21 februari 1968. be- 1 (ten •>n ïen 3r itie Let leren moei - der- v. o- dan De meeste stukken grond zijn inmiddels verkocht en er zal derhalve niet veel over prijzen te praten zijn. In wezen heeft de heer Westra echter gelijk. De heer GRIFT merkt op dat de stukjes grond aan de waterkant wel drie keer in prijs zijn verhooogd. De VOORZITTER: Inderdaad. De heer Westra bedoelt te zeggen, dat dit wel bij de commissieleden bekend is, maar niet bij de overige raadsleden. De heer WESTRA: De nieuwe raadsleden weten helemaal niets.' Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. b. in het park Colenso aan R.D. Bakhuizen. De heer DE BRUIN vraagt of er bijzondere omstandigheden zijn dat het stuk grond uit het onderhavige voorstel wordt verkocht aan een inwoner van Hilversum en niet aan een inwoner van Soest. Mevrouw Polet heeft vrijdagmiddag in de commissievergadering ook reeds over deze aangelegenheid gesproken. Spreker is na publikatie van het onderhavige voorstel in de pers door verschillende Soester ingezetenen benaderd. Deze mensen hebben van bur gemeester en wethouders de mededeling gekregen, dat dit stuk grond niet te koop was. Het bevreemdt deze mensen zeer, dat zij die reeds enige jaren in Soest wonen een afschrijving krijgen, terwijl een niet-Soester ingezetene het stuk grond krijgt toegewezen. De VOORZITTER zegt dat de bij de bouw van bungalows betrokken exploitatiemaatschappij het college heeft verzocht om een stuk grond voor de behuizing van degene die ter plaatse toezicht zal houden en binnengeko men klachten etc. zal afhandelen. De heer R.D. Bakhuizen uit Hilversum is voor dat toezicht aangewezen. Burgemeester en wethouders menen dat het ver zoek van de betrokken exploitatiemaatschappij redelijk is. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. c. in het park Colenso aan A J. Dubbers; d. in het park Colenso aan A. Walet. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. e. aan de Larixlaan aan J. van der Have. De heer WESTRA vraagt of er voor bouwterrein als het onderhavige meer gegadigden zijn. Zo ja, welke maatstaven gelden er dan voor het doen van een keuze? Indien er een keuze moet worden gemaakt, is het dan niet dien stig om de raad mede te delen hoe burgemeester en wethouders tot een keuze zijn gekomen? Dit zou, daar het om personen gaat, kunnen geschieden door middel van een geheime nota. Mevrouw POLET-Musler meent dat de gronden zowel aan de goudkust als in het park Colenso uitverkocht zijn. Welk terrein komt nu het eerst voor verkaveling in aanmerking? De VOORZITTER merkt op dat er op het ogenblik niet zo gek veel gegadigden zijn. Iü het verleden werden de volgende maatstaven aangelegd: de gegadigden moesten economisch gebonden zijn (en voorshands blijven) aan Soest en een normaal huis achterlaten. De laatste tijd is de animo voor stukken grond als in het onderhavige voorstel wat minder groot geworden. Er zijn dan ook slechts enkele gegadigden komen opdagen voor de aankoop van grond aan de Larixlaan en omgeving. Voor grond in het park Colenso was er iets meer belangstelling, omdat de terreinen door hun kleinere oppervlakte wat goedkoper waren. Hier is dan ook een keuze gemaakt, waarbij rekening is gehouden met de economische gebondenheid van de betrokkenen en het feit of dezen reeds al dan niet in Soest gehuisvest waren. Het heeft inderdaad zin om binnen afzienbare tijd naar nieuwe terreinen om te zien. Ongetwijfeld zullen er immers meer gegadigden voor grond komen. Wanneer er iets kleinere kavels tegen een wat lagere prijs kunnen worden aangeboden, dan zullen er zeker meer gegadigden uit de gemeente komen. Ook wanneer de industrie zich uitbreidt, zal de vraag toenemen. - 33 - Ck

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 34