beschikt plus een grote verbrandingsoven. Het is de be
doeling dat het Soester compostbedrijf in die geest wordt
uitgebreid.
De heer EBBERS vraagt of de inrit waarvan de vuilnis
wagens gebruik zullen maken die grof vuil naar deze
stortplaats brengen, binnen het terrein van het departe
ment van defensie, met name binnen het hek van de
Vlasakkers ligt. Men moet de betonweg ongeveer 500 m
oprijden wil men bij dat hek komen. Spreker vreest dat
wanneer die inrit buiten dat hek ligt, er een prachtige ge
legenheid om vuil te storten bestaat voor mensen die heb
ben vergeten hun vuilnisbak te laten ledigen en die emmer
in hun auto laden om hem ergens te ledigen. Als dit ge
beurt, komt er toch huisvuil op deze stortplaats terecht.
De wethouder mevrouw WALTER-van der Togt:
Dat kan niet, want wij hebben speciaal vergunning van de
luchtmacht om die weg te berijden. Een ander kan daar
niet op. Ik neem aan - precies weet ik het niet - dat de
inrit voorbij het hek ligt.
De heer EBBERS: Het zou wel aanbeveling verdienen
de inrit binnen het hek te krijgen. Dat zou het mooist zijn,
want daar staat een wacht.
De heer OLDENBOOM: Behalve op zondag!
De heer EBBERS: Dan is het hek op slot!
De heer OLDENBOOM: Neen, dan is het open!
De heer EBBERS: Inderdaad, voor de wandelaars, U
heeft gelijk.
De VOORZITTER: De vergunning impliceert dat men
door het hek moet, want anders heeft men geen vergun
ning nodig!
De heer OLDENBOOM: De eigen weg begint voor het
hek. Men heeft dus al toestemming nodig om bij het hek
te komen.
De wethouder mevrouw WALTER-van der Togt: Dat
dacht ik ook.
De heer EBBERS: Maar er wordt wel gereden. Dat is
wel bekend!
De VOORZITTER: Wij gaan het wel even na.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
5 (5) C. het uitbreiden en wijzigen van een bestaande in
richting voor vervaardiging van huishoudelijke artikelen
aan de van Lenneplaan 73.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
6 (6) Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld
in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 aan:
A. het R.K. Schoolbestuur Soesterberg voor het bouwen
van nieuwe toiletten, het aansluiten op de riolering en
het aanbrengen van nieuwe plafonds t.b.v. de Carolus-
school te Soesterberg.
De heer DE GROOT vraagt of de uitvoering van deze
nogal ingrijpende verbouwingen de lesgeving zal stagneren
dan wel in de zomervakantie zal plaatshebben.
De VOORZITTER antwoordt dat het de bedoeling is,
dat deze werkzaamheden in de zomervakantie worden
uitgevoerd.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
B. het bestuur van de vereniging "De School met den
Bijbel" te Soest voor het aanschaffen van leer- en hulp
middelen t.b.v. de Insingerschool voor g.l.o. te Soest;
C. het bestuur van de stichting van der Huchtscholen voor
het aanschaffen van meubilair en hulpmiddelen t.b.v. de
van der Huchtschool voor M.A.V.O.;
D. het bestuur van de stichting van der Huchtscholen voor
het betegelen van het speelterrein, alsmede het verbouwen
van een opslagplaats voor gymnastiekmateriaal t.b.v. de
van der Huchtschool voor g.l.o.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
7 (7) Voorstel tot het weigeren van ontheffing als bedoeld
in artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet voor het
oprichten van een vuilnisstortplaats aan de Beukenlaan.
De heer DE BRUIN zegt dat hij toch wel graag zou
zien, dat als dit voorstel door de raad wordt aangenomen,
de gemeente het op de betrokken plaats storten van vuil,
ook al is het maar veegvuil, achterwege laat.
De VOORZITTER antwoordt dat reeds een opdracht
in die richting is gegeven.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
8 (8) Voorstel tot het verlenen van medewerking als be
doeld in artikel 50 van de Kleuteronderwijswet aan het
bestuur van de stichting van der Huchtscholen voor het
aanschaffen van ontwikkelingsmateriaal en een naambord
voor de kleuterschool.
9 (9) Voorstel tot het onbewoonbaar verklaren van de wo
ningen Koninginnelaan 83, Kolonieweg 1 en Kerkpad z.z.
59.
Deze beide voorstellen worden achtereenvolgens zonder
discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
10 (10) Voorstel tot het niet ontvankelijk verklaren van een
beroepschrift ingesteld door B. Bakker te Soest tegen
weigering van een door hem gevraagde bouwvergunning.
De wethouder mevrouw WALTER-van der Togt merkt
op dat het bijzonder jammer.is, dat de familie Bakker niet
heeft geweten dat ze binnen een maand tegen het besluit
van burgemeester en wethouders tot weigering van de ver
gunning in beroep moest komen. Dit was deze familie niet
medegedeeld. Bij weigering van de bouwvergunning wordt
wel gezegd dat men bezwaar kan maken, maar daarbij
wordt niet vermeld binnen welke termijn men dat moet
doen. Voortaan zal ook die termijn worden vermeld wan
neer er sprake is van een soortgelijk geval. Het nu in ont
werp voorliggende besluit moet formeel worden genomen.
De aangevraagde vergunning betreft, zoals men in het ont-
werp-besluit kan lezen, een in het agrarisch gebied gelegen
perceel. Niettemin was het college wel bereid de familie
Bakker een vergunning te geven via toepassing van de ar-
tikel-20-procedure c.q. via toepassing van artikel 19 van de
nieuwe wet. Maar er was enig misverstand omtrent de
grootte van de uitbreiding. Spreekster, die hierover kort
geleden nog heeft gepraat met iemand van de middenstands
organisatie, is er echter van overtuigd, dat met de familie
Bakker tot volledige overeenstemming over deze aangele
genheid zal worden gekomen.
De heer DE GROOT zegt dat zijn fractie bijzonder blij
en dankbaar gestemd is door zowel de toezegging dat in
het vervolg aan betrokkenen zal worden medegedeeld
binnen welke termijn zij een beroep kunnen instellen, als
voor de toezegging dat in elk geval zal worden getracht
voor de familie Bakker een oplossing te vinden.
Hetgeen in het ontwerp-besluit is gesteld is naar spre
kers mening zeker wel formeel juist, maar als dit zo zou
worden gehandhaafd, zou aan het formalisme een kleine
hardwerkende middenstander ten gronde gaan en dat kan
en mag toch nooit de bedoeling van de desbetreffende
bepalingen zijn. Hij vermoedt dat bij het college aanvan
kelijk heeft post gevat de mening, dat het betrokkene
te doen zou zijn geweest om een groot deel van de koop
kracht uit het Soesterveen aan te trekken. Spreker laat
in het midden of er straks in het Soesterveen wanneer de
hoge huishuren zijn betaald, nog veel koopkracht over zal
zijn, maar hij kan verzekeren dat het beslist niet de bedoe
ling van betrokkene is geweest die koopkracht aan te trek
ken, doch dat het betrokkene er alleen om te doen is ge
weest wat meer service te kunnen bieden aan diens van
ouds bestaande klantenkring in diens onmiddellijke omge
ving. Spreker meent dat het beslist van belang is dat dit
kleine, maar nuttige bedrijfje kan worden gehandhaafd
waar het nu is gevestigd, te meer omdat straks in de direc-