(De heer Grift verlaat de vergadering). 249 Mevrouw Walma heeft in het bijzonder de aandacht gevestigd op het nieuwe basisonderwijs dat geleidelijk zal worden ingevoerd. Het college heeft voor de nieuwe onderwijsmethoden grote belangstelling. Kortgeleden is hier een bijzonder interessante avond geweest, uit gaande van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs, waarop de adviseur van deze vereniging een zeer be langwekkende voordracht heeft gehouden. Tot welke vormen de nieuwe wet zal leiden, valt nu nog niet te bezien Het is echter zo klaar als een klontje, dat het naar vernieuwing van het onderwijs toegaat. Het klas sikaal onderwijs zal worden verlaten, het zittenblijven zal vervallen, de leerkrachten zullen groepsgewijs op trekken met de leerlingen, de stof zal niet meer zo scherp en eng worden verdeeld als op ouderwetse scho len nog het geval is Concrete toezeggingen op dit punt kan spreker echter nog niet geven. Hij zou, om een af gesleten term te gebruiken, willen zeggen: De kwestie heeft de volle aandacht van het college De VOORZITTER zegt dat de wethouder heeft uit eengezet dat de exploitatie van de school - rente en af lossing van de schuld - voor de gemeente geen overwe gende moeilijkheden zullen opleveren.Voor de goed keuring van gedeputeerde staten is nodig dat de finan cieringsmiddelen aanwezig zijn, Daarvan kan alleen maar gezegd worden, dat het college goede gronden heeft om te verwachten dat de financiering zal worden geregeld. De heer PIEREN merkt op dat de wethouder ten aan zien van het tijdstip, waarop met de bouw van de school kan worden begonnen, heeft gezegd dat dit in het schema is vervat. Spreker heeft deze datum niet in het dossier kunnen vinden, omdat het gehele plan ningsschema ontbrak. Op het desbetreffende terrein ligt nogal wat materiaal van de heer Luijben. Wanneer had dit verwijderd moe ten zijn en wanneer verwacht het college dat de heer Luijben het terrein zal hebben verlaten, zodat met de scholenbouw kan worden begonnen? Deze aangelegen heid zal wel een handicap kunnen gaan opleveren. Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES zegt dat wanneer Smitsveen zo expandeert met een voornamelijk jonge bevolking het leuk zou zijn, om van gemeentewege een kleine enquête te houden ten aanzien van de vraag wie van deze inwoners een ander soort onderwijs wenst. De wethouder DIJKSTRA zegt dat de door mevrouw Walma voorgestelde enquête wel zal kunnen worden gehouden Hij zal het voorstel graag in gedachten hou den en trachten uit te voeren, De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT zegt dat de heer Luijben toch kans heeft gezien om - tot ieders verbazing, want het was een onvoorstelbare troep - het desbetreffende terrein vrijwel schoon te krijgen. Wat de speelplaatsen bij scholen betreft, merkt spreek ster op dat zij het liefst zou willen dat zij altijd voor de kinderen ter beschikking staan. Het is zonde dat deze speelgelegenheden slechts gebruikt worden onder schooltijd en voor de beperkte groep van de betrokken schoolkinderen. Alle hekken om de schoolspeelplaat- sen zouden eigenlijk moeten verdwijnen. De kwestie 250 is dat de schoolbesturen bevreesd zijn voor vernielin gen en dergelijke handelingen. Het voorste] wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Voorstel tot het vastellen van nieuwe statuten voor de „Stichting Openluchttheater Soest". Mevrouw ORANJE-ENTINK merkt op dat in artikel 6 staat: „De leden van het bestuur hebben zitting voor vier jaren met dien verstande dat de leden die thans het bestuur vormen zitting hebben tot de eerste dinsdag van september 1970." Het stuk is gedateerd 24 september 1970, Moet de aanduiding september 1970 niet 1974 zijn? De VOORZITTER: Inderdaad, dank u wel De heer PIEREN zegt dat in het verleden al vele ma len over de exploitatie van het openluchttheater is ge sproken. Het P.A.K. juicht het voorstel daarom toe. Het voorstel betekent dat de stichting aan bestuurskracht zal gaan winnen. Is de wethouder voor culturele zaken bereid om met inschakeling van plaatselijke groeperin gen meer leven te scheppen in het openluchttheater? Natuurlijk moet daarbij ook het weer medewerken. De heer JONKER ondersteunt de opmerking van de heer Pieren van harte. Spreker denkt hierbij aan de Soester kunstenaarsvereniging Artishock. Hij heeft be grepen dat dit bestuur graag betrokken wil worden bij de activiteiten van het openluchttheater en dat het be reid is daaraan alle medewerking te verlenen De wethouder DIJKSTRA zegt dat de gehele wijziging van de statuten van het openluchttheater erop is ge richt, een poging te wagen om meer leven in de activi teiten van net openluchttheater te blazen. Het Soes ter openluchttheater is een prachtige gelegenheid en het ligt op een bijzonder mooie plaats in de bossen, In de afgelopen jaren is er heel weinig mee gebeurd; wel zijn er deze zomer veel meer bezigheden en activi teiten geweest dan vroeger. Spreker staat ten volle achter de door de heer Pieren uitgesproken wens dat het openluchttheater tot wat meer leven zal komen. Hij wijst hem er echter op, dat men hier met een stichtingsbestuur te maken heeft. In het bestuur zit ook een aantal raadsleden. Met zijn allen zal men dus moeten proberen, om de activiteiten te vergroten. Men ziet er meer in dan misschien vroeger. Getracht zal worden om het rendement in ideële zin te verhogen, waardoor het openbare welzijn zal worden bevorderd. De naam Artishock is gevallen. Natuurlijk zullen activiteiten van deze vereniging, wanneer zij dat wil, van pas komen. De verandering in de statuten van het openluchttheater draait in hoofdzaak om een kernwoord. De afdeling die dit behandelt, heeft spreker op dit punt grondig ge- coached. In artikel 3, 2e lid, staat: „Men tracht dit te bereiken door het voeren van het beheer, de exploita tie en het onderhoud van het aan de gemeente toebe horend openluchttheater." Het gaat om het woord „exploitatie". De stichting heeft zich tot dusverre al leen met het beheer beziggehouden. Met de statuten wijziging is voor de stichting de mogelijkheid gescha pen, om het theater te exploiteren, hetgeen niet bete kent dat de gemeente rechtstreeks aan vermakelijkheid gaat doen, maar wel dat, wanneer organisaties te hui verig zijn om risico's te lopen, het stichtingsbestuur kan zeggen: Dan doen wij net een keer zelf Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Voorstel tot het vaststellen van de gemeentelijke ver goedingen over het jaar 1969: a. overeenkomstig de bepalingen van de Kleuteronder wijswet; b. op grond van artikel 103, 2e lid, van de Lager-on- 251 252 Voors verlen verple koloni 253 254 255 162

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 163