20 december 1968. plaatsgehad. Anders mag de ambtenaar van de burgerlijke stand geen ver lof tot begraving geven. Deze schouwing gebeurt gratis. Deze handeling is in wezen precies dezelfde als de schouwing die door een andere arts wordt verricht, wanneer de overledene zal worden gecremeerd. In beide gevallen wordt er een dienst verleend. De ene keer gebeurt het schouwen gratis, terwijl de andere keer een bedrag van 25,-- wordt gevraagd. Er is sprake van een ongelijkmatige behandeling. In alle grote - spreker zou haast zeggen progressieve - ge meenten is het heffen van leges voor de extra schouwing afgeschaft. De VOORZITTER antwoordt dat de schouwing van degenen die over lijden zonder dat vooraf door een medicus hulp is verleend zowel voor hen die worden begraven als voor hen die zullen worden gecremeerd gratis is. Alleen voor de tweede schouwing brengt de gemeente kosten in reke ning. Uit hetgeen is gezegd blijkt echter wel, dat burgemeester en wethouders en de heer Westra het niet eens worden. Het voorstel van de heer Westra wordt hierna in stemming ge bracht en verworpen met 10 tegen 9 stemmen. Voor hebben gestemd de leden: Elbertse, mevrouw Polet-Musler De Bruin, Westra, mevrouw Oranje-Entink, Storimans, Dijkstra, Pieren en Veldhuijsen. Tegen hebben gestemd de leden: Stam, De Haan, Van den Berg, Oldenboom, mevrouw Walter-van der TogtHom, De Groot, Van Poppélen, Korte en Van den Arend. Tijdens deze stemming waren niet ter vergadering aanwezig de leden: Berkelbach van der Sprenkel, Ebbers en Verheus. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Mevrouw Oranje-Entink krijgt op haar verzoek aantekening in de notulen, dat zij zich met de genomen beslissing ten aanzien van artikel 37 niet heeft verenigd. Hoofdstuk II wordt, voor wat de inkomsten betreft, zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld. Hoofdstuk VI. Openbare Werken. Volgnummer 603 Bij dit volgnummer stelt de voorzitter aan de orde punt 6b van de agenda: b. het gewijzigd vaststellen van de verordening op de heffing en in vordering van een recht voor het ophalen van vuilnis. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Na volgnummer 6.11. Bij het punt "heffing voor het gebruik der gemeentetorenklok" stelt de voorzitter aan de orde punt 6c van de agenda: c. het intrekken van de verordening van 21 juni 1900 tot heffing van een recht voor het gebruik van de torenklok. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Volgnummer 6.13. Bij dit volgnummer stelt de voorzitter aan de orde punt 6d van de agenda d. het gewijzigd vaststellen van de verordening op de heffing van een straatbelasting De heer WESTRA zegt dat eigenaars van gronden waarop geen ge bouwde eigendommen staan hoegenaamd niets bijdragen in de kosten van - 359 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 360