20 december 1968 het onderhoud van de wegen, hoewel deze eigenaars wel profiteren van de aanwezigheid van de wegen. Praktisch overal, ook in Baarn, wordt straat belasting geheven van ongebouwde eigendommen. De samenstelling van de gemeenten Baarn en Soest is wat de grondsoorten (landerijen en bossen) betreft vrijwel identiek. In Baarn ligt een groot deel van het kroondo mein (hiervoor behoeft geen grondbelasting te worden betaald). In het Antwoord (bladzijde 9) wordt aangevoerd dat aan het heffen van straatbelasting op ongebouwde eigendommen veel kosten zijn verbonden. Het gaat echter om een uitgave die slechts een keer behoeft te worden gedaan. Wanneer de gegevens eenmaal bekend zijn, kunnen zij op kaarten worden overgenomen. Daarna keren ieder jaar dezelfde eenvou dige werkzaamheden terug. Het aantal mutaties in de ongebouwde eigendommen is aanzien lijk geringer dan de mutaties in de gebouwde eigendommen, omdat huizen vlotter van eigenaar veranderen dan landerijen. Het jaarlijks bijhouden van de cartotheek kost dan ook weinig moeite. De opbrengst is een bedrag dat naar sprekers wijze van zien niet zonder meer aan de kant mag worden geschoven. Bovendien is het sociaal onrechtvaardig dat de grootgrondbezitter in Soest geen cent bij draagt (omdat deze niet in Soest woont) in het onderhoud van de wegen der gemeente, terwijl de eigenaar van een betrekkelijk klein huis met erf wel moet betalen. Daarom stelt spreker voor om ook over te gaan tot het heffen van straatbelasting van ongebouwde eigendommen. Het percentage dient te worden gesteld op de helft van het percentage dat geldt voor gebouwde eigendommen. De wethouder VAN DEN AREND zegt dat burgemeester en wethouders hun standpunt onverkort handhaven. In Soest komen vele wijzigingen in de ongebouwde eigendommen voor, zodat de gemeente ieder jaar veel kosten moet maken. De heer WESTRA: Dat is niet waar. De wethouder VAN DEN AREND zegt dat hij de raad, gezien de geringe opbrengst niet kan adviseren het voorstel van de heer Westra aan te nemen. In principe heeft de heer Westra gelijk, wanneer deze zegt dat er mensen zijn die profiteren van de wegen die in de gemeente Soest zijn aangelegd. Maar wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen. De belasting opbrengst is niet evenredig aan de kosten die moeten worden gemaakt. Daarom adviseren burgemeester en wethouders het voorstel van de heer Westra niet over te nemen. De heer DIJKSTRA: Hoe hoog is de begrote opbrengst? De wethouder VAN DEN AREND: 2.000,— k 3.000,—. De VOORZITTER merkt op dat een gezond principe van fiscale po litiek is de stelling dat men bij belastingheffing zorgt, dat slechts een betrekkelijk gering gedeelte van de belastingopbrengst verloren gaat aan de kosten die moeten worden gemaakt om de belasting te heffen. In het verleden is reeds gebleken dat het rendement van een te heffen straatbelasting op ongebouwde eigendommen bijzonder laag is. Een vergelijking met Baarn gaat kennelijk mank. Het grondge bied van Soest is in veel kleinere stukken verkaveld dan in Baarn. Bij uitbreidingsplannen in Baarn koopt men één boerderij en dan heeft de gemeente weer 15 ha k 16 ha in haar bezit, terwijl de gemeente Soest vele perceeltjes moet opkopen om tot een behoorlijk uitbreidingsplan te kun nen komen. Deze aangelegenheid ligt in Baarn structureel heel anders dan in Soest Het argument "als de een moet betalen, dan moet ook de ander betalen" mag naar sprekers wijze van zien bij belastingheffing geen op geld doen. - 360 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 361