18 september 1968. De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL zegt helaas niet in staat te zijn geweest de vergadering van de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan bij te wonen, waarop het onderhavige voorstel is behandeld. Het is hem naar aanleiding van dit punt weer duidelijk geworden hoe belangrijk het is dat er notulen worden gemaakt van hetgeen wordt behan deld tijdens commissievergaderingen. Dit geldt zeker met betrekking tot de besluitvorming Na kennisneming van het onderhavige voorstel kon spreker zich hele maal niet herinneren ooit zodanig te zijn geconfronteerd met de thans voorge stelde bouw, dat deze thans reeds in een voorstel aan de raad kan worden aan geboden. Dat zegt niet zoveel, want er is in het verleden nog wel eens wat zo "nebenbei" behandeld. Later werd aangenomen dat deze terloops aangesneden zaken waren behandeld en beslist. Wanneer deze zaken formeel en punctueel zouden zijn behandeld en genotuleerd, zouden zij wellicht minder gauw zijn ontsnapt aan de aandacht van degene die misschien niet zo'n scherp geheugen heeft voor dergelijke zaken. Realiseert men zich dat, wanneer het onderhavige voorstel wordt aangenomen, een flatgebouw van zes verdiepingen op een onderlaag op een af stand van 75 meter pal ten zuiden van het bejaardencentrum Molenschot wordt gebouwd? Realiseert men zich dat er ergens reeds op het raadsbesluit is voor uitgelopen? Op het terrein staan immers reeds keten en liggen materialen op geslagen. Wanneer is de onderhavige kwestie in de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan behandeld? Sprekers naspeuringen hebben opgeleverd, dat er in november 1965 een bestemmingsplan is behandeld. Bij dat bestemmingsplan is een tekening, waarop het thans voorgestelde flatgebouw zou staan. Dat is ook zo, maar het staat buiten het gebied van het bestemmingsplan. Spreker meent dat alleen kon worden beslist over het gebied binnen de stippellijnen. Het flatgebouw ligt buiten deze stippellijnen. Hetgeen voorligt is een artikel 20-geval. Is het juist dat men daarom slechts een bezwaarschrift kan indienen, wanneer men eigenaar is van een terrein dat grenst aan het terrein waarop het te bouwen object zal worden geplaatst? De heer VERHEUS zegt dat wordt gesuggereerd, dat de bouwkosten aanzienlijk lager zullen zijn, omdat bet bouwbedrijf van Asch ter plaatse reeds werken heeft uitgevoerd. Desalniettemin zal de huur van de woningen - de kale huur bedraagt 162,60 per woning per maand - toch weer hoger zijn dan de huur van de vorige woningen. Is het wel juist dat de bouwkosten aanzien lijk worden gedrukt? Hij meent dat de bouwkosten thans ongeveer 300.000, meer bedragen. De heer ELBERTSE zegt dezelfde bezwaren te hebben als de heer Ver- heus. In het onderhavige geval is er sprake van repetitiebouw. Men mag daarom verwachten, dat de bouw goedkoper wordt. De bouwkosten bedragen echter zeker 3 ton meer dan de vorige keer. Tot deze conclusie komt spreker, nadat hij de bouwkosten van het onderhavige project heeft vergeleken met de helft van de bouwkosten van het vorige project van 96 woningen. Ook het huurpeil van de thans voorgestelde woningen heeft hem enigszins verwonderd. De huur zal 162,60 per woning per maand worden. De huur in het vorige project bedraagt gemiddeld 134,Dat verschil van bijna 30,-- per maand per woning, bereikt in de tijd van twee jaar, is toch wel heel erg groot. Willen burgemeester en wethouders alsnog proberen tot een lager kostenpeil te geraken? Wanneer dat niet mogelijk is, willen zij dan desnoods overgaan tot een openbare aanbesteding? Bekeken zal kunnen worden wat het ef fect is van een openbare aanbesteding. Doordat er een bepaalde stroom aan de gang is, waarbij niet van tevoren is bepaald tot welke middenprijzen men kan komen, lijkt het erop of het effect precies andersom is als verwacht. Vooral in het belang van de bejaarden is het noodzakelijk, dat een zo laag mogelijke - 178 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 179