Nr. 10 1 september 1970.
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op dinsdag 1 september 1970, te 19.30
uur.
VOORZITTER de burgemeester, de heer mr. S.P, Baron
Bentinck.
SECRETARIS de heer H Borreman.
Tegenwoordig de ledent mevrouw G.G A. Alting-Ambrosius,
W.A. Blaauw, L.J. Dijkstra, M A. van Ee, J J, Ebbers, J.W.H.
Geerlings, M. de Groot, K. de Haan, D. Hoekstra, H.M. Jon
ker, J.C. Korte, mevrouw E. Korthuis-Elion, K. Levinga, R A.
van Logtenstein, G H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-En-
tink, P.C. Pieren, J.R. van Poppelen, A.H.F Smit, J.C.
Smits, P.L.J.M. Storimans, C, Verheus, mevrouw T.R, Wal-
ma van der Molen-De Vries en mevrouw M.C.P. Walter-Van
der Togt.
Afwezig met kennisgeving: het lid P. Grift.
De VOORZITTER opent de vergadering en doet voor
lezing van de gebedsformule.
Vervolgens deelt hij mede, dat van de heer Grift bericht
van verhindering wegens ziekte is ingekomen.
227 Beëdiging van de nieuw gekozen raadsleden.
In handen van de voorzitter leggen mevrouw G.G A. Al
ting-Ambrosius, de heren W.A. Blaauw, L.J. Dijkstra,
M A. van Ee, M, de Groot, K. de Haan, D. Hoekstra,
J.C, Korte, mevrouw E. Korthuis-Elion, de heren R.A.
van Logtenstein, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J.
Oranje-Entink, de heren J R. van Poppelen, A.H.F.
Smit, J.C. Smits, P.L.J.M. Storimans, C. Verheus en
mevrouw M C.P. Walter-Van der Togt de bij de gemeen
tewet geëiste eden en de heren J.J. Ebbers, J.W.H. Geer
lings, H.M. Jonker, K. Levinga, P.C. Pieren en mevrouw
T.R Walma van der Molen-De Vries de subsidiair door
de gemeentewet geëiste beloften en verklaringen af.
De VOORZITTER spreekt hierna de volgende woor
den.
Dames en heren! U bent nu volwaardig raadslid ge
worden. Ik wens u hiermede van harte geluk.
Wij hebben vele nieuwe leden in de raad. Wij beginnen
weer een nieuwe periode. Ik kan mij voorstellen, dat
in het bijzonder de nieuwe leden met heel veel idea
lisme en misschien ook met nieuwe ideeën in de raad
zijn gekomen in de hoop deze te verwezenlijken, daar
aan gestalte te kunnen geven.
Ik hoop van harte dat het u gegeven zal zijn om in de
ze periode veel voor de gemeente tot stand te brengen.
Ik hoop daarbij dat het u gegeven zal zijn om dat te
doen in goede onderlinge samenwerking en harmonie.
Men kan namelijk het vruchtbaarst werken op deze
wijze, wanneer men verenigd optrekt en de energie
niet behoeft te gebruiken in het bestrijden van elkaar.
Ik hoop voorts dat u bevrediging zult vinden in dit
werk, dat veel van uw tijd en uw aandacht zal opeisen
Vooral de nieuwe raadsleden hebben de laatste maan
den vooral in hun eigen kring moeten overleggen. Er
was natuurlijk veel intern beraad nodig in de eigen
kring en u bent niet zo in de gelegenheid geweest om
juist met de anderen in contact te komen Nu u hier
als lid van de raad zit, zal het juist belangrijk zijn, dat
u wel met de leden van de andere fracties in contact
komt. Dat doet u hier in deze raadzaal, maar u doet
het misschien nog wat intensiever in de diverse com
missies, waarin men van de verschillende fracties verte
genwoordigd is. Ik hoop dat u op deze manier elkaar
zult leren kennen, elkaar zult leren waarderen en zult
openstaan voor eikaars zienswijze en die ook zult we
ten te respecteren, en dat u ook bereid zult zijn om
daarvan te vernemen en wellicht om daarvan te leren.
Ik hoop dat u als raadslid een goede tijd tegemoet gaat.
Voordat ik punt 2 van de agenda aan de orde stel, wil
ik even een formele zaak aan de orde stellen waar men
naar ik geloof, een beetje overheen is gelopen. Het is
u allen bekend, dat wij hier tot nu toe altijd drie wet
houders hebben gehad. Bij de aanbieding van de begro
ting is erop gezinspeeld, dat het college het wel juist
zou vinden wanneer dat in de nieuwe raad zou worden
veranderd in vier wethouders. In de besprekingen die,
naar ik heb vernomen, zo hier en daar gevoerd zijn
over de wethoudersbenoeming, is men ook altijd uitge
gaan van vier wethouders. Ik heb zelfs wanneer dat aan
tal van vier ter sprake kwam, ook nooit een geluid ge
hoord dat ging in de richting van niet vier, maar drie
wethouders. Niettemin lijkt het mij formeel juist, dat
wanneer wij nu overgaan tot het benoemen van wet
houders, de raad vaststelt dat er vier wethouders zul
len zijn.
Het is eigenlijk altijd ingesloten geweest bij alle bespre
kingen en er is nooit iets tegen geweest, maar ik stel er
toch wel prijs op dat met zoveel woorden vastgelegd
wordt, dat er besloten wordt om hier voortaan vier
wethouders te hebben.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten,
dat de gemeente Soest voortaan vier wethouders zal
hebben.
228 Benoeming wethouders.
De heer VAN EE merkt op dat men vanavond aan het
begin staat van een nieuwe vierjarige raadsperiode en
dat de aanwezige raadsleden nu uit hun midden een
viertal leden zullen moeten aanwijzen die met de bur
gemeester zullen plaatsnemen in het college van bur
gemeester en wethouders. Men is in een vroeg stadium
met het desbetreffende overleg begonnen en het doet
spreker genoegen, te kunnen mededelen dat dat over
leg in een aangename sfeer is verlopen nadat de
V.V.D. zich na rijp beraad had verklaard om in posi
tieve zin mede te werken aan een afspiegelingscollege.
Namens deze fractie stelt spreker de heer J.J. Ebbers
uit Soesterberg kandidaat voor het vervullen van een
wethoudersfunctie.
De heer VAN POPPELEN stelt namens zijn fractie kan
didaat mevrouw M.C.P. Walter-Van der Togt.
De heer OLDENBOOM stelt namens zijn fractie de
heer L.J. Dijkstra kandidaat.
De heer PIEREN stelt namens zijn fractie kandidaat
de heer K. de Haan.
De heer DE GROOT merkt op dat het aan de orde
zijnde agendapunt op de agenda slechts twee woorden
(„Benoeming wethouders") omvat en dat er geen be
geleidend schrijven van het college aan de raad bij is,
doch dat desondanks hetgeen zoëven door fractievoor
zitters is voorgesteld voor iemand die enigszins in deze
zaken thuis is, beslist geen verrassing behoeft te zijn,
aangezien het college ten aanzien van agendapunt 5 wel
een circulaire heeft doen uitgaan en een nauwkeurige
bestudering van die circulaire, betreffende het benoe
men van leden van raadscommissies, leert, dat daarin
alle raadsleden worden genoemd behoudens de vier die
zoëven door fractievoorzitters kandidaat gesteld zijn.
Uit een en ander blijken twee dingen:
147