20 december 1968. is dat men het klassegemiddelde wil verlagen waardoor het aantal benodigde lokalen weer wat groter wordt De wethouder VAN DEN AREND zegt dat het wel kan dat in Baarn een heffing straatbelasting op de ongebouwde eigendommen plaatsvindt. De heer De Bruin zij er echter op gewezen dat de gemeente Nunspeetdie veel gro ter is dan de gemeenten Baarn en Soest, de heffing straatbelasting op on gebouwde eigendommen weer heeft afgeschaftNunspeet zag derhalve blijk baar ook geen heil in het heffen van deze belasting. Het is uiteraard het goed recht van de heer De Groot om een beroep te doen op de raad, ten einde te komen tot een verhoging van het subsidiebedrag voor de Nationale Bond tegen het vloeken. De heer De Groot kan natuurlijk een voorstel doen, wanneer het desbetreffende punt aan de orde komt Het college zal met betrekking tot het centrale slachthuis zeer diligent blijven. Wanneer daartoe reden is, zullen burgemeester en wethouders direct de slachthuiscommissie inschakelen. De plannen bevinden zich thans echter nog in een zeer prematuur stadium. Uit hetgeen de heer De Groot in tweede instantie heeft gezegd blijktdat deze zijn sombere visie op de financiële toestand van Soest handhaaftDe heer De Groot zal moeten leren te leven bij het heden; komt tijd komt raad. Wanneer er zich moeilijkheden voordoen, zal men wel weer verder zien. Op het ogenblik heeft men te maken met de behandeling van de gemeentebegroting voor 1969. Het heeft geen zin zich te gaan ver diepen in eventuele toekomstige financiële moeilijkheden waarin Soest zou kunnen komen te verkeren. De VOORZITTER zegt als antwoord aan de heer De Groot dat het college aangaande de subsidie voor de Nationale Bond tegen het vloeken niet heeft gemeten met twee maten. Met de subsidies aan de instellingen die zich belasten met het opvangen van dienstplichtige militairen hebben de inwoners van de ge meente Soest direct te maken. De overheid roept jongens op voor het ver vullen van de dienstplicht. De overheid heeft de plicht om de uit de gezinnen gehaalde jongens zoveel mogelijk te helpen. Gelukkig zijn daar voor particuliere organisaties in het leven geroepen. Deze organisaties worden gesubsidieerd door het rijk en de gemeente. Soester jongens wor den opgeroepen voor het vervullen van hun dienstplicht en bovendien heeft Soest binnen zijn grenzen een heel groot garnizoen. Daarom wil de gemeente vanzelfsprekend een heel bescheiden steentje bijdragen. In de onderwijscommissie is het voorstel gedaan om de Subsidies aan de betrok ken instellingen - deze subsidies vormen het tegenspel van de gemeente tegen de dienstplicht - wat te verhogen. De Nationale Bond tegen het vloeken daarentegen is een van die honderden verenigingen die op het een of andere terrein nuttig werkzaam zijn en om een subsidie vragen. Heel vele van deze subsidieaanvragen worden afgewezen, omdat de gemeente nu eenmaal niet alle nuttige arbeid kan gaan steunen. Wanneer de Nationale Bond tegen het vloeken een hoger gemeentelijke subsidie wil hebben dan op het ogenblik, dan zal deze bond dat moeten vragen. De subsidieverle ning aan de Nationale Bond tegen het vloeken ligt principieel heel an ders dan de subsidieverlening aan de instellingen die zich belasten met het opvangen van de dienstplichtigen. Voorts zij de heer De Groot erop gewezen dat Soest wel eens meer een begroting met een tekort heeft gehad. Daarnaast zijn er echter weer sluitende begrotingen gekomen. In het jaar dat de begroting met een tekort sloot, sloot de rekening met een overschot. Destijds is er sprake geweest van een belastingverhoging, maar deze is niet ingevoerd, omdat het gemeentebestuur meende dat er sprake was van een niet perma nent tekort. Thans hebben burgemeester en wethouders gemeend een matige - 320 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 321