Het antwoord aan de heer Bouvy kan derhalve alleen lui
den dat de raad het verzoek niet ontvankelijk verklaart,
Wanneer de raad alleen zou besluiten het verzoek voor
kennisgeving aan te nemen, dan zou de betrokkene de
raad in gebreke kunnen stellen, omdat deze niet heeft ge
reageerd op het beroepschrift. Op het verzoek van de heer
Bouvy moet een antwoord komen Het antwoord dient
te luiden:
Mijnheer Bouvy, u bent aan het verkeerde adres met
uw verzoek.
De heer DIJKSTRA zegt het niet eens te zijn met het
geen is opgemerkthij zal zich echter neerleggen bij het
geen burgemeester en wethouders voorstellen.
De VOORZITTER betreurt het dat de heer Dijkstra
niet overtuigd is.
Burgemeester en wethouders hebben betrokkene laten
weten dat zij bereid zijn om, indien er onduidelijkheden
staan in de aanschrijvingen of wanneer het de heer Bouvy
niet duidelijk is waarom de aanschrijvingen zijn ver
stuurd, nadere uitleg te geven, zodat eventueel bestaande
misverstanden kunnen worden weggenomen.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten
overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester
en wethouders is voorgesteld
c. Schrijven d.d. 18 maart 1969 van de Ouderraad voor
het openbaar lager onderwijs te Soest, waarbij het jaar
overzicht 1967/1968 wordt aangeboden.
d. Nota van de directeur van het Soester Natuurbad inza
ke begrotingscijfers van diverse zwembaden.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
e. Schrijven d.d. 24 maart 1969 van gedeputeerde staten
van Utrecht, afdeling 2B, nummer 3157/708, inzake het
ontwerp-tracé van secundaire weg 5 (Birkstraat), met
voorstel dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen.
De heer VAN POPPELEN merkt op dat de onderhavi
ge aangelegenheid vorig jaar reeds een paar keer ter spra
ke is gekomen. Hij gevoelt thans weinig behoefte om diep
in te gaan op de zaak, maar hij wil niettemin een paar pun
ten uit de brief van het provinciaal bestuur releveren. De
eerste alinea luidt:
„De mededeling gedaan in ons statenvoorstel nr. B-8/
1968 naar aanleiding van de bezwaren van de afdelin
gen Soest van de A.B.T.B. en de C.B.T.B. tegen het
globaal tracé van secundaire weg 5 ten noorden van de
bestaande Birkstraat is inderdaad niet geheel correct".
Dit is een zeer verheugende mededeling. De vierde ali
nea van de brief luidt echter:
„Gelet op de ligging van de weg over de Engh noorde
lijk van de Birkstraat is dan een tracering van een
nieuwe vervangende weg noordelijk van de Birkstraat
voor de hand liggend."
In de laatste alinea van de brief delen gedeputeerde
staten weliswaar mede dat er nog overleg moet worden
gepleegd, maar spreker verzoekt burgemeester en wethou
ders thans reeds bij gedeputeerde staten met klem aan te
dringen op een vervangende weg ten zuiden van de Birk
straat.
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
zegt dat uit de brief van gedeputeerde staten blijkt, dat
de keuze van het tracé nog volledig open is. Van de zijde
van het college van burgemeester en wethouders zal alle
mogelijke moeite worden gedaan om de vervangende weg
ten zuiden van de Birkstraat te krijgen. Er zijn op het
ogenblik besprekingen gaande; te zijner tijd zal de raad
worden ingelicht.
De weg waarom het gaat zal waarschijnlijk een provin
ciale weg worden, zodat de weg op kosten van de provin
cie zal worden uitgevoerd.
Het stuk wordt aangenomen voor kennisgeving.
f. Rapport d.d. 11 april 1969 van de stichting lichame
lijke opvoeding en sport Soest inzake een ingesteld on
derzoek naar schimmelinfecties en wratten aan de voetzo
len van kinderen tengevolge van gymnastiekbeoefening
op blote voeten.
g. Schrijven d.d 16 april 1969 van het Samenwerkings
orgaan Eemland, waarbij wordt overgelegd een raming
van de dagelijkse kosten voor 1970 en een verdeling van
die kosten over de deelnemende gemeenten,
h. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor veri
ficatie en financiële adviezen der Vereniging van Neder
landse Gemeenten.
i. Mededeling dat de gemeente- en bedrijfsbegrotingen
voor 1969 op 25 april door gedeputeerde staten zijn
goedgekeurd
j. Brief van het Waterleidingbedrijf Midden-Nederland
d.d. 25 april 1969, waarbij gevoegd ontwerp-eerste begro
tingswijziging 1969 en een nota inzake het financiële be
leid
Deze stukken worden aangenomen voor kennisgeving.
97. (2) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor de aanschaf van een straatveegmachine.
De heer DE GROOT zegt dat een krediet van
f. 35-000,- wordt gevraagd voor de aanschaf van een
nieuwe kleine straatveegmachine, terwijl in het preadvies
wordt vermeld, dat een in 1959 gekochte machine buiten
bedrijf is gesteld. Aangenomen mag worden dat de ma
chine die na tien jaar buiten bedrijf is gesteld, versleten
is, hetgeen ook wel kan en mag. Wat gaat er echter met
deze versleten machine gebeuren? Wordt zij ingeruild bij
de leverancier? Het is vaak financieel aantrekkelijk om
bij aankoop van een nieuwe machine een oude machine
in te ruilen Wanneer spreker een versleten tractor of melk
machine heeft, dan wordt het versleten apparaat inge
ruild bij de leverancier die het nieuwe apparaat levert.
Voor het oude apparaat wordt op deze wijze een belang
rijk hogere prijs verkregen dan wanneer het zou worden
verkocht. De provisie die bij de catalogusprijs is inbegre
pen, laat een dergelijke korting ook toe. Is er ook in het
onderhavige geval sprake van inruil?
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
zegt dat zij de heer De Groot tot haar spijt niet kan in
lichten. De oude machine, die wel redelijk heeft ge
werkt maar in het gebruik toch niet voldeed, is totaal
versleten Het oude apparaat was voor de berijder bij
zonder onprettig, omdat er totaal geen vering in zat. Van
daar dat ook is besloten over te gaan op een geheel ande
re machine. Spreekster kan niet mededelen of bij de aan
koop van de nieuwe machine inruil van de oude machine
mogelijk was. Waar inruil mogelijk is gebeurt dat steeds.
Zij zal nagaan of is geprobeerd de oude machine in te rui
len; tijdens de volgende vergadering zal de heer De Groot
dan antwoord kunnen krijgen op zijn gestelde vraag.
De heer DE GROOT vindt het moeilijk om zonder dat
hij iets naders weet akkoord te gaan met het onderhavige
voorstel. De oude machine brengt niets op, wanneer zij
blijft staan en ten slotte op de schroothoop terecht komt.
Hij meent dat door inruil een behoorlijke korting kan
worden verkregen op de aanschaffingsprijs van de nieuwe
machine. Burgemeester en wethouders blijven z,i. in ge
breke, omdat zij niet meer weten dan tot dusverre is me
degedeeld. Het voorstel is niet goed zakelijk voorbereid.
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
zegt dat nu in het preadvies niet staat vermeld dat er in
ruil plaatsvindt, moet worden aangenomen dat inruil
niet mogelijk is. De oude machine is versleten. Thans
wordt er een machine van een totaal ander merk aange
kocht Waar mogelijk wordt steeds een oude machine in
geruild.
52