer DE BRUIN: Is deze vergadering 's middags of 's avonds?
De VOORZITTER: 's Middags om kwart voor twee.
De heer WESTRADan kunnen wij in tijdnood komen.
De heer VAN POPPELEN: Wanneer wij in tijdnood komen moet de
excursie maar worden opgeschoven.
Mevrouw POLET-Musler: Dan zijn wij maar een half uur later thuis.'
Het stuk wordt aangehouden,
b. Schrijven d.d. 2 september 1968 van de heer B.J. IJff, schoolarts,
inzake schimmelinfecties en wratten aan voetzolen, met voorstel dit
schrijven voor kennisgeving aan te nemen.
De heer PIEREN zegt dat het als leek natuurlijk heel moeilijk is
om iets te gaan zeggen over een door een arts uitgebracht rapport. Het is
bekend dat er in de medische wereld wel eens meningsverschillen bestaan over
bepaalde infectieziekten. Het is opmerkelijk dat uit de de spreker ter beschik
king staande sportliteratuur blijkt, dat gymnastieklessen op blote voeten
geen gevaar inhouden, j-je gerkelbach van der Sprenkel heeft reeds eens
- 169 -