in te dienen. Spreker achtte het belangrijk ook dit
hier nog even naar voren te brengen.
De wethouder mevrouw WALTER VAN DER TOGT:
Ik geloof dat ik daarop niet behoef in te gaan, want
dat staat ook in de brief.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel van burge
meester en wethouders besloten.
Brief d d 31 oktober 1969 van het Kontaktorgaan
Christelijke Bestuursbonden „Eemland" inzake de in
stelling van een werkgroep, welke zich bezig wil hou
den met de sociaal maatschappelijke problematiek met
voorstel deze brief in handen te stellen van burgemees
ter en wethouders voor advies.
De heer DE BRUIN vraagt of het, gelet op de in deze
brief naar voren gebrachte problematiek, niet wense
lijk zou zijn om een afschrift van deze brief, die aan
de raad van de gemeente Soest is gericht en natuurlijk
ook door deze raad moet worden beantwoord, te zen
den aan het Samenwerkingsorgaan Eemland.
De VOORZITTER merkt op dat deze brief ook is ge
richt aan het Samenwerkingsorgaan Eemland. Hij
neemt aan dat deze brief zeker in het dagelijks bestuur
van dat orgaan aan de orde zal komen en dat pas daar
na het advies van B en W inzake de beantwoording
zal worden uitgebracht
De heer DE GROOT meent dat de ten aanzien van de
ze brief op de lijst van ingekomen stukken opgeno
men redactie niet geheel juist is, In deze redactie
staat o a,: „inzake de instelling van een werkgroep",
maar deze werkgroep is reeds ingesteld. De brief han
delt meer over de vraag om bereidheid tot het leggen
van contacten, speciaal met de gemeenten in de regio
Eemland waarbij ook de gemeente Baarn wordt ge
noemd De werkgroep is al met haar werkzaamheden
begonnen Dat blijkt ook duidelijk uit het zeer ambi
tieuze programma dat in de brief naar voren wordt
gebracht en dat o a. de verhouding hoogbouw-laag-
bouw en het schenken van speciale aandacht aan de
woningbouw voor de lagere inkomensgroepen betreft.
De VOORZITTER acht het niet nodig dat men nu
gaat redetwisten over redacties Hij wijst erop dat
„inzake de instelling" ook kan worden uitgelegd als:
betrekking hebbende op de instelling, dus op de inge
stelde Hij geeft toe dat de redactie zoals die op de
lijst van ingekomen stukken voorkomt een beetje
moeilijk is, maar het college heeft wel begrepen dat de
werkgroep in kwestie is ingesteld, van allerlei wil on
dernemen en daarvoor contacten wil hebben met ver
schillende gemeentebesturen. Hij gelooft dat uit de
redactie wel is te lezen wat wordt bedoeld, maar dat
men er ook iets anders uit kan lezen,
Met betrekking tot het stuk wordt besloten overeen
komstig hetgeen daaromtrent door B. en W is voorge
steld
Brief d d 4 november 1969 van de Werkgroep Ge-
meentepolitfekD'66, betrekking hebbende op de com
missievergaderingen van de gemeenteraad met voorstel
deze brief in handen te stellen van burgemeester en
wethouders voor advies.
De heer DE GROOT zegt dat de fractie van Binding
Rechts graag akkoord gaat met het voorstel van het
college om deze brief in handen te stellen van B. en
W om advies.
Het spreekt haast vanzelf, dat deze brief de fractie
van Binding Rechts bijzonder welkom is. Al eerder,
vooral ook in de openbare begrotingsvergadering van
de raad op 20 december van het vorige jaar, heeft de
ze fractie er bij het college op aangedrongen de ver
gaderingen van raadscommissies in het openbaar te
doen plaatsvinden. De fractie heeft dit het college toen
in overweging gegeven, maar tot haar spijt heeft het
college dit niet of nauwelijks willen overwegen, doch
het zonder meer van de hand gewezen. De tractie
heeft toen tot haar spijt vanuit de raad geen enkele
steun of medewerking ondervonden. Het verheugt de
fractie dan ook, dat nu uit de bevolking zulke sponta
ne reacties opkomen.
De Werkgroep Gemeentepolitiek D'66 heeft zich al
enige tijd bijzonder geïnteresseerd voor de besturing
van de gemeente. Spreker kan het heel goed begrij
pen dat het voor deze werkgroep moeilijk is om goed
op de hoogte te komen van de juiste wijze van func
tionering van o.a, de gemeenteraad. Dit wordt mede
bemoeilijkt doordat een' groot deel van de beraadsla
gingen ten aanzien van raadsvoorstellen plaatsvindt in
niet openbare, niet voor de burgerij toegankelijke
commissievergaderingen. Er wordt vooral van de zijde
van de burgerij steeds meer aangedrongen op in
spraak, op openbaarmaking. Daaraan is gewoon niet te
ontkomen. Blijkens verleden week in de pers versche
nen berichten zal nu ook de V.V.D. actief zijn met
betrekking tot het openbaar maken van vergaderingen
van raadscommissies - het liefst zelfs met terugwer
kende kracht.
Het college zal een en ander op de duur niet kunnen
negeren. De aandrang zal zowel vanuit de burgerij als
vanuit de raad steeds sterker worden, steeds meer zal
worden aangedrongen op meer openbaarmaking.
Daarom hoopt spreker dat het college bij het uitbren
gen van het advies hiermede rekening zal willen hou
den. Mochten er niettemin bij het college onverhoopt
onoverkomelijke bezwaren blijven bestaan tegen het
openbaar maken van vergaderingen van raadscommis
sies - daaraan zijn inderdaad ook wel nadelen verbon
den, maar de fractie van Binding Rechts acht de voor
delen nu eenmaal groter - dan zou spreker het colle
ge toch in overweging willen geven een totaal andere
werkwijze te gaan volgen dan tot nu toe, bijv. door de
raadscommissies in een veel vroeger stadium in te
schakelen bij de werkzaamheden. Hij denkt hierbij
met name aan een gang van zaken, waarbij het colle
ge, wanneer het voornemens is de raad een voorstel te
doen, de raadscommissies om advies vraagt voordat
het de raad dat voorstel doet, (deze commissies zijn
per slot van rekening ingesteld met het doel het colle
ge te adviseren) om daarna een voorstel aan de raad te
doen dat niet meer in een commissie wordt behandeld,
maar onmiddellijk in de openbare vergadering van de
raad aan de orde wordt gesteld, zodat de discussies
in het openbaar kunnen plaatsvinden. Hij weet dat
wat bepaalde zaken betreft een openbare behandeling
niet wenselijk is. Hij weet echter ook, dat ten aanzien
van zulke uitzonderingen kan dienen de bepaling in de
gemeentewet, dat beraadslaging met gesloten deuren
kan plaatsvinden, Het spreekt zijns inziens voor zich
zelf dat van deze bepaling slechts in uiterste noodzaak
gebruik zal mogen worden gemaakt. Hij hoopt dat de
nu door hem gemaakte opmerkingen mede in de
overwegingen van het college zullen worden betrok
ken.
Mevrouw POLET-MUSLER merkt op dat zij in het ver
leden altijd heeft gezegd dat zij geen nut ziet in het
openbaar maken van commissievergaderingen. Zij is
wat dit betreft nog niet van mening veranderd.
Spreekster gelooft dat, zeker bij D'66, het verlangen
150