20 december 1968 zoekenden, ten einde de woningbehoefte van de bevolking en de daarmede verband houdende gewenste bouw - te kunnen beoordelen. De door het colle ge in vorige jaren gedane toezegging in dezen is nog steeds niet verwe zenlijkt, alhoewel het de basis vormt van het woningbeleid Mijnheer de voorzitter.' Nogmaals protesteren wij fel tegen de hogere kosten bij crematie, te meer daar er tussen begraven en cremeren krachtens de nu geldende wetten geen verschil meer bestaat Wij vernemen gaarne van het college in welk stadium van voor bereiding de bestemmingsplannen verkeren die elk jaar in de november- vergadering op een bijzonder geheimzinnige wijze overhandigd worden en die elk jaar - en nu al vele jaren lang - ongewijzigd ter tafel komen.. Dit jaar was er één punt aan toegevoegd. In hét kader van ons democratisch staatsbestel spreken wij van de hogere overheid en de lagere overheid. Wij zouden het zo willen stel len dat de democratie juist begint bij de laagste overheidsorganen. Wij achten daarom een uitspraak van de bevolking bij drastische veranderingen in de gemeente zeer zeker op haar plaats. In onze gemeente zijn onder meer twee belangrijke punten aan de orde, namelijk het zogenaamde "eng- tracé" en het "City-plan" te weten "Stadscentrum" en "Zuidhelling Soester Eng". Wij nodigen u in het belang van de democratie uit de bevolking van Soest te horen in de vorm van een "Hearing" of door middel van een en quête Tot slot nog één opmerking. Vorige maand hebben twee leden van de Boerenpartij, onder het motief dat de heer Koekoek ondemocratisch handelt, aangekondigd dat zij vanaf die datum de partij Binding Rechts vertegenwoordigen. Wij maken deze heren erop attent dat de heer Koekoek nimmer democratisch heeft gehandeld en vragen ons af of de kiezers bij deze verandering zijn betrokken geweest. Daar dit onmogelijk het geval kan zijn, vinden wij het veranderen van partij tijdens een zittingspe riode en daarbij de zetel blijven bezetten ondemocratisch en politiek gesproken onfatsoenlijk. De heer DE GROOT houdt hierop de volgende rede: Mijnheer de voorzitter.' Ik zal thans het woord voeren namens de op een na kleinste fractie in de gemeenteraad. Naast waardering voor het feit dat deze begroting zo tijdig aan de raad werd aangeboden dat de afhandeling ervan, naar het zich laat aanzien, toch nog voor het begin van het begrotingsjaar kan plaatsvin den, overheerst toch de teleurstelling, dat voor het eerst in deze raads periode een begroting voor ons ligt, wélke niet sluitend is. Weliswaar is het tekort nog niet zo verbijsterend groot als in sommige andere, meestal grotere gemeenten, het geval is, maar toch verontrust het ons, dat ook in onze gemeente de begroting niet meer sluitend was te krijgen. Het is merkwaardig dat in de tijd van welhaast ongekende wel vaart, juist financiële spanningen hand over hand toenemen. De vraag dringt zich nu aan ons op: Hoe moet dit verder? Want nu gaat het om een bedrag van een kwart miljoen. Volgend jaar misschien een half miljoen of meer. Er dienen tijdig maatregelen te worden genomen, ten einde ver dere verslechtering te voorkomen. Er staan daarvoor drie wegen open. Verhoging van de belastingen is wellicht de gemakkelijkste weg en de weg van de minste weerstand. Maar het is ook de slechtste weg. Trachten van rijkswege meer geldmiddelen te krijgen is een an dere mogelijkheid. Wij menen dat daarvoor redelijke gronden aanwezig zijn, want de voorbereidingen voor het opvangen van een deel van de overbevol king van de randstad Holland en het Gooi, waartoe onze gemeente van rijks wege schijnt voorbestemd te zijn, leggen onze gemeente zware financiële lasten op. Het is onjuist dat de eigen bevolking daarvan de dupe gaat worden (voor het verkrijgen van extra uitkeringen uit het gemeentefonds - 290 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 291