van de voorgeschreven breedte is een zaak van
verkeersveiligheid, die spreker na aan het hart ligt. Het
is zeer te betreuren dat de gemeente Soest vandaag in
de landelijke pers in ongunstige zin genoemd is moe
ten worden. Spreker doelt hier op de verkeerslichten
situatie hoek Dalweg/Rijksweg. Aan verdere zonden
tegen de verkeersveiligheid wenst de V.V.D.-fractie niet
mede te werken.
Verder meent de fractie dat bij het verlenen van een
ontheffing en een voorlopige vergunning voldoende
waarborgen aanwezig moeten zijn tegen overlast, voor
namelijk aan de omwonenden. Daarbij zal het niet
voldoende zijn om te volstaan met de aanwezigheid
van een mand of bak ten behoeve van het deponeren
van afval in de naaste omgeving van de zaak, maar zal
de exploitant er zorg voor moeten dragen dat de naas
te omgeving schoon blijft. Een allen bekend persoon
maakte steeds de gehele omgeving schoon na een dag
verkoop van zijn ijskoude artikelen.
Voorts meent de V.V.D.-fractie dat de opening van
de zaak beperkt moet zijn tot verkoop tot een niet
later uur dan bijv. 11 uur 's avonds.
De fractie van de V.V.D. meent dat het verstandiger
is naar een belangrijk betere verkeersoplossing te zoe
ken, voordat gunstig beslist wordt tot ontheffing, sub
sidiair de ontheffing pas te verlenen, nadat de Vondel
laan is doorgetrokken. Spreker verzoekt de voorzitter
beide mogelijkheden in stemming te brengen.
De heer DE GROOT merkt op dat er in het voorstel
twee alinea's voorkomen, die z.i, van buitengewoon
belang zijn.
Hij doelt dan in de eerste plaats op de alinea, waarin
het college uitspreekt van mening te zijn dat een par
keergelegenheid voor motorvoertuigen noodzakelijk
is. Het heeft hem verbaasd dat inmiddels reeds is aan
gevangen met de aanleg van deze parkeergelegenheid.
Wanneer heeft de raad daartoe besloten en er een kre
diet voor beschikbaar gesteld?
De tweede alinea is die, waarin het college er op wijst,
dat de aanwezigheid van de onderhavige inrichting
niet op bezwaren behoeft te stuiten, wanneer de door
trekking van de Vondellaan een feit zal zijn geworden.
De doortrekking van de Vondellaan zal echter nog
wel enige maanden op zich laten wachten. Spreker is
van oordeel, dat pas op dat moment de opening van
de automatiek niet meer op bezwaren stuit. Het nu
reeds openen van de automatiek zou z.i. dermate gro
te bezwaren op dit punt opleveren, dat het hem on
mogelijk is zijn stem aan dit voorstel te geven.
De heer JONKER merkt op dat de heer Dam zich op
18 juli 1970 tot de raad heeft gericht met het verzoek
om de onderhavige ontheffing te verlenen. Dit is al
een aantal maanden geleden. Er zal wel een bepaalde
procedure hebben moeten plaatsvinden, maar spreker
vindt het wel jammer dat de raad pas thans de moge
lijkheid heeft zich over deze zaak uit te spreken. Er is
nu namelijk eigenlijk een beperking in de keuze tussen
mogelijke alternatieven aangebracht. Het is thans niet
meer mogelijk - althans zonder bepaalde mensen te
benadelen - om te zeggen: Het is wel terecht, dat er in
deze buurt een dergelijke voorziening komt, maar dan
op het open stuk bij het busstation, aan de kant waar
vroeger ook zo'n „apparaat" heeft gestaan. Er zijn in
middels bepaalde investeringen gedaan. Welke contac
ten zijn er met het dagelijks bestuur van de gemeente
geweest? Welke toezeggingen zijn er gedaan?
De na de vergadering van de commissie grondbedrijf en
uitbreidingsplan naar voren gekomen nadere informa
tie heeft de zaak toch wel weer wat anders belicht.
Spreker heeft begrepen dat de heer Dam niet - zoals
in de commissievergadering is gesteld - de zaak vrijwil
lig heeft gesloten, maar dat er wel degelijk proces-ver
baal is opgemaakt Is dit gedaan op grond van een Hin
derwetovertreding?
Spreker betreurt het dat men dit voorstel te elfder
ure als een aanvullingsstuk heeft gekregen, terwijl een
brief van een der omwonenden niet meer gedistribu
eerd is geworden. Hij dacht dat die brief in één moeite
door tegelijk met dit aanvullende voorstel de raad had
kunnen worden aangeboden.
Hij dringt er op aan met de belangen van de omwonen
den ter dege rekening te houden en er voor te zorgen
dat zij de gelegenheid behouden hun materialen aan
te voeren en dat zij niet gestoord worden in hun nor
male leven en in hun avondrust. Hij staat ook achter
de suggestie om een sluitingstijd voor te schrijven van
11 uur, misschien zelfs van 10 uur.
Van de verdere toelichting laat de fractie van D'66 het
afhangen, of zij al dan niet haar stem aan dit voorstel
zal geven.
De heer PIEREN merkt op dat de heer L.F. v.d.
Berg op 12 november een schrijven heeft gericht aan
de dames en heren van de gemeenteraad. Aan het slot
van dit schrijven memoreerde de heer v.d. Berg dat
hij voor grote trailers met een lengte van 12 tot 14
meter een bepaalde manoeuvreerruimte nodig heeft
omdat anders de verkeersveiligheid in gevaar wordt
gebracht. In verband daarmede vraagt spreker of de
ze zaak ook door de verkeerspolitie is bekeken. Het
zal de verkeerspolitie destijds toch bekend zijn ge
weest, dat de heer v.d. Berg met die zware trailers
zou gaan manoeuvreren. Wat is de reactie daarop ge
weest van de verkeerspolitie?
De heer VAN POPPELEN merkt op dat deze kwestie
de laatste dagen de publiciteit heeft bereikt. Het is
een heel moeilijke zaak om hierin een beslissing te
nemen.
De eerste reactie in de commissie grondbedrijf en
uitbreidingsplan was: De Ossendamweg is hiervoor
te smal; dit is een onbegonnen zaak Vandaar de
voorwaarde die door de commissie is gesteld,
Spreker wil de zaak van twee kanten bekijken. In de
eerste plaats van de kant van de heer v.d, Berg. De
heer v.d. Berg zal alle moeite doen de door de heer
Dam te vestigen zaak van de Ossendamweg te weren.
Dat is logisch. Wanneer men een dergelijke zaak naast
z'n woning krijgt, is dat immers niet al te prettig.
Vandaar dat spreker duidelijk begrip heeft voor het
standpunt van de heer v.d. Berg.
Anderzijds zit men met een bepaald plan. De grote
moeilijkheid is nu: waar moetje naar kijken; moet
je alleen naar het individuele belang kijken of moet je
rekening houden met het bestemmingsplan als zoda
nig? Spreker gelooft dat men het bestemmingsplan
als zodanig de hoogste prioriteit moet geven en ver
volgens aan de eventueel te verlenen Hinderwetver
gunning de hoogste eisen moet stellen.
Een belangrijk punt daarbij is de sluitingstijd. Wan
neer de zaak tot 1 uur 's nachts geopend blijft, kan
spreker zich voorstellen dat de heer v.d. Berg in diens
nachtrust wordt gestoord, vooral vanwege de brom
mers. Stemt de raad met het voorstel in, dan zal aan
het sluitingsuur ter dege aandacht moeten worden
besteed.
In de tweede plaats dient overeenkomstig het door
de commissie gestelde - een parkeerhaven te worden
aangelegd. Daarmede is het college - al is het daarmede
misschien wat al te voortvarend geweest - reeds begon-