WONINGBEDRIJF.
De heer EBBERS merkt op dat er in Soesterberg ini
tiatieven zijn genomen om te komen tot de realisatie
van peuterspeelplaatsen. Hij denkt in dit verband in
het bijzonder aan het wijkgebouw achter de Lorentz-
laan. Dit gebouw is misschien wel bij uitstek geschikt
voor de realisatie van bedoelde peuterspeelplaatsen.
De VOORZITTER zegt dat het college natuurlijk
openstaat voor suggesties. Het betrokken gebouwtje
wordt op het ogenblik gebruikt voor het houden van
recepties. Wanneer er uit Soesterberg andere in het
belang van de wijkopbouw zijnde ideeën komen,
dan zullen deze ideeën worden bekeken.
De begroting van het woningbedrijf wordt zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld.
BEDRIJF GEMEENTEWERKEN.
De heer WESTRA herinnert eraan dat in augustus
1969 een lening van f. 1.900.000,- is gesloten voor
pipe-line-financiering van Vondelweg-Ossendamweg.
Het is thans bijna half december, maar de uitvoering
van het werk is nog niet ter hand genomen. Wat is de
oorzaak?
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
zegt dat de pipe-line in het geheel gold. Het deel Laan-
straat-Beckeringhstraat wordt deze maand aanbesteed.
Bij de Vondellaan is men bezig met een aantal grond
aankopen, onder meer omdat een huisje bij de Soester-
bergsestraat in de weg staat. Het had nu zin om te be
ginnen waar men meteen vooruit kan. En dat was in
de Laanstraat. De pipe-line-financiering gold ook voor
de Laanstraat.
De heer WESTRA: In de Vondellaan en op de Ossen-
damweg gebeurt nog niets.
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Dat komt nog. In de Laanstraat wordt begonnen. De
kredieten voor beide werken zijn samengepakt. Het
gehele werk wordt door middel van een pipe-line-fi
nanciering gefinancierd. Zo gauw dat mogelijk is zal
er worden begonnen aan de Vondellaan, maar daar
moet eerst nog een huisje worden gekocht.
De heer WESTRA: Ik meen dat er destijds op de stuk
ken stond dat de geldlening bestemd was voor Ossen-
damweg en Vondellaan.
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Plus Beckeringhstraat en Laanstraat. De werken vor
men een geheel.
De heer WESTRA: Dus binnenkort wordt er begon
nen in de Vondellaan?
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Men mag beginnen waar begonnen kan worden.
De heer WESTRA zegt dat hij tijdens de algemene
beschouwingen heeft gewezen op de voordelen die
plastic vuilniszakken bieden aan ouden van dagen. Op
een bepaalde plaats moeten de bejaarden meer dan 40
meter lopen met hun vuilnisemmers. Is het mogelijk
deze mensen gebruik te laten maken van papieren of
plastic vuilniszakken? Het voordeel zal o.a. zijn dat
deze mensen maar eenmaal per week de vuilniszak
behoeven weg te brengen.
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
antwoordt dat plastic vuilniszakken niet kunnen wor
den verwerkt door het compostbedrijf. Dat is de
moeilijkheid.
De heer WESTRA: Kunnen de zakken dan niet wor
den geleegd?
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Neen, dat is niet mogelijk. Het compostbedrijf heeft
heel slechte ervaringen met de plastic zakken. De zak
jes die in keukenemmers terechtkomen leveren al gro
te problemen op.
De heer WESTRA: U begrijpt mij niet. Kunnen de plas
tic zakken niet bij het compostbedrijf worden ge
leegd? Dan gaat de zak naar een andere plaats dan
het vuilnis. Waar die zak naartoe gaat interesseert mij
niet.
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Dat kan niet, want de huisvuilwagen pakt de zak en
draait hem meteen kapot.Dat betekent dat die lap
plastic ergens half verscheurd in de trommel zit.
De heer WESTRA: Wij worden derhalve de dupe van
de techniek.
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Soest beschikt wel over plastic vuilnisemmers. Deze
emmers zijn lichter en worden in flatgebouwen ge
bruikt. Deze emmers voldoen in de praktijk echter
niet, omdat zij bijzonder kwetsbaar zijn. De deksels
zijn vlug kapot, vooral wanneer men op de deksel
gaat staan. Het is natuurlijk niet ondenkbaar dat be
jaarden in het bezit worden gesteld van een plastic
vuilnisemmer.
De heer WESTRA: Maar dan blijft nog het probleem
van het brengen en het halen bestaan. Dat moet twee
maal in de week gebeuren.
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Dan moeten zij hun buurman maar eens lief aankij
ken.
De wethouder DE HAAN: Het zijn allemaal bejaar
den.
De heer WESTRA: Die buurman is ook 70 of 80 jaar.
Mevrouw POLET-MUSLER: Het gaat om het com
plex Molenschot.
De heer WESTRA: De aanvoerwegen zijn daar niet
gelukkig geprojecteerd.
Mevrouw POLET-MUSLER: In dat complex zouden
dan papieren zakken kunnen worden gebruikt.
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Maar die zakken zijn duur.
Mevrouw POLET-MUSLER: Wat is de kostprijs dan?
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Een kwartje. En dat kwartje komt boven de afvoer-
rechten.
Mevrouw POLET-MUSLER: Maar als je alleen papie
ren zakken gaat gebruiken
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Maar die emmer kost maar f. 15,— en dat bedrag wordt
in tien jaar afgeschreven, dat wil zeggen f. 1,50 per
jaar. Het gebruik van papieren zakken is dan ook aan
zienlijk duurder, hoewel het gebruik van deze zakken
denkbaar is.
De heer OLDENBOOM merkt op dat hij gisteravond
op een nogal emotionele wijze is benaderd in verband
met een bepaalde passage in het verslag van de verga
dering van de tweede afdeling - met name die over de
akoestiek in de zaal van de brandweerkazerne. De
bedoelde passage is blijkbaar wel bijzonder onzorgvul
dig in de tweede afdeling geformuleerd - spreker was
hier niet bij - en ook de formulering in het Antwoord
is nogal onzorgvuldig geweest. Wanneer wordt gezegd
dat de akoestiek in de genoemde ruimte niet goed is,
dan is dat op zich zelf niet juist. Akoestiek is een in-