y
De financieringsmoeilijkheden worden in ieder geval niet
veroorzaakt door het opbrengen van te weinig belasting door
het Nederlandse volk; ze worden veroorzaakt doordat de be
lastingopbrengst op een verkeerde wijze wordt besteed. Het
zou daarom goed zijn als niet het gemeentebestuur zich tot
de regering wendde, maar als de afzonderlijke fracties zich
tot het hoofdbestuur van hun politieke partij en tot hun ka
merfractie wendden om er bij hen op aan te dringen de no
dige matiging te betrachten in het stellen van eisen en het
doen van voorstellen die zware financiële consequenties heb
ben. Dat zou een betere methode zijn dan het Kabinet be
stormen.
Tot slot zegt spreker te hopen, dat het college nog even, al
is het maar in het kort, antwoord zal willen geven op een
aantal van de maandag jl specifiek door hem naar voren
gebrachte zaken.
De VOORZITTER zegt dat het hem een goede gedachte
lijkt om overeenkomstig de suggestie van de heer Van Ee
ook het bureau Berenschot in te schakelen ten aanzien van
het voor de raad en voor daarbuiten duidelijk maken van de
planning voor zover die op het ogenblik al enigszins op gang
is gekomen. Het college was dit ook al van plan
Met betrekking tot de opmerking van de heer Jonker dat
het uiteenzetten van de planning niet in een besloten verga
dering, maar veel opener moet gebeuren zegt spreker van
mening te zijn, dat de gemeente daaraan nog niet toe is. Het
college en de betrokken ambtenaren die ermede werken,
doen hun best om zich in de hele planning in te leven en
om daar een greep op te krijgen Het is de bedoeling om dat
aan de raad voor te leggen in de hoop dat de raad ook iets
van die moeilijke, althans niet vreselijk eenvoudige materie
zal gaan begrijpen Dat wordt dus gewoon een studiebijeen
komst.
Dan zal daarna bekeken moeten worden of het mogelijk is
om die planning en de voortgang daarvan op de een of an
dere manier eenvoudiger visueel en daardoor populairder te
maken. Vervolgens kan de gemeente ermede naar voren ko
men. Maar zolang deze zaak nog helemaal in de sfeer van
studie zit, gelooft spreker niet dat men zich moet verbeelden
dat dat nu al kan. Een van de dingen die hij aan het bureau
Berenschot zou willen vragen is: Kunt u ons een middel aan
de hand doen om de planning en de voortgang daarvan ook
enigszins populair in een wijdere kring naar buiten duidelijk
te maken?
(De heer Oldenboom verlaat de vergadering.)
Het college is op de presentatie van de investeringsnota niet
ingegaan, omdat de hele investeringsnota eigenlijk buiten
beschouwing is gebleven. Die nota is een proeve van een in
vesteringsnota en ook niet zo heel erg eenvoudig; dit stuk
ligt helemaal nog in de sfeer van de studie en is nog niet rijp
om te worden gepopulariseerd.
Spreker blijft erbij dat een tienjarenplanning vooral wat de
laatste vijfjaar betreft wel heel erg speculatief is. Dit wil niet
zeggen dat hij meent, dat men niet verder mag kijken dan
vijfjaar. Natuurlijk moet men over die latere tijd wel eens
zijn gedachten laten gaan. Iedereen doet dat, want iedereen
vormt zich natuurlijk toch een beeld van een verdere toe
komst dan die van over vijf jaar. Maar als dat in een officieel
plan wordt opgenomen, bestaat het gevaar dat het te sugges
tief en te positief gaat werken, in die zin dat men zegt: Er is
toen toch maar gezegd, dat er in 1978 dat en dat zou moe
ten gebeuren. Het moet dan wel heel erg goed worden toege
licht, opdat wordt voorkomen dat men er te veel waarde
aan hecht; men moet dan wel erg goed begrijpen, dat het
koffiedik kijken ook zelfs het gemeentebestuur niet moge
lijk is.
Wat het uitbreiden van de normale raadscommissies met des
kundige niet-raadsleden betreft, is spreker van mening dat
het goed zou zijn als de commissies zich er eerst zelf intern
over gingen beraden of zij een dergelijke uitbreiding ge
wenst achten. Men moet zich ook realiseren, dat dikwijls het
werken in een commissie meer bezwaar oplevert naarmate
die commissie groter wordt. Het is waarschijnlijk het beste,
dat van commissie tot commissie wordt bekeken of het zin
vol is en ook of er de mensen voor zijn te vinden die het
kunnen en willen Het is in ieder geval niet iets waar het ge
meentebestuur niet gevoelig voor zou zijn. In eerste instan
tie heeft spreker meer gedacht aan commissies ex artikel 61
der gemeentewet zoals men die tot nu toe kent in Soest in
de Stichting Soester Natuurbad en de Sportstichting e.d.,
maar de bedoelde uitbreiding van de raadscommissies is
ook heel goed mogelijk. Men moet echter van commissie
tot commissie in concreto bekijken of zo'n uitbreiding zin
heeft.
Spreker erkent dat de notahonger niet bij iedereen leeft en
dat zijn desbetreffende opmerking in eerste instantie dus
iets te algemeen is geweest.
In de advertentie waarin sollicitanten voor de functie van
voorlichtingsambtenaar der gemeente Soest zijn opgeroepen,
heeft een vrij uitvoerige omschrijving gestaan van wat er van
de betrokkene wordt verwacht. Dat was eigenlijk een vrij
uitgebreide omschrijving van de gedachten van het college
omtrent het werk van de betrokkene. Het spijt spreker dat
hij de advertentie op dit moment niet bij de hand heeft. Er
zijn enige antwoorden op gegeven door mensen van wie het
college de indruk heeft dat zij wel begrepen hebben wat
door het college wordt bedoeld, Met die mensen zal nog
een nader gesprek moeten plaatsvinden.
Het zou nogal wat moois zijn als de gemeente Soest de dupe
zou worden van de opvang van de overloop van het Gooi!
Ten slotte heeft het gemeentebestuur van Soest zich met
die opvang akkoord verklaard om er voor de gemeente voor
delen uit te halen, geen financiële, maar dan toch wel moge
lijkheden voor de ontwikkeling der gemeente Wanneer nu
zou blijken dat Soest er de dupe van zou worden, dan moet
deze gemeente er vandaag mee uitscheiden, want dat was he
lemaal niet de opzet. Spreker is er op het ogenblik evenwel
niet bang voor, dat Soest er de dupe van zal worden. Alleen
meent hij langzamerhand wel, dat men er toch wel erg op
moet letten of de verwachte voordelen in de toekomst inder
daad te halen zijn. Hij denkt hierbij met name aan de inves
teringen, Door het in Soest opvangen van de overloop van
het Gooi moet het mogelijk zijn om bepaalde achterstanden
die er in wijken van deze gemeente zijn, wat vlugger dan an
ders het geval zou zijn weg te werken doordat er financie
ringsmiddelen beschikbaar worden gesteld. Dat is nooit con
creet aan te geven, want er wordt niet een raadsbesluit van
Soest goedgekeurd met deze opmerking van gedeputeerde
staten erbij: Wanneer u niet had meegedaan aan het opvan
gen van de overloop van het Gooi, zouden wij dit niet heb
ben goedgekeurd. Maar wanneer spreker de grote moeilijk
heden ziet die er in de andere gemeenten zijn om überhaupt
een werk goedgekeurd te krijgen en aan de andere kant ziet,
dat er wat de gemeente Soest betreft in het afgelopen jaar
zijn goedgekeurd kredieten voor de verbetering van de Ko-
ninginnelaan (zuiver een infrastructurele kwestie) en de ver
betering van het tracé Beckeringhstraat-Laanstraat en boven
dien ziet dat er nog twee jaar moet worden gewerkt aan de
riolering in de oude gedeelten van Soest en dat men er dan
door is, dan gelooft hij dat Soest ten aanzien van deze wer
ken minder ver gekomen zou zijn indien het niet had mee
gedaan aan de opvang van de overloop van het Gooi. Daar
naast is er nog het voordeel dat er ineens een stoot in de
bevolkingsgroei komt. Dat is van belang om het centrum
van de grond te krijgen. Wanneer de bevolkingsaanwas
maar heel erg geleidelijk zou gaan, zou de ontwikkeling van
het centrum met grote zorgen moeten worden tegemoet ge-
258