20 november 1968
getreden.
De heer VERHEUS vraagt of het op grote bezwaren zou stuiten om
in artikel 10, lid c, het woord "niet" te vervangen door: kunnen bij hoge
uitzondering.
De wethouder DE HAAN merkt op dat het volgen van de suggestie
van de heer Verheus de mogelijkheid biedt om een uitzondering in beschou
wing te nemen. Is het echter niet beter, dat apart en los van deze ver
ordening te doen? Anders mengt men twee verschillende dingen door elkaar.
Het betreft hier zuiver een verordening, die zich bezighoudt met het ge
ven van een tegemoetkoming in de huurkosten van de verenigingen. Zou zich
een bijzonder geval voordoen, dan zal dat niet alleen op de huur betrek
king hebben. Het is dan beter een dergelijk geval apart in de raad te
brengen, zodat deze willens en wetens zegt: Voor dat evenement doen wij
dit om die en die reden. Wanneer men de suggestie van de heer Verheus
volgt, loopt men het risico dat een geval er tussendoor gaat en dat niet
alle aspecten van dat geval voldoende worden bekeken. Dan is de raad
eigenlijk een beetje het zicht op de zaak kwijt.
Het voorstel wordt zonder hoofdeiijke stemming aangenomen.
306(24)Voorstel tot het herbenoemen van de leden van de commissie ex artikel 8
van de Woonruimtewet 1947
De VOORZITTER verzoekt wederom de heren Van den Berg en De
Groot met hem het stembureau te vormen.
Herbenoemd worden tot leden mevrouw H.M. Meurer-van Eyk met
19 stemmen, mevrouw S.M. Polet-Musler met 18 stemmen, de heer J.C.Brou
wer met 19 stemmen, de heer H.M. v.d. Rotte met 19 stemmen en de heer
H. Stoltenberg met 18 stemmen, terwijl de heer J.D.L. Zoetelief met 18
stemmen wordt herbenoemd tot plaatsvervangend lid.
De VOORZITTER dankt de heren Van den Berg en De Groot voor de
verrichte werkzaamheden.
Vervolgens merkt spreker op dat het volgende voorstel - dat de
raadsleden op hun tafel hebben gevonden - aan de agenda wordt toegevoegd:
307 Voorstel tot het verklaren dat een bestemmingsplan zal worden voorbereid
c.q. herzien voor verschillende gedeelten der gemeente.
De VOORZITTER deelt mede dat van de commissie grondbedrijf en
uitbreidingsplan het volgende bericht is ingekomen:
"De commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan verenigt zich
met dit voorstel, met dien verstande dat nog enkele verbeteringen moeten
worden aangebracht
De heer DE BRUIN vraagt of de bij het gestelde in punt i van
het ontwerp-besluit betrokken personen nog individueel of via hun orga
nisaties zullen worden ingelicht.
De VOORZITTER merkt op dat wethouder Van den Arend, die thans
afwezig is, dit aspect behandelt. De betrokkenen worden beslist niet per
soonlijk ingelicht. Spreker neemt echter aan dat ze wel via hun orga
nisaties worden ingelicht. Bovendien zal op 26 november een voorlich
tingsavond worden gehouden.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de agenda is afgehandeld. Hij
dankt de raadsleden voor de vlotte wijze, waarop zij deze agenda hebben
afgewerkt
Vervolgens sluit hij, te 22.20 uur, de vergadering.
Vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Soest op 16
april 1969.
De secretaris De voorzitte
- 262 -