1 het onderhavige voorstel van het college te stemmen. Beseffende dat zij dan ook een alternatief moet stel len, stelt zij voor om dit voorstel aan te houden en zo nodig bij het ministerie van landbouw en visserij na der te informeren hoe het nu staat met de opheffing van de keuringskringen Dan kan in de loop van 1971 de zaak nader worden bezien Spreker is bereid dat dan te doen per 1 juli 1971 Gelet op de discussies die er nu reeds van 1964 af over deze materie worden gevoerd, vindt hij de zaak zoals ze nu ligt, zeer slecht voorbereid De heer SMITS meent dat de heer Pieren vrij snel een antwoord kan krijgen. Het onderhavige voorstel betreft een verhoging met 1 cent per kg slachtgewicht Dit betekent een verho ging van ongeveer 80 cent per varken Dit is echt niet de moeite waard. Een slachthuis is toch ook wel een onderneming en men kan onmogelijk een steeds hoger wordend tekort blijven dulden om de door de heer Pieren aangehaalde redenen Er was inderdaad enige moeilijkheid omtrent de wijze waarop het voorstel werd verdedigd, waarbij de keu ringsarts werd genoemd Juist vanmiddag heeft spre ker in een nummer van „Vee en Vlees" gelezen, dat de minister van landbouw en visserij in diens memo ne van toelichting heeft gezegd, nog dit jaar een be slissing over artikel 8 van de vleeskeuringswet te willen nemen. De minister wil ernaar streven dat dat artikel in 1972 wordt afgeschaft Er is in de slachthuiscommissie ook over gesproken, dat net huidige slachthuis in Soest echt niet meer vol doet aan de eisen die in E.E.G.-verband worden gesteld Daar was men het in die commissie allen roerend over eens. Wat dit betreft, is er een memorie van toelich ting van de minister over de herstructurering van het veemarkt- en slachthuiswezen. Spreker meent dat vooruitlopende op de hiervoren aangegeven ontwikkeling bij het ministerie, die altijd enige tijd duurt, van de kant van de gemeente Soest langzamerhand wel wat zou kunnen worden gedaan. Misschien zouden te dezen in de regio bepaalde be sprekingen op gang kunnen worden gebracht Spreker denkt hierbij aan het Samenwerkingsorgaan Eemland Dit lijkt hem weliswaar op den duur een te kleine eenheid voor het maken van een apart slachthuis, maar hij dacht dat daarin misschien in de eerste plaats kan worden begonnen, omdat men daar nu eenmaal bepaalde contacten heeft liggen. Wellicht zouden daar vast wat gesprekken op gang kunnen worden gebracht met betrekking tot vragen als: Hoe kunnen wij een regionaal slachthuis vestigen? Moeten wij dat inder daad vestigen of moeten wij het in particuliere handen laten? Naar zijn mening moet het gesprek hierover ten snelste op gang komen, omdat het bestaande slachthuis niet aan de E.E.G.-eisen voldoet. De heer DE GROOT merkt op dat aan de orde is een voorstel dat beoogt het geraamde tekort van het open baar slachthuis voor 1971 ad f, 35,000,- terug te brengen, tot een lager bedrag, omdat een zo groot te kort onaanvaardbaar zou zijn. De agrariërs is uitentreu- re voorgehouden, dat het onverantwoord is om een in wezen onrendabel agrarisch bedrijf, dat te klein is om een bestaansmogelijkheid op te leveren, door het verhogen van de opbrengsten, nog gaande te houden; steeds is gezegd, dat de oplossing moest worden gezocht in sanering, schaalvergroting en structuurverbetering. Als dit voor de landbouw geldt, geldt het zeer zeker ook voor de gemeentelijke slachthuizen. In de gemeen- /- op >rengst-prijzen van de produkten te Soest bestaat een slachthuis dat in wezen onrenda bel is en door tariefverhogingen niet rendabel is te ma ken. Het is een ongezonde zaak om de oplossing in die richting te zoeken. De oplossing zal, ook wat de ge meentelijke slachthuizen betreft, moeten worden ge zocht in structuurverbetering, schaalvergroting en sa nering Daarom is het onderhavige voorstel, als het beoogt de onrendabiliteit te verminderen, in wezen fout Maar als het inderdaad juist is, dat het op korte termijn mogelijk zou zijn dat door de rijksoverheid maatregelen worden genomen in de zin van sanering en opheffing van de bestaande, ongezonde situatie en als het inderdaad juist is, dat het dan voor de gemeen te Soest van belang zou zijn om met een zo gunstig mogelijke exploitatie uit de bus te komen, dan kan spreker begrip hebben voor dit voorstel, doch dan is hij zelfs van mening, dat dit voorstel lang niet ver ge noeg gaat; hij meent dat dan met een sluitende begro ting zou moeten worden gekomen. In deze zaak wor den echter zovele keren de woorden „als", „misschien" en „waarschijnlijk" gebruikt, dat bij al deze vaagheden en in deze mist de gemeente absoluut niet een goede koers kan varen. Daarom heeft spreker in de slachthuis commissie gesteld en is hij het er met de heer Pieren volkomen over eens, dat dit voorstel moet worden aangehouden, dat het college de raad hierover vanavond niet een beslissing moet laten nemen, doch moet trach ten op zo kort mogelijke termijn over de juiste gege vens te beschikken, zodat het weet of en wanneer de door de rijksoverheid te nemen maatregelen zullen worden genomen en of het dan inderdaad van belang is de begroting sluitend te maken Dit laatste is nu nog lang niet zeker. Als het wel het geval blijkt te zijn, lijkt het spreker het beste dat b. en w, met een nieuw voorstel in de raad komen overeenkomstig de dan door hen verkregen informatie. Dan kan de raad zich bera den over wat hem in dezen te doen staat Het vanavond aanvaarden van het voorstel zoals het thans voorligt, zou volkomen een sprong in het duister zijn Daarom kan spreker zijn stem aan dit voorstel niet geven en steunt hij het voorstel van de heer Pieren tot aanhou ding van dit voorstel en tot het op zo kort mogelijke termijn inwinnen van juiste informaties. De heer JONKER zegt dat hij het in grote lijnen eens kan zijn met wat de heren Pieren en De Groot hebben opgemerkt, ofschoon blijkens hetgeen de heer Smit heeft gezegd er wellicht verheugende ontwikkelingen zullen zijn. Het aan de orde zijnde voorstel van het college betekent in feite alleen maar pappen en nat houden; het probleem wordt er helemaal niet door opgelost, het tekort wordt alleen maar wat kleiner. Wil men het goed aanpakken, dan zal men waarschijn lijk verder moeten gaan met de verhoging. Er zijn nu zes jaar lang allerlei twijfels geweest, waarbij men zich steeds afvroeg: Wat gebeurt er nu? Men is nu als ge meente gewoon weer het slachtoffer geworden van de geheimzinnigheid in het overheidsapparaat. Er waren kennelijk wel allerlei nota's en allerlei gedachten, maar niemand wist hoe ver het was. Als hetgeen de heer Smits heeft gelezen inderdaad zou worden uitge voerd, zal men hopelijk op de goede weg zijn. Niette min meent spreker met de heren Pieren en De Groot dat het beter is, dat het onderhavige voorstel wordt aangehouden totdat precies bekend is wat er zal ge beuren, en dat er dan een beslissing wordt genomen, De heer VAN POPPELEN zegt dat hij na het vele dat er nu al over deze zaak is gezegd er weinig behoefte aan heeft om nog dieper op de zaak in te gaan. Spre- 183

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 184