NL
zijde van de gemeente, om na te gaan in hoeverre hierin wat
lijn kan komen. Daarnaast is er ook een commissie belast
met een opdracht betreffende de recreatie en de behoefte
aan geestelijk leven onder deze categorie. Met de algemene
kreet „Er moet wat voor de buitenlandse werknemer gedaan
worden" komt men er met Er zijn maar weinig categorieën
in Nederland die qua samenstelling zo sterk gedifferentieerd
zijn als de buitenlandse werknemers. Dat impliceert dat men
ter plaatse in het algemeen bijzonder weinig aan recreatie
en geestelijk leven kan doen, door de zeer uiteenlopende
behoeften op dit terrein in de aanwezige aantallen in een
plaats. In regionaal verband zijn er in dit opzicht grotere
kansen. Vandaar dat ook uit de regio hieraan aandacht wordt
besteed; de Kamer van Koophandel heeft dit ook in regio
naal verband in handen en probeert deze zaak ook zo syn
chroon mogelijk te laten verlopen.
Wat de coördinatie van instellingen betreft, wijst spreker
erop dat het merendeel der instellingen die werkzaam zijn
op het gebied van lichamelijke en geestelijke volksgezond
heid een bovenplaatselijk karakter hebben en dat de gemeen
te daarop dus weinig directe invloed heeft, doch dat er
voor zover het mogelijk is naar coördinatie wordt gestreefd.
Er is uiteraard ook op dit terrein nog een aantal oude gevoe
ligheden die vaak geleidelijk moeten worden opgelost Wan
neer dat inderdaad geleidelijk gebeurt, impliceert het meestal
dat het eindresultaat is een goed samenwerkend orgaan dat
de zaken op dit terrein veel beter tot stand kan brengen.
Ten aanzien van de bouw van een gezondheidscentrum van
kruisverenigingen is er enig overleg met de kruisverenigingen
geweest over de bouw van het wijkcentrum bij het Soester-
veen. Dat is te klein van opzet om daarin veel meer te doen
dan de kruisverenigingen zich voor ogen stellen. Met betrek
king tot de openbare gezondheidsdienst is het vooroverleg
met de desbetreffende gemeenten vrijwel afgesloten Aan
het gewest Eemland is mededeling van de voorlopige opzet
gedaan, opdat ook het gewest Eemland op dit terrein op
de hoogte is.
Het woonwagenschap is nog niet als regeling goedgekeurd.
Niettemin is het voorlopige bestuur begonnen met de werk
zaamheden en is er een directeur secretaris aangesteld en
begonnen met zijn werk, zodat geleidelijk ook ten aanzien
van het woonwagenkamp wel enige lijn te verwachten valt.
Als antwoord op de vraag betreffende subsidiëring door ho
gere overheden van het Soester Natuurbad zegt spreker, dat
er voor nieuwe recreatie-objecten met meerzijdige gebruiks
mogelijkheden, die gratis toegankelijk zijn, thans subsidie
wordt verstrekt door het ministerie van cultuur, recreatie
en maatschappelijk werk Die subsidie kan zelfs tot 75%
gaan. Voor zwembaden geldt deze regeling niet. Er is geen
enkele regeling op dit terrein. Er zijn ook niet erg veel zwem
baden die een dermate regionaal en bovenregionaal karakter
dragen als het Soester Natuurbad. Zulke baden zijn uitzon
deringen en daar maakt men als regel geen aparte subsidie
regeling voor.
Wat de sport in Soesterberg betreft, heeft het college nog
geen aanleiding tot het doen van mededelingen. Er zijn nog
steeds onderhandelingen gaande over de verwerving van
gronden die in dit opzicht mogelijkheden zouden kunnen
bieden. Overigens is het trage tot stand komen van het plan
Egghermonde nog een argument om het voetbalcomplex al
thans nog een poosje te handhaven.
Subsidie in de technische leiding van sportclubs is in de
Tweede Kamer niet haalbaar gebleken. Landelijk is men er
nog niet helemaal uit hoe dit zich precies moet gaan ontwik
kelen. In de sportnota is daaraan wel een aardige passage ge
wijd. Maar verder is men nog niet gekomen In Soest is er
via de jeugdsportsubsidie een bescheiden begin gemaakt. Die
subsidie is mede bedoeld om een bijdrage te geven in de kos
ten van de leiding; maar het lijkt spreker financieel niet haal
baar om er als gemeente op dit moment aan te beginnen.
Er blijft grote waakzaamheid op dit terrein geboden.
Mocht er landelijk wat meer lijn in komen, dan zal men
plaatselijk moeten nagaan wat hier op dit terrein zou kun
nen worden gedaan.
Naar aanleiding van de opmerkingen van mevrouw Walma
over op kinderopvang gerichte initiatieven zegt spreker in
aansluiting aan wat hij al over crèches heeft gezegd, dat de
overheid best medewerking wil verlenen, dat dat al is ge
beurd door het inrichten van een onderbouw van een der
flats in het Smitsveen, maar dat de overheid daarnaast toch
wel eisen gaat stellen De overheid heeft op dit terrein een
preventieve taak om te waken tegen beunhazerij e.d.
De wethouder DIJKSTRA merkt op dat er voor hem uit al
les wat er jl maandagavond, soms vriendelijk soms onvrien
delijk en soms bijzonder pinnig, vanuit de raad is gezegd twee
hoofdpunten naar voren springen, namelijk: 1 de scholen
situatie in het Veen en daarmede verbonden de oude plan
ning en de voortgezette planning; 2. de enorme belangstel
ling voor scholen voor voortgezet onderwijs, met name
voor wat men tegenwoordig een scholengemeenschap
noemt en wat vroeger wel een groot lyceum werd ge
noemd
Het is duidelijk dat er over de scholensituatie in het Veen
grote ongerustheid is, met alleen bij de raad, maar in de
eerste plaats bij het college. Het college is hiermede letterlijk
dagelijks bezig en ook 's avonds en ook wel eens 's nachts.
Deze zaak verontrust het college minstens evenzeer als ze de
raad verontrust en raakt het college dagelijks, ook via de be
zorgdheid van de bewoners, via de kritiek en vooral door
veel misverstand. Spreker krijgt vaak de indruk dat men
denkt: „Het gemeentebestuur kan alles Het college zit er
voor. Wij willen waar voor ons geld. Er is een nieuw college
en dat heeft maar te zorgen voor scholen, voor culturele
centra, voor voldoende huizen, lagere huren, enz
Veel van de kritiek is aan het verkeerde adres gericht. Toen
de vroegere wethouder van onderwijs van Amsterdam
Dr. Koets zich vanuit de behoefte om veel ongerechtvaar
digde kritiek te weerleggen tot het Amsterdamse publiek
wendde, zeide hij o.a.: „Kritiek op de gemeente is blaffen
voor de verkeerde deur."
Spreker meent dat de heer Koets daarmede gelijk heeft.
Veel van de kritiek spruit voort uit het misverstand dat het
gemeentebestuur alles zou kunnen. Niets is minder waar
dan dat. In de eerste plaats is het gemeentebestuur niet in al
les competent, het is in vele zaken meer incompetent dan
competent. Het gemeentebestuur tracht te besturen en het
doet daar zijn best voor; sommigen van zijn leden zijn daar
in inderdaad competent, maar de leden van dit bestuur zijn
geen specialisten in alle mogelijke zaken.
Spreker is van mening dat het probleem van de scholensitua
tie wel overtrokken is en dat de bezorgdheid van de raad en
van het publiek zich heeft geuit in wel sterk aangezette
vorm. Op dit moment is in het Veen elk kmd zeer behoorlijk
onderdag; wat alle scholen betreft en ook wat de kleuters
betreft. Weliswaar heeft men voor verscheidene kleuterklas
sen gebruik moeten maken van ruimte in lagere scholen, die
daar niet in de eerste plaats voor gebouwd zijn, maar so
what? Wanneer daar die lokalen voor beschikbaar zijn, dan
kan dat toch moeilijk een bezwaar opleveren. Men heeft in
Soest wel andere situaties gekend.
Er is inderdaad reden voor bezorgdheid, want ook het colle
ge ziet aankomen, dat er bij de aanvang van de nieuwe cur
sus een groot aantal kleuters van de kleuterschool naar het
basisonderwijs zal overgaan en bovendien brengen de vele
jonge gezinnen in de vele nieuwe huizen vele kleine kinde
ren mee. Als de gemeente niet aan alle kanten werd geremd
244