rde rleer- ibis van ïoofdelijke rde r :1 189, ,967. ïoofde- ;staan om te komen tot de bouw van een nieuwe m.a.v.o.- school in combinatie met de Van der Huchtschool. In de pers is in dit verband van twee scholen gespro ken. Spreker dacht dat het één grote school zou worden die gemeenschappelijk zou worden ge bruikt. Stel dat deze school binnen niet al te lange tijd gerealiseerd gaat worden, is het dan de bedoeling dat er voor de twee schoolverenigingen een nieuwe stichtingsvorm komt, zodat er qua rechtspersoon een totaal nieuwe school ontstaat, waarschijnlijk op neu trale basis? Of blijven de twee huidige schoolvereni gingen bestaan? De wethouder DE HAAN zegt dat men, los van de bouwplannen voor een nieuwe m.a.v.o,-school, een paar jaar geleden vrij ver gevorderd was in een poging om de door de heer Verheus bedoelde scholen onder één noemer te brengen. Daarvoor waren verschillende redenen aanwezig In de eerste plaats was uit de ge gevens van de Wet op het voortgezet onderwijs geble ken, dat hoe kleiner een m.a.v.o.-school is, hoe moeilijker het is om op de duur te gaan voldoen aan de eisen, te stellen aan behoorlijk m.a.v.o., als gevolg van de invoering van de z.g, pakketkeuze. De keuze van de leerlingen dus, al naar aanleg, ten aanzien van een aantal vakken welke vroeger bij het u.l.o., waar men alleen maar een A en B-keuze had, van beperk ter omvang waren. Een paar jaar geleden is er een vrij uitvoerig gesprek geweest met het bestuur van de stichting van de Van der Huchtschool. Zoals gezegd is, is er een vrij vergaand overleg geweest De bedoe ling was om in het leven te roepen een commissie ar tikel 61 van de gemeentewet, een commissie door de gemeenteraad in te stellen dus, die een eigen rechts vorm zou opstellen voor één school die de beide ge noemde scholen kan omvatten, Deze besprekingen- zijn op het laatste moment afgestuit op het bezwaar van de landelijke Vereniging voor individueel onder wijs die ten aanzien van een bepaalde schoolvorm - het i.v.o.-onderwijs - haar goedkeuring moet geven, wil deze school onder vigeur van de wet blijven. Op grond van het bezwaar van de genoemde vereniging was het niet meer aantrekkelijk en zelfs niet meer mogelijk om de bedoelde samenwerking voort te zet ten. De zaak is in de ijskast gestopt, misschien ook in de hoop dat de landelijke i.v.o.-vereniging op de duur zou verjongen, hetgeen in de ogen van het colle ge wenselijk lijkt, of dat zij wat verhelderende idee ën over de zaak zou krijgen. Intussen deed zich de noodzakelijkheid voor om te zorgen voor een behoor lijke huisvesting, zowel voor de openbare school die in een bijzonder oud gebouw zit, als voor de Van der Huchtschool, die naast een zekere vestiging in een vleu gel van de lagere school, nog in drie noodgebouwen haar intrek heeft genomen, Er is contact opgenomen met de stichting Van der Huchtschool, die direct ak koord ging met de gezamenlijke bouw van twee scho len op één terrein met gemeenschappelijke ruimten, zoals gymnastieklokaal, vaklokalen enz. Voorshands is de opzet: ieder heeft een eigen gedeelte en geza menlijk heeft men bepaalde gedeelten. De gemeente zal optreden als degene die de zaak levert en de scho len nemen datgene af wat specifiek voor hun gedeel te nodig is. Het gemeenschappelijke blijft bij de ge meente en de scholen betalen daarvoor vergoedingen. Mocht het zijn dat men in de loop der jaren of tijdens de bouw alsnog tot overeenstemming komt over een andere beheersvorm, dan is daartegen geen enkel be zwaar. Maar dit zal alleen maar kunnen via een om mekeer in het standpunt van de landelijke i v o.- vereniging. Wanneer deze vereniging haar bezwaren opgeeft, zou de zaak rond zijn. Dat zou het prettigst zijn, maar het zit er op het moment nog niet in. Mevrouw POLET-MUSLER wil met enige schroom de aandacht vestigen op de schoolmelkvoorziening. Zoals men weet heeft zij in de loop der jaren hevig gepleit voor melkverstrekking op de scholen. Zij ging er hierbij van uit, dat melk een bij uitstek geschikt voedingsmiddel was en dat een onderbreking van de morgen - waarin de melk gedronken werd - voor de kinderen heel erg nuttig was. De laatste tijd verschijnen er echter geregeld publi- katies, waarin te beluisteren valt dat melk wegens het hoge vetgehalte een bijna verderfelijk voedingsmiddel is. Zij hebben haar aan het twijfelen gebracht of melk wel zo'n heilzaam voedingsmiddel is. Zou het mogelijk zijn om deze kwestie voor te leggen aan de commissie gezondheidszorg? Dan kunnen deze vakmensen hun licht eens over het probleem laten schijnen. De VOORZITTER merkt op dat hij de commissie ge zondheidszorg geen concurrentie wil aandoen, maar hij wil toch wel even op de kwestie van de schoolmelk voorziening ingaan. De kwestie is ook uitvoerig besproken en van diverse kanten belicht in de commissie voor de schoolartsen- dienst. Daarbij kwam ook het artikel van dokter Melle- ma ter sprake, waarin gewaarschuwd werd dat de kin deren te veel vet naar binnen krijgen. Spreker heeft wel begrepen dat het iets anders is of een kind in de vorm van melk vet naar binnen krijgt, of dat een ouder iemand een zelfde hoeveelheid vet opneemt. Bij een kind moet - hij wil overigens met zijn uiteenzettingen voorzichtig zijn, want er zit een dokter in de zaal! - een heleboel opgebouwd worden, waarvoor allerlei stoffen nodig zijn. De schoolartsendienst en de inspecteur voor de volks gezondheid die bij de bespreking aanwezig waren, wa ren van mening dat de waarschuwingen van dokter Mellema erg overtrokken waren en dat de schoolmelk toch eigenlijk wel een ideale schoolvoeding voor „tus sendoor" was. Om helemaal zeker te zijn, werd be sloten om in deze nog eens het advies te vragen van de Voedingsraad. Dat gebeurt nog. Mocht dit advies een ander geluid opleveren, dan kan nog altijd tot op heffing van de schoolmelkvoorziening worden overge gaan. Overigens was men van mening dat in een hoe veelheid schoolmelk van enige weken wellicht minder vet zit, dan in een portie patat met mayonaise die door een kind na schooltijd nog wel eens verorberd placht te worden. Mevrouw POLET-MUSLER merkt op dat het college in zijn Antwoord heeft gesteld dat de ventilatie in de zaal van de brandweerkazerne vrij goed is. Kan het col lege deze zienswijze op het ogenblik nog staande houden? Kunnen er in de zoldering geen ventilators worden gemonteerd? De VOORZITTER zegt dat in de door mevrouw Po- let aangewezen plaatsen reeds ventilators zitten. De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL: Men vergadert te lang! De VOORZITTER: Toen het college het door me vrouw Polet gememoreerde antwoord gaf, was er in de genoemde zaal nog geen begrotingsvergadering ge houden. Wellicht stelt zo'n vergadering andere eisen aan de ventilatie dan een gewone raadsvergadering. Mevrouw POLET-MUSLER: Ik vind het bij een gewo ne vergadering ook al niet om te harden. Van die 207

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1969 | | pagina 206