Mevrouw POLET-MUSLER zegt dat zij enkele opmer kingen wil maken als lid van de commissie grondbe drijf en uitbreidingsplan. Spreeksters grootste bezwaar betreft de brief die van Amersfoort is uitgegaan en ter inzage ligt In die brief staat dat het coördinatieteam plannen moet gaan opstellen waarbij de deelnemende gemeenten hun plannen moeten aanpassen. Bij het instellen van het Samenwerkingsorgaan Eemland is het eigenlijk de bedoeling geweest om te komen tot een overleg; de betrokken gemeenten zouden elkaar op de hoogte hou den van hun plannen, zodat er geen doublures zouden zijn. Met name is toen gezegd: Het zou te dwaas zijn als er én in Amersfoort én in Hoevelaken én in Soest een schouwburg zou komen. Met het oog op het ver mijden van doublures, dat goed kan zijn, vooral ook op onderwijsgebied, heeft spreekster indertijd van harte medegewerkt aan het tot stand komen van de gemeenschappelijke regeling. Maar nu worden de za ken door Amersfoort omgekeerd en daartegen heeft zij ernstige bezwaren De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL merkt op dat toen het in 1967 over de instelling van het Samenwerkingsorgaan Eemland ging, van de zijde van zijn fractie met de nodige remmingen en de nodi ge voorzichtigheid is gezegd: Nou ja, als luisterpost lijkt het ons wel nuttig, maar voorlopig moet het een zaak blijven van gespr ek en niet meer Gelet op de stukken die bij het nu aan de raad voorgelegde voor stel behoren, meent de fractie dat het thans een kant uitgaat die zij toen heeft gevreesd Zij krijgt de neiging zich af te vragen of er niet toch een overheer sing (spreker vindt dit woord wel heel sterk, maar hij weet zo gauw geen beter woord) van Amersfoort ont staat. Hij vindt de hele redactie van dit voorstel niet zo gelukkig. Hierin staat het woord „integratie" Spreker vindt dat ver gaan. Hij zou het college willen voorstellen om tot een andere redactie te komen. Zijn fractie ziet heel goed de noodzaak van coördina tie, de noodzaak om in de regio Amersfoort gezamen lijk te werken aan een verdere uitwerking van plannen met betrekking tot het verkeer en andere zaken. Maar hij zou wel graag zien dat er niet te slordig wordt omgegaan met de formuleringen en hij zou toch ook wel graag zien, dat het met deze aangelegenheid langs de lijnen der geleidelijkheid gaat Soest neemt een beetje een bijzondere plaats in. Het is door zijn vele contacten met Amersfoort met de regio Amersfoort gelieerd Spreker wil niet zeggen dat Soest in de regio Amersfoort zit, want daarvoor heeft Soest zijns inziens te veel contacten naar het noordwesten, naar het Gooi, naar Hilversum en wat daar verder ligt. De gemeente Soest vormt een soort van tussenlandschap, een soort van bufferstaat. Spre ker dacht dat een voorzichtige neutraliteit in deze zaak toch wel aanbeveling verdient. Deze opmerking betekent niet dat hij tegen dit voorstel is. Ze moet worden gezien als een waarschuwing van de kant van Soest in de richting Amersfoort dat het niet zo is, dat alle plannen van Amersfoort en alles wat er verder uit de Amersfoortse keuken komt, in Soest zo gemakke lijk en zo vanzelfsprekend worden goedgevonden. Van daar dat hij voorstelt dat eerst de redactie van dit voor stel, die in de commissie grondbedrijf en uitbreidings plan ook is aangevochten, wordt gewijzigd, waarbij het begrip „integratie" er beslist uit zou moeten worden gelaten. Als er daarna een redactie is waarme de zijn fractie zich kan verenigen, dan wil de fractie in stemmen met de verlening van het nu gevraagde krediet. De heer VAN POPPELEN zegt dat hij zich in grote lijnen kan aansluiten bij de woorden van de heer Ber- kelbach van der Sprenkel. Toen in september 1967 aan de orde was de vraag of Soest al dan niet aan het Samenwerkingsorgaan Eem land zou deelnemen, heeft de heer Hom gesteld dat de K. V.P.-fractie geen bezwaar had tegen samenwer king in de regio Amersfoort, mits daaruit niet zou voortvloeien dat Soest op een gegeven moment te veel bindingen zou krijgen waardoor de zelfstandig heid van Soest min of meer in gevaar zou komen. Daarbij speelde ook een rol de structuurnota „Oog op Utrechts toekomst", waaruit o.a. een streekplan voor de Utrechtse Heuvelrug en een streekplan voor het Vallei- en Eemgebied zijn voortgevloeid. Bij het doornemen van het bij dit voorstel ter inzage gelegde schrijven heeft spreker zich afgevraagd: Wat bedoelt Amersfoort met het woord „integratie? Hij zou het op prijs stellen als de voorzitter als lid van het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsorgaan Eemland hierop in deze raadsvergadering diep zou in gaan, zodat het ook de raadsleden die geen deel uit maken van het Samenwerkingsorgaan Eemland duide lijk wordt wat het dagelijks bestuur van dit orgaan met het woord „integratie" bedoelt. Bij de K.V.P.-fractie zijn de volgende vragen gerezen. Wat zullen de consequenties zijn als het in dit voor stel bedoelde coördinatieteam op een gegeven moment met het een of andere rapport voor de dag komt? Be staat dan niet het gevaar dat het min of meer een bin dende kracht krijgt, ook van de hogere overheid, en dat de plannen die in de deelnemende gemeenten wor den uitgewerkt, min of meer op de achtergrond wor den gesteld? Denkt het coördinatieteam vooral meer aan grote eenheden, aan grote gemeenten of denkt het meer aan kleinere eenheden, aan kleinere gemeenten? Is er in het dagelijks bestuur van het Samenwerkings orgaan Eemland overleg over geweest in hoeverre de stedebouwkundigen en de verkeersdeskundigen van de deelnemende gemeenten coördinerend zouden kunnen werken zonder dat het team van deskundigen zou worden gevormd en dus zonder het nogal vrij veel kostende onderzoek dat door dit team zal wor den ingesteld? De K. V.P.-fractie is beslist voor samenwerking. Zij acht samenwerking in regionaal verband nodig ter voorkoming van doublures, maar wil graag een nade re toelichting van het college met betrekking tot de nu gestelde vragen ontvangen alvorens in te stemmen met de verlening van het thans gevraagde krediet. De heer DE GROOT zegt dat hij blij is met de kritiek die de heer Berkelbach van der Sprenkel heeft gele verd op de terminologie in dit voorstel. Hij denkt hierbij vooral aan het, ook door andere woordvoer ders gewraakte woord „integratie". Het woord „inte gratie" heeft men ook aangetroffen in de stukken die door het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsor gaan Eemland aan dat orgaan werden toegezonden. Vanuit de Soester afvaardiging is daarop in dat orgaan terecht scherpe kritiek geleverd. Daarbij heeft men in niet mis te verstane woorden gezegd in elk geval niets te moeten hebben van een eenwording, maar slechts samenwerking te willen. Bovendien is toen vanuit de Soester afvaardiging sterk aangedrongen op het uitbrengen van een tussentijds rapport, opdat men zou weten wat dit coördinatieteam zal gaan doen. Spreker hecht bijzonder grote waarde aan dat tussen tijds rapport, omdat het duidelijk kan maken welke richting men denkt uit te gaan. 132

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1969 | | pagina 131