De VOORZITTER: Ik zou er nu niet over willen praten.
Wij moeten eerst eens informeren in hoeverre de situatie in
Emmen te vergelijken is met de Soester situatie. Misschien
is die situatie hier bepaald in wezen heel anders dan in Em
men. Ik neem aan dat men in Emmen nog veel minder op
de hoogte is van de Soester situatie dan wij van de situatie
in Emmen op de hoogte zijn
Voortgaande zegt spreker, dat het college op heel wat pun
ten is ingegaan, maar dat er in eerste instantie vanuit de raad
geweldig veel naar voren is gebracht en dat er behalve enke
le door de heer De Groot naar voren gebrachte zaken waar
schijnlijk nog wel enige punten niet of niet geheel beant
woord zijn.
Tot de punten die nog niet beantwoord zijn, behoort de
vraag van de heer De Groot of de kwestie van de te geringe
omvang van het politiekorps in Soest aan de minister is
voorgelegd. Deze kwestie is niet éen maal, maar vele malen
aan de minister voorgelegd. Er is een betrekkelijk geregelde
correspondentie met de commissaris der Koningin en de mi
nister hierover. Het laatste antwoord van de minister was,
dat hij de bepaling van de sterkte en de desbetreffende nor
men wat het gehele land betreft in studie heeft en dat men
hierover binnenkort nader zal horen Daar is het politie
korps in Soest dus tot op dit ogenblik nog niets wijzer van
geworden.
De heer De Groot heeft ook nog geen antwoord gekregen op
zijn vraag betreffende de Wieksloterweg Het college wil de
Wieksloterweg wel van de eigenaar overnemen, Die eigenaar
was daartoe onder bepaalde voorwaarden bereid. Eén van
die voorwaarden was, dat de last van openbaarheid van een
stukje weg op zijn landgoed, liggende in de gemeente Soest,
zou worden afgenomen Die openbaarheid had daar voor de
gemeente geen enkele zin. Het college was dus wel bereid
om dat stukje grond aan de openbaarheid te onttrekken
Maar daar zijn bezwaren tegen gekomen en dat kon toen dus
niet doorgaan. Daar is de hele zaak in het allereerste stadium
al op vastgelopen. Maar dat is al lang geleden en het college
heeft besloten toch maar weer eens te proberen om het be
trokken stuk Wieksloterweg over te nemen.
De heer DE GROOT: Het verwondert mij dat er bezwaren
zijn gekomen tegen de bedoelde onttrekking aan de open
baarheid. Het heeft namelijk geen zin dat het stukje weg in
kwestie het openbare karakter behoudt. Ik dacht dat nie
mand daar belang bij heeft.
De VOORZITTER: Er hebben wel enige mensen belang bij,
maar dat zou kunnen worden opgelost door een erfdienst
baarheid van overweg. Men was toen evenwel niet daartoe
bereid en het is dus niet gelukt.
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT merkt
op dat de grote plannen vroeger altijd in een aparte, gecom
bineerde vergadering van de commissie grondbedrijf en uit
breidingsplannen en de commissie openbare werken werden
behandeld, dat dat bij de niet tot de leden van die commis
sie behorende raadsleden altijd een soort van jaloezie wekte
en dat uit een en ander ten slotte de informele raadsvergade
ringen zijn gegroeid. De informele raadsvergaderingen die
nen dus in eerste instantie voor de presentatie van de grote
plannen, waarbij dan meestal de ontwerper en de stedebouw-
kundige aanwezig zijn. De nieuwe raad heeft dit tot nu toe
één keer meegemaakt,namelijk bij de informele presentatie
aan de raad van het plan Kerckenlandt, waarbij een maquette
aanwezig was en waarbij men ook gei'nformeerd werd via
een boekwerkje. Bij die gelegenheid is er een vrij ruime
voorlichting over dat plan geweest. Daarbij waren ook de
ontwerpers aanwezig. De kleinere deelplannetjes komen in
de commissie.
De presentatie van de plannen zou ook een onderdeel van de
werkzaamheden van een voorlichtingsambtenaar kunnen
vormen. Soest zou wat dat betreft veel plezier kunnen heb
ben van zo'n functionaris. Zulke functionarissen zijn op de
hoogte van bijv. het organiseren van tentoonstellingen, de
presentatie van maquettes, tekeningen e.d. en het verzor
gen en presenteren van boekwerkjes. Eventueel, als ze aan
wezig zijn, kunnen er ook alternatieve plannen worden ge
presenteerd Bijv. voor het Klaarwater zijn er op verschil
lende onderdelen inderdaad alternatieve plannen aanwezig.
De heer Van Ee dacht dat het college een beetje afkerig is
van een tienjarenplan uit vrees dat het, voordat de tien ja
ren om waren verouderd zou zijn. Natuurlijk zou het dat
zijn, maar er valt voor te pleiten. De heer Van Ee heeft
bijv. genoemd een pijpleidingenstraat. Er zijn ter zake elders
ontwikkelingen gaande. In Soest zal men daar misschien pas
over tien jaar aan toe zijn. Toch moet men dergelijke dingen
in het achterhoofd houden. Er is op het ogenblik ook een
ontwikkeling om z.g. corridors open te houden voor moge
lijke toekomstige, nu nog niet te voorziene verkeersontwik-
kelingen. Men weet niet wat er nog te wachten staat en
wanneer men alles heeft volgebouwd, zou dat wel eens be
lemmerend kunnen werken ten opzichte van zaken die
zich te zijner tijd gaan ontwikkelen. Het een sluit het ander
niet uit, aldus spreekster, en ik dacht dat wij dat wel degelijk
in zouden moeten plannen
De heer Van Ee heeft een eventueel ingegraven Engweg ver
geleken met een stankriool in de buurt van Arnhem. Men
zou zich hierbij kunnen bezinnen op de functie van het riool.
De heer Van Ee heeft in een ander deel van zijn beschou
wingen ook gesproken over de riolering in de gemeente,
waarbij hij zeide dat wat een aantal wijken betreft de ge
meente zo gauw mogelijk voor riolering moet zorgen zodat
de bestaande archai'sche toestand zo gauw mogelijk tot het
verleden behoort. Die bestaande toestand betekent dat een
ieder maar op eigen erf zijn rommel kwijt kan. Als men daar
tegen is, moet er riolering komen. Men kan moeilijk tegen
de mensen zeggen: Houdt het maar op, Het zal ergens moe
ten blijven Het wordt geordend in een riolering, die op een
gegeven moment zelfs nog door een zuivering gaat.
Spreekster dacht dat men ergens ook het verkeer dat men
onherroepelijk produceert, hiermede zou kunnen vergelij
ken. De bedoeling van een wegenstelsel is: het verkeer orde
nen in banen die daarvoor geschikt zijn. Zou de Engweg niet
worden aangelegd, dan zou er op verkeersgebied een ar
chai'sche toestand ontstaan.
Het is aan te nemen dat op een gegeven moment onherroe
pelijk een uitlaatgassenreiniging wettelijk verplicht zal wor
den gesteld.
Het is nog niet bekend wat de elektrische auto zal doen.
Twee van zulke auto's nemen bij het parkeren even veel
plaats in als één normale auto. Een toenemend gebruik van
dergelijke auto's zou zeker ten aanzien van het stadsverkeer
als een de leefbaarheid bevorderende ontwikkeling zijn aan
te merken.
Het plan Kerckenlandt is als een totaliteit door de gemeen
te ontwikkeld ook wat de architectuur betreft. Het college
zou het betreuren als daarin door een belegger in negatieve
zin zou worden gewijzigd Het college is zich aan het bera
den over de manier waarop dit plan tot stand zal gaan ko
men. Het heeft erover gedacht om, eventueel per adverten
tie, gewoon te vragen wie er belangstelling voor heeft om
een dergelijk plan tot ontwikkeling te brengen. Maar er zit
ten nogal wat grootschalige elementen en een vaste maat
voering in en men zal dus toch wel terechtkomen bij de in
dustriële bouw. Wat die bouw betreft zijn er bij de gemeen
te verschillende maatschappijen bekend en het college over
weegt die maatschappijen te benaderen en hun ter zake een
aanbod te vragen, om vervolgens te zien welke maatschappij
er dan het gunstigst uit de bus komt. Het college beraadt
zich hierover ook nog met de architect. Het college wenst
260