Nr. 1 15 januari 1969. NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op woensdag 15 januari 1969, te 19.30 uur. VOORZITTER: de heer K. de Haan, wethouder/loco-bur gemeester. SECRETARIS: de heer J. Dobben, loco-secretaris. Tegenwoordig de leden: J. van den Arend, J.W.D. Berkelbach van der Sprenkel, J.K. de Bruin, Drs. L.J. Dijkstra, J.J. Eb- bers, B.H.A. Elbertse, M. de Groot, J.H. Hom, J.C. Korte, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, P.C. Pieren, mevrouw S.M. Polet-Musler, J.R. van Poppelen, D.Chr. Stam, P.L.J.M. Storimans, J.N.H. Veldhuysen, C. Verheus en mevrouw M.C.P. Walter-van der Togt. Afwezig met kennisgeving: de burgemeester, de heer Mr. S.P. Baron Bentinck, en de leden G.C. van den Berg, P. Grift, en A.S. Westra. De VOORZITTER opent de vergadering en doet voor lezing van de gebedsformule. Vervolgens deelt hij mede, dat de burgemeester wegens ziekte is verhinderd deze vergadering voor te zitten, dat de heer Westra nog steeds in het ziekenhuis verblijft en in goe de welstand verkeert, dat de heer Grift nog ziek thuis ligt en nog wel enige tijd uit de running zal blijven, en dat ook de heer van den Berg zich ziek heeft gemeld. Daarop spreekt hij de volgende woorden: Dames en Heren! De burgemeester heeft mij gevraagd zijn nieuwjaarsrede voor te lezen. Dit betekent dat ik u nu voorlees de toespraak die de burgemeester zou hebben ge houden als hij in ons midden was geweest. Dames en Heren! Tijdens de laatste vergadering van uw raad in 1968 werd de gedachte geopperd om geen kostbare voorzieningen te treffen aan de raadzaal, die er toch niet ruimer door zal worden, doch, in afwachting van de bouw van een nieuw raadhuis, in de zaal van de brandweerkazerne te vergaderen. Het leek mij juist zo spoedig mogelijk de proef te nemen met een vergadering in deze lokaliteit. Vandaar kan ik u bij het begin van onze eerste vergadering in het nieuwe jaar in deze nieuwe omgeving welkom heten. Ik stel mij voor aan het eind van deze vergadering een eenvoudige enquete te houden, ten einde enig inzicht te krijgen in uw ervaring met deze vergaderruimte en wellicht enige suggesties voor aan te brengen verbeteringen te ont vangen. Na de turbulente laatste twee weken van 1968, waar in 2 raadsvergaderingen - waaronder de begrotingsvergade ring-, de kerstdagen en het vieren van Oud en Nieuw extra beslag legden op onze gedachten en gevoelens, zijn amper 2 weken verlopen; een te korte tijd om reeds objectief af stand te nemen van 1968, kort genoeg om u alsnog voor 1969 alle goeds toe te wensen. We weten vooruit, dat het nieuwe jaar ons een mengsel van goed en kwaad zal brengen. Moge het goede daarbij do mineren. Moge bovenal het u lukken het goede als zodanig te herkennen en te waarderen en het kwade tot een positie ve factor in uw leven om te vormen. Wij missen uit ons midden de heren Grift en Westra, die door ziekte en ongeval in het ziekenhuis moeten ver blijven. Onze gedachten en warme sympathie gaan op dit ogenblik in het bijzonder naar beiden uit, die het nieuwe jaar onder zulke moeilijke omstandigheden zijn binnenge gaan. Mogen zij spoedig herstellen en zich gesterkt vóelen door ons aller medeleven. Ons wacht weer een jaar, waarin wij voort zullen gaan te trachten een zodanige vorm te geven aan het kader waarin het plaatselijk leven zich zal afspelen, dat dit de gunstigste ontwikkelingskansen krijgt. We zullen ons hierbij voortdurend opnieuw moeten oriënteren en bezinnen, omdat in de dyna miek van deze tijd zowel het patroon van wensen en eisen als dat van adequate oplossingen geen vast gegeven is. Het komt voor dat, door het dikwijls lange tijdsverloop tussen de vorming en de verwezenlijking van een idee, de in zichten omtrent deze verwezenlijking zich wijzigen. Het ge meentebestuur zal de elasticiteit moeten hebben om in een dergelijke situatie niet star vast te houden aan oude inzich ten, doch zich open te stellen voor nieuwe oplossingen. Het argument dat een bepaalde oplossing op een bepaald moment als de beste naar voren gebracht is, heeft onder veranderde omstandigheden en inzichten zijn kracht verloren. De veelheid der wensen, die om vervulling vragen en der vraagstukken, die opgelost moeten worden, en vooral het korte tijdsbestek, waarin men de vervulling of de oplossing verwacht, mogen er niet toe leiden tevreden te zijn met een vervulling van wensen of het aan de hand doen van oplossin gen van vraagstukken welke onvoldoende bezonnen en door dacht zijn. De voorkeur verdient dan voorlopig het antwoord of de oplossing schuldig te blijven. Ik vertrouw evenwel, dat het ons ook in het nieuw aan gevangen jaar mogelijk zal zijn in gezamenlijke inspanning en met het vereiste elan verder te werken in het belang onzer inwoners. Thans wil ik u enige gegevens over het afgelopen jaar geven. Wellicht zijn zij hier en daar van nut bij het uitzetten van de koers voor 1969. In 1968 vonden 579 (621) geboorten plaats en overleden 270 (257) personen, derhalve een geboorte-overschot ople verende van 309 (364). Er vestigden zich 2659 (2362) personen, terwijl er 2550 (2494) vertrokken, derhalve een vestigingsoverschot ople verende van 109 (132 negatief). Als resultaat van een en ander vermeerderde de bevolking met 418 (232) zielen van 33.190 tot 33.608. In deze cijfers zijn die van Soesterberg begrepen. Hier vonden 109 (117) geboorten plaats en overleden 31 (20) personen, een geboorte-overschot opleverende van 78 (97). Tegenover de vestiging van 562 (685) personen stond het vertrek van 767 (697) personen, een vertrekoverschot ople verende van 205 (12). Het resultaat in 1968 was vermindering van de bevolking met 127 (aanwas 85) zielen van 6589 tot 6462. Er werden 309 (268) huwelijken voltrokken. Het aantal verhuizingen binnen de gemeente zowel van ge zinnen als van alleenstaande personen bedroeg 1029 (679). 192 (0) woningwetwoningen kwamen gereed en 155 (159) andere woningen, waarvan te Soesterberg 5 (5). Van deze 155 woningen werden er 72 (34) met premie en 83 (125) zonder premie gebouwd, waarvan 5 (5) te Soesterberg. De woningvoorraad werd door splitsing van woningen niet (met)2) vermeerderd, 6 (7) woningen werden onbewoonbaar verklaard, 9 (4) onbewoonbaar verklaarde woningen werden ontruimd en 15 (5) werden gesloopt. Daarnaast werden 31 (10) nietonbewoonbaar verklaarde woningen gesloopt. 11 (16) onbewoonbaar verklaarde woningen zijn thans nog be woond. Als gevolg van deze wijziging vermeerderde het aantal wonin gen met 309 (144) van 8743 tot 9052. In 1968 werden voor Soest 1037 (512) vestigingsvergunnin gen uitgereikt en wel 546 (242) aan personen ter plaatse, van wie 164 (104) een eigendom konden betrekken, 185 (105) aan personen van elders door koop, waarvan 56 (23) l)De tussen haakjes vermelde cijfers betreffende het voor gaande jaar 1

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1969 | | pagina 2